Globalisering, ook van het recht
Nog maar een halve eeuw geleden weerspiegelde het internationaal publiekrecht vooral de behoeftes van een beperkt aantal staten: het onderhouden van vriendschappelijke betrekkingen, het oplossen van geschillen en het bewaken van hun soevereiniteit. Dat is niet meer zo. Tegenwoordig opereert het internationaal publiekrecht steeds meer in een geglobaliseerde samenleving. Multinationals als Shell zoeken bescherming van hun wereldwijde investeringen, oorlogsmisdadigers uit het voormalige Joegoslavië en uit de Democratische Republiek Congo kunnen worden berecht in Den Haag. En internationale organisaties krijgen steeds meer verantwoordelijkheden bij het oplossen van grensoverschrijdende problemen en uitdagingen, zoals klimaatverandering, milieuvervuiling en economische ontwikkeling. De internationale samenleving is in de loop der jaren veranderd en het recht ontwikkelt mee, maar loopt soms achter de feiten aan.
Knelpunten oplossen
Onderzoekers van het Grotius Centre gaan op zoek naar oplossingen om in deze nieuwe complexe wereld vrede en recht te bewaken. Ze richten zich daarbij op knelpunten die zich in de praktijk voordoen. Hoe kunnen bijvoorbeeld individuen beschermd worden tegen de macht van de VN Veiligheidsraad, nu de Veiligheidsraad niet meer alleen sancties oplegt aan staten, maar ook direct aan individuen? Kan een internationale organisatie ter verantwoording worden geroepen voor een nationale rechter? Moet het oorlogsrecht worden gemoderniseerd nu staten de beschikking hebben over digitale middelen van oorlogvoering, onbemande en zelfs geautomatiseerde wapensystemen? In hoeverre beschermt het recht het milieu en natuurlijke hulpbronnen voor, tijdens en na een gewapend conflict? Mag een bevolkingsgroep zich afscheiden en de onafhankelijkheid uitroepen? En in hoeverre moeten vragen van duurzaamheid, corruptiebestrijding, en bescherming van mensenrechten een rol spelen bij het beslechten van internationale handelsgeschillen?
Met één been in de rechtspraktijk
Relevante oplossingen aandragen lukt alleen als je de praktijk goed kent. Daarom staan de Leidse en Haagse juristen vaak met één been in de academische wereld en met het andere in de internationale rechtspraktijk. Ze hebben nauwe banden met het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie, de Veiligheidsraad in New York en de verschillende mensenrechtencomités in Genève. Ze zitten in internationale commissies, treden op als expert in arbitragezaken, leiden toekomstige rechters, advocaten en ambtenaren op en trainen ze gedurende hun carrière. Zo komen de resultaten van hun onderzoek niet alleen terecht in wetenschappelijke publicaties en bij nieuwe generaties juristen, maar ook direct daar waar oplossingen nodig zijn en het recht gevonden wordt. De onderzoekers werken ook veel samen met historici, sociologen, economen en politicologen.
Meer informatie:
Faculteit der Rechtsgeleerdheid- Grotius Centre