Instituut voor Privaatrecht
Het Instituut voor Privaatrecht was nauw betrokken bij de totstandkoming van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (gerealiseerd tussen 1948 en 1992). Die rol, dicht op de samenleving, is het door de jaren heen blijven vervullen. Het instituut heeft ook een grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming van buitenlandse stelsels van burgerlijk recht, zoals Rusland, China en Indonesië.
Knooppunt
Het instituut is een knooppunt van kennis en toepassing van die kennis, zowel nationaal als internationaal. De afdeling Jeugdrecht verzorgt wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op het terrein van het Nederlandse jeugdrecht en internationale kinderrechten. De positie van het kind in het recht staat hierbij centraal. Binnen het Hazelhoff Centre voor financieel recht richten onderzoekers zich op de juridische aspecten van het toezicht op de financiële sector, de werking van de financiële markten, financieringstransacties, marktmisbruik, betalingsverkeer, bancaire zorgplichten, corporate governance, bancaire insolventie en aansprakelijkheid in de financiële sector. En ook de ethische aspecten, die met de global financial crisis van 2008 een pregnante plaats hebben gekregen.
Goed functionerende rechtsorde
De juristen volgen de rechtsontwikkeling op de voet. Aan de hand daarvan brengen ze advies uit aan de rechtspraktijk, onder andere via wetenschappelijke publicaties en post-academisch onderwijs. Die kennis wordt dus gezien en gebruikt. Het belang is evident: een goed functionerende rechtsorde, zowel nationaal als internationaal. De relatie met de rechtspraktijk is overal zichtbaar. Zo bespreken de Leidse juristen een aantal keer per jaar de jurisprudentie met de rechtbank in Den Haag. Veel van wat ze schrijven komt in de vakbladen terecht, waar het wordt gelezen door juristen in heel Nederland.
Het instituut ziet het als zijn taak om bij te dragen aan het onderhoud van het burgerlijk recht, inclusief het burgerlijk procesrecht. Dit gebeurt in de rol van voorvechter naar een toegankelijk en begrijpelijk vermogens- en burgerrecht. Masterstudenten worden meegenomen in dat onderzoek om zo alvast te zien hoe het er buiten de collegebanken aan toegaat.
Dagelijkse praktijk
Het gaat om zaken die ons allemaal, op dagelijkse basis, aangaan. Bijvoorbeeld binnen het vermogensrecht, waarbij het onder meer gaat om het sluiten van overeenkomsten en het vergoeden van schade. De onderzoekers kijken verder dan het juridische spectrum. Hoe goed begrijpt de gemiddelde ondernemer bijvoorbeeld de formulieren van een deurwaarder? Maar Leidse privatisten kijken ook naar de waarde van empirie voor juristen en de rechtspraktijk. Variërend van psychologische experimenten in letselschadezaken tot case studies naar handhaving.
Verder kijken
Verder kijken dan het recht, daar gaat het dus ook om. Zo wordt de maatschappelijke functie van het burgerlijk recht nader onderzocht. Daarbij gaat het niet alleen om burgers, maar ook om ondernemingen. bijvoorbeeld over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een bedrijf produceert een product, maar ten koste van wat? Mag je als consument verwachten dat een product verantwoord geproduceerd is? Vanuit die vragen benaderen internationale ondernemingen als Shell en Ikea het instituut. Welke eisen moeten zij stellen aan het productieproces?
Binnen het zeer brede afdeling notarieel recht is erfpacht een belangrijk actueel onderwerp dat het in veel grote Nederlandse steden speelt. Daardoor heeft het instituut sterke banden met de gehele notariële werkomgeving, van de Zuidas tot aan de uithoeken van het land.