Perspectieven, interesses, leerprogressies: onderwijsonderzoek bij het ICLON
In het wetenschappelijk onderzoek van het ICLON komen diverse aspecten van onderwijs aan bod. De onderzoekers zijn altijd geïnteresseerd in de vraag: hoe kan dit onderzoek in de onderwijspraktijk worden toegepast? In dit artikel belichten we een zestal onderzoeksprojecten.
Landkaart voor biologie-onderwijs
Als biologiedocent en promovendus is Harmjan Lammers geïnteresseerd in het meer samenhangend maken van het biologie-onderwijs. Biologische begrippen komen vaak gefragmenteerd aan bod.
Zo is er bijvoorbeeld samenhang tussen een hoofdstuk ecologie en evolutie, maar dit hebben leerlingen niet door. Om begrippen systematischer te onderwijzen kunnen zogenaamde leerprogressies ontwikkeld worden.
Het biologieonderwijs kan samengevat worden in de overkoepelende hoofdvraag: 'hoe zijn organismen aangepast om te functioneren in de omgeving waarin ze voorkomen?' Deze hoofdvraag kan weer vertakt worden in subvragen, en deze subvragen in weer meer gedetailleerde subvragen. Sommige van deze vragen kunnen in het basisonderwijs behandeld worden, en andere, diepere vragen in het voortgezet onderwijs. Op deze manier krijg je een landkaart waarin je kunt in- en uitzoomen op de hoofdvraag en meer gedetailleerde subvragen. Hiermee creëer je meer samenhang tussen alle verschillende biologische concepten.
De huidige biologische leerprogressies zijn vaak erg specifiek op een bepaald thema in de biologie en niet altijd praktisch bruikbaar voor docenten. Daarom wil Harmjan Lammers in zijn onderzoek tools voor docenten ontwikkelen en testen om zijn leerprogressie bruikbaar te maken.
Betere vragen stellen
In Agora-onderwijs leren leerlingen vanuit intrinsieke motivatie en nieuwsgierigheid. In de onderbouw mogen leerlingen kiezen wat ze willen leren, gebaseerd op uitdagingen in de ‘echte wereld’. In de bovenbouw volgt dan de voorbereiding op het eindexamen.
Agora-scholen willen perspectiefgericht onderwijs inzetten om leerlinggericht leren meer leerstofgericht te maken. Alma Kuijpers onderzoekt hoe docenten perspectieven inzetten en wat het effect is op de projecten van de leerlingen. Met perspectieven komt er meer vakinhoud in de projecten, en gaan leerlingen betere vragen stellen. Ook ervaren ze meer succes en eigenaarschap bij het leren.
Aansluiten bij interesses
In de projecten Appreci8 en SPOT ON staan begeleidingspraktijken centraal. Lysanne Post, Rineke Keijzer en Dineke Tigelaar willen studenten perspectief bieden in school en werk.
Project Appreci8 richt zich op maatwerktrajecten bij ROC’s en sociale ondernemingen gericht op perspectief voor jongeren in school en werk. De onderzoekers brengen interesses van de deelnemende jongeren in kaart en kijken hoe de jongeren de verbinding ervaren rondom interesses gerelateerd aan verschillende omgevingen (zoals dagelijkse leefwereld, jeugdhulp, school en werk). Op basis hiervan ontwikkelen ze ontwerpprincipes om de begeleiding beter te laten aansluiten op de interesses en leefwerelden van studenten. Met de partners in dit onderzoek (mbo-scholen en sociale ondernemingen) wordt gekeken hoe zij de principes kunnen gaan inzetten bij begeleiding.
Project SPOT ON richt zich op begeleiding bij studiekeuze, studieloopbaan, en toekomstoriëntatie in mbo- en hoger onderwijsinstellingen. De onderzoekers brengen in kaart hoe de studenten zowel tijdens de opleiding als in hun dagelijks leven bezig zijn met hun studiekeuze, studieloopbaan, en toekomstoriëntatie. Een belangrijke invalshoek hierbij vormen de interesses en leefwerelden van studenten. Op basis van het onderzoek formuleren de onderzoekers ontwerpprincipes voor mbo- en hoger onderwijsinstellingen die hun aanbod op het gebied van studiekeuze, studieloopbaan, en toekomstoriëntatie willen verbeteren, opdat meer studenten perspectief vinden in opleiding en werk.
Meer improviseren aan conservatoria?
Cheng Hua is onlangs begonnen met haar promotieonderzoek naar improvisatie in het muziekonderwijs aan conservatoria. Improvisatie wordt gezien als een effectief middel om creativiteit en expressie te bevorderen. Toch wordt improvisatie weinig onderwezen aan conservatoria.
Hua gaat onderzoeken wat voor ideeën er leven bij muziekdocenten over improvisatie, wat ze er al aan doen in hun lessen, en hoe je improvisatie productief kunt inzetten aan conservatoria. Daar komen aanbevelingen uit voort over hoe improvisatie kan worden ingezet, en hoe studenten er van kunnen leren.
Teach as we preach
Er is veel onderwijsonderzoek over effectief leren. Als leraren dit onderzoek in hun praktijk en professionele afwegingen meenemen, dat handelen zij evidence informed. Dan moeten ze dit onderzoek, en de toepassingen daarvan wel leren, bijvoorbeeld in hun opleiding. Lerarenopleiders zouden dit onderzoek daarom in hun programma kunnen opnemen en zelf het voorbeeld kunnen geven in evidence informed handelen. Marcel Mooijman onderzoekt of dit op eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen gebeurt en welke factoren dat eventueel verklaren.
Niet alleen leren voor een cijfer
De waarde die een leerling zelf toekent aan leren speelt een belangrijke rol in de leerresultaten en in het welzijn van de leerlingen. ‘Brave’ leerlingen doen misschien wel veel, maar interesseert het hen werkelijk? Ze ervaren misschien weinig welzijn omdat ze zich onder druk voelen staan om te presteren. Als leerlingen iets waardevol vinden, geven ze het meer aandacht en leren niet alleen ‘voor een cijfer’.
Het vermogen om in toenemende mate regie te nemen over je eigen leerproces wordt agency genoemd. In theorie leidt een sterker gevoel van agency tot dieper leren en meer welzijn. Anja Schoots onderzoekt hoe de verschillende onderliggende processen van agency (bijvoorbeeld zelfvertrouwen en waarden) kunnen worden gemeten en hoe ze leerresultaten en welzijn beïnvloeden. Als docent kun je je aanpak aanpassen als je weet dat leren, welzijn en agency met elkaar samenhangen.