Windstilte bij delen van het LUCL
Het Leiden University Centre for Linguistics heeft zwaar te lijden onder de coronacrisis: het onderzoek in de vier labs en het veldwerk liggen stil. Wat betekent dat?
Wetenschappelijk directeur Niels Schiller van het Leiden University Centre for Linguistics (LUCL) heeft in een flink deel van zijn instituut te maken met absolute windstilte. ‘Een van mijn promovendi, Lisette Jager, is bezig met een longitudinaal onderzoek naar de verbetering van de uitspraak van Engelse klanken. Kort door de bocht gezegd kunnen Nederlanders over het algemeen het verschil tussen de klinkers in bed en bat niet goed maken. Lisette test studenten Engels van verschillende cohorten aan het begin van hun eerste studiejaar, halverwege het eerste jaar en aan het einde van hun eerste jaar.’
In de problemen
‘Lisette zit nu in de problemen omdat voor het laatste cohort de laatste test niet kan worden afgenomen. We hopen dat er nog steeds voldoende data over zijn maar voor longitudinaal onderzoek is dit dus funest…’
Een ander probleem voor Jager is dat ze ook EEG gebruikt, waarbij je hersenstromen meet door oppervlakte-elektroden die zijn aangebracht in een soort badmuts. Daarbij is de 1,5 meterregel een probleem. Dit geldt ook voor promovenda Sarah von Grebmer zu Wolfsthurn. Zij onderzoekt bij mensen die meerdere talen spreken de invloed van grammaticale systemen van die talen op elkaar. Nu de kappers weer mogen, hoop ik dat dat ook snel weer geldt voor de wetenschappers.'
Veilig geland in Amsterdam
Niels Schiller: ‘Toen de crisis uitbrak, waren een aantal van onze onderzoekers nog op veldwerk, onder wie Sara Petrollino, gespecialiseerd in Afrikaanse talen. Met haar had ik rond de lock down op 19 maart intensief contact via WhatsApp. Sara zat toen nog in Zuidwest-Ethiopië, op twee dagen reizen van Addis Abeba - letterlijk in the middle of nowhere. Vanwege corona werd ze daar als westerse vrouw steeds vaker lastiggevallen, waardoor het gevaarlijk werd en ze snel weg moest. We hebben toen, in samenwerking met het crisisteam van de universiteit, de terugreis voor Sara georganiseerd en op 22 maart is ze, via Stockholm, veilig in Amsterdam geland. Ik was erg blij toen ik dat bericht van haar kreeg, want wat ze mij vertelde over de situatie in Ethiopië en over haar eigen veiligheid, stemde me niet vrolijk.’
Verdwijnende talen
Een andere afdeling van het LUCL is bezig met een groot project waarin verdwijnende talen overal ter wereld worden beschreven. Schiller: ‘Er zijn ongeveer 7.000 talen. Deze zijn structureel zeer verschillend: sommige hebben weinig klanken, andere juist heel veel, sommige talen hebben het werkwoord aan het begin van de zin, andere juist aan het einde. En zo zijn er nog veel meer verschillen. Desondanks kunnen kinderen, dat wil zeggen het menselijk brein, al deze talen leren, en kunnen mensen er onderling mee communiceren.
Als er talen uitsterven, gaat voor altijd de mogelijkheid verloren om de diversiteit en variabiliteit van het cognitieve systeem en het brein te onderzoeken. Sommige onderzoekers moesten hun onderzoeksreis uitstellen. Die zitten nu thuis literatuuronderzoek te doen. Maar op een gegeven moment heb je al die literatuur die relevant is wel gelezen…’
Drie maanden vertraging
Schiller gaat ervan uit dat het onderzoek minimaal drie maanden vertraging gaat oplopen. Hij hoopt dat promovendi die tijd kunnen inhalen. ‘Dat is beter dan te besluiten dat promoveren met één artikel minder ook kan, want dat zal deze promovendi in de latere competitie om onderzoeksgeld en functies benadelen.’
Van het thuiswerken ziet Schiller ook wel het voordeel: ‘Ik word minder afgeleid en ik heb al twee artikelen kunnen afronden waar ik eerder niet aan toe kwam. Maar ik mis ook mijn collega’s en de studenten. Met videoconferenties heb ik het nu wel een beetje gehad. Soms heb ik er vijf of zes op een dag, en het is minder efficiënt dan elkaar in natura te spreken.’
Eindelijk gebarentaaltolken
Victoria Nyst doet onderzoek naar gebarentalen. ‘Voor mijn onderzoek verzamelen we meestal materiaal in West-Afrika, maar voor mijn huidige project zou een van de promovendi data gaan verzamelen in de VS. Dat staat nu allemaal voor kortere of langere tijd on hold.’
De coronacrisis heeft ertoe geleid dat in Nederland en een aantal andere landen eindelijk, na vele jaren strijd, persconferenties simultaan getolkt worden in gebarentaal, vertelt Nyst. ‘Dat heeft een enorme impact op de zichtbaarheid van Dovengemeenschappen en hun gebarentalen.' Nyst vindt het belangrijk om Doof met een hoofdletter D te schrijven, aangezien Doven een taalgemeenschap vormen, zoals ook mensen die Duits of Farsi spreken tot een taalgemeenschap horen. Ze vervolgt: 'Maar alleen tolken in coronatijd is niet genoeg. Andere informatie over het virus wordt niet toegankelijk gemaakt. Daardoor zie je dat in veel landen Dove mensen en hun organisaties dan maar zelf voorlichtingsfilmpjes maken of laten maken en delen. Het gebrek aan toegang tot gezondheidsinformatie, vaak door talige barrières, leidt ertoe dat Dove mensen minder gezond zijn dan horende mensen.’
Informatie ontvangen én geven
Nyst: ‘Ik ben nu begonnen aan een projectvoorstel om enerzijds heel specifiek te kijken naar medisch taalgebruik in Ghanese gebarentaal en anderzijds veel breder te bezien op welke manier Dovengemeenschappen in verschillende Afrikaanse landen toegang hebben gehad tot informatie over COVID-19. En ik anderzijds wil ik weten hoe ze zelf informatie hebben gegeven over hun situatie in deze coronatijd.’
‘Ik ga er maar van uit dat we voorlopig niet van deze toestand af zijn. We hebben ons gebarentaalfestival dat gepland stond voor september, verplaatst naar volgende zomer, met de verwachting dat een deel ervan waarschijnlijk online zal zijn. Ook de zomerschool voor Dove Afrikaanse studenten in de zomer van 2021 zal helemaal online zijn. Het thuiswerken begint gelukkig aardig te wennen.’