‘Rommelige’ ontwikkeling corona-apps brengt privacy in gevaar
Met stoom en kokend water laat het Ministerie van Volksgezondheid een zogeheten tracking and tracing-app ontwikkelen om de coronacrisis in te dammen. De snelheid waarmee dat gebeurt is onverantwoord, meent Valerie Frissen, hoogleraar Digitale Technologie en Sociale Verandering.
U ondertekende onlangs twee open brieven om het kabinet op te roepen hoge eisen te stellen aan onder meer de privacy van corona-apps. Wat is uw belangrijkste kritiek?
‘Er zijn in de afgelopen week in een razend tempo apps ontwikkeld die moeten gaan helpen bij de coronastrategie van het kabinet, terwijl er nog veel fundamentele vragen onbeantwoord zijn. Zelfs de vraag waar deze apps precies voor moeten dienen, is nog niet voldoende gespecificeerd. Hoe gaan de apps precies bijdragen aan de bestrijding van corona, en met welke data gaan die apps werken? In Nederland zijn nog heel weinig mensen getest op corona, dus die data zijn onvoldoende. En zelfrapportage is in veel gevallen onbetrouwbaar. Hoe ga je dan conclusies trekken en beleid maken? Of zoals we in ons vakgebied zeggen: stop je er rommel in, dan komt er rommel uit.’
Over de corona-apps
Minister Hugo de Jonge maakte op 7 maart bekend twee soorten apps te willen ontwikkelen, waaronder een app om te traceren bij wie een coronapatiënt in de buurt is geweest. Met behulp van locatiegegevens of bluetooth van een smartphone kan worden nagegaan of iemand in de buurt is geweest van een corona-patiënt. Een dergelijke app wordt in China al gebruikt om het besmettingsrisico te bepalen, maar stuit in Europa op meer weerstand. Zo eist de Europese Commissie dat de app in ieder geval vrijwillig en anoniem moet zijn, geen locatiegegevens mag gebruiken, en moet worden uitgeschakeld zodra de coronacrisis voorbij is.
Toch kan ik me voorstellen dat de volksgezondheid nu boven privacy wordt gesteld. Een app als deze gaat wellicht levens redden.
‘Je moet grondrechten en vrijheden nooit tegen elkaar uitspelen. Zoiets zag je ook na 9/11 in de strijd tegen het terrorisme: als we onze privacy opofferen, kunnen we veel aanslagen voorkomen. Maar de effectiviteit daarvan is nooit aangetoond terwijl de impact op onze grondrechten juist groot was. Dus laten we eerst goed nadenken, nu we op het punt staan om privacy in te leveren voor een nog onzeker effect op de volksgezondheid. We hebben het hier namelijk wel over een ingrijpende surveillance-app waarmee het gedrag van burgers wordt gecontroleerd of zelfs gecorrigeerd. Dat is niet niks. Je moet heel zeker zijn van je zaak voordat je dit uitrolt. Er is een heilig geloof dat de technologie ons gaat redden, maar dat geloof is in wezen nergens op gebaseerd.’
Minister De Jonge laat duidelijk merken dat het ontwikkelen van de apps topprioriteit heeft. Wat vindt u van de snelheid waarmee wordt gewerkt?
‘Ik vind het onverantwoord. Het ministerie ontving in het weekend van 11 en 12 april meer dan 750 inzendingen voor de apps. In het weekend van 18 en 19 april is dat aantal op ontransparante wijze teruggebracht tot een voorselectie van zeven apps. Betrokken experts hebben zich inmiddels van dit onduidelijke proces gedistantieerd. Je kunt namelijk nooit een verantwoorde keuze maken in een week tijd, je hebt simpelweg de tijd niet om dan zorgvuldig te werk te gaan. Een medicijn wordt zeer goed getest voordat het op de markt komt, waarom zetten we als het om een maatschappelijke interventie van dit formaat gaat die principes dan zomaar overboord? Veel betrokken experts zijn erg ongelukkig met dit rommelige proces. Daarom is het goed als experts zoals ik waar dat kan tegengas bieden en tegelijk de helpende hand bieden om tot echt goede en verantwoordelijke oplossingen te komen om ons uit deze crisis te helpen.’
Tekst: Merijn van Nuland
Mail de redactie