De route van de mens
Zo krijgen we een steeds completer beeld van het leven van de mens. We weten bijvoorbeeld dat de mens vanuit de aap is geëvolueerd in Afrika en zich van daaruit heeft verspreid over de rest van de wereld. Onbekend is echter welke route de mens daarvoor heeft genomen. In welke landen heeft hij zich eerst gevestigd en hoe is hij vervolgens verder gelopen? Door de subtiele verschillen van skeletten over de gehele wereld te onderzoeken, komt hier meer duidelijkheid over. Op deze manier zijn ook uiterlijke verschillen tussen bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld de structuur van hun gezicht, te verklaren.
Gezamenlijke aspecten of juist afwijkend
De vondst van meerdere skeletten geeft de mogelijkheid een groep te onderzoeken. Zijn er bepaalde sporen op de botten die elk persoon heeft, dan kan dat een teken zijn van een gezamenlijk aspect, zoals een ziekte die iedereen binnen de gemeenschap had of bepaalde handeling die iedereen uitvoerde.
Wijkt er één skelet af van de rest, dan had die mogelijk een speciale status. Iemand van adel zal bijvoorbeeld minder zwaar werk hebben uitgevoerd, dan iemand van een lagere klasse. Dit verschil is te herkennen aan de slijtsporen op het skelet.
Osteoarcheologisch onderzoek is ook nu relevant. Het geeft ons inzicht in het ontstaan en de verspreiding van ziektes waarmee de mens al eeuwen kampt en het draagt bij aan de verbetering van hedendaagse onderzoeksmethoden naar menselijke resten (forensisch onderzoek). Het grote aantal opgegraven skeletten maakt het mogelijk om nieuwe technieken te testen. Deze methoden kunnen vervolgens gebruikt worden door forensisch antropologen bij het vinden van de doodsoorzaak bij moordonderzoek en het biedt meer informatie over de identiteit van het slachtoffer.
Het onderzoek naar menselijke resten wordt uitgevoerd door de Laboratory for Human Osteoarchaeology van de Universiteit Leiden.