Hoe verbeter je het toekomstperspectief van risicojongeren
Hoe kunnen mentoren en sociaal werkers de beroepsidentiteit van risicojongeren stimuleren en daarmee hun toekomstperspectieven verbeteren? Dat onderzocht Rineke Keijzer-Groot, als duale promovendus verbonden aan het ICLON en het Dual PhD Centre. Promotie op 18 november.
Meedoen in de samenleving
Risicojongeren hebben een kwetsbare schoolloopbaan. Zij hebben geen diploma en lopen het risico er ook geen te halen. Dat vermindert hun kansen op werk. Hun schoolloopbaan is ook kwetsbaar doordat velen van hen kampen met persoonlijke of sociale problemen, wat het risico op schooluitval vergroot. Het maakt risicojongeren tot een heterogene groep.
Toch willen we dat ook deze jongeren meedoen in de samenleving en een zelfstandige positie kunnen opbouwen. Een sterke beroepsidentiteit kan tegenwicht bieden aan deze risico's. Een beroepsidentiteit drukt uit hoe jij jezelf ziet als beroepsbeoefenaar: wie je bent, wat je wilt, en hoe je daar komt.
Individuele kenmerken en beroepsidentiteit
Beroepsidentiteit bestaat volgens de definitie in dit proefschrift (Vocational identity of at-risk youth) uit drie componenten:
- beroepszelfbeeld (besef van bekwaamheden en interesses over werk);
- beroepstoekomstbeeld (besef van ambities en doelen over werk);
- beroeps-self-efficacy (ingeschatte mate van succes).
Allereerst is gekeken naar de relaties tussen meerdere individuele kenmerken en de drie componenten van beroepsidentiteit. Vervolgens is onderzocht in hoeverre de significant gebleken individuele kenmerken (zoals iemands leeftijd of de mate van motivatie) de sterkte van de relatie tussen beroepsidentiteit enerzijds en twee veranderbare kenmerken anderzijds veranderen. De twee veranderbare kenmerken zijn weerbaarheid en schoolbetrokkenheid. Veranderbare kenmerken krijgen specifieke aandacht om professionals in de praktijk van onderwijs en sociaal werk aangrijpingspunten voor hun handelen te bieden.
In de context van mbo-1 onderwijs en speciale programma's voor voormalig schooluitvallers hebben mentoren en sociaal werkers een-op-een bijeenkomsten met hun studenten. Het proefschrift gaat daarom ook in op de vraag welke mentorkwaliteiten in deze context als meest waardevol worden gezien door studenten en mentoren.
Weerbaarheid en schoolbetrokkenheid
Voor de relaties tussen beroepsidentiteit enerzijds en weerbaarheid respectievelijk schoolbetrokkenheid anderzijds, is gevonden dat meer weerbaarheid respectievelijk schoolbetrokkenheid voor alle risicojongeren samenhangt met een sterkere beroepsidentiteit. Maar de sterkte van deze relaties is niet voor alle risicojongeren gelijk. Hij is sterker voor mannen dan voor vrouwen, jongere subgroepen ten opzichte van oudere subgroepen, degenen met een hogere sociaaleconomische achtergrond, en degenen met lagere motivatie en minder sterke persoonlijkheidstrekken. Stimuleren van de beroepsidentiteit door de weerbaarheid respectievelijk schoolbetrokkenheid te versterken is vooral zinvol voor degenen die sterkere relaties vertonen.
Goede mentor is emotioneel responsief
De meest waardevolle mentorkwaliteiten bestaan uit mentortaken, relaties tussen mentor en student, en mentorkarakteristieken. De resultaten tonen een spanning aan tussen emotionele nabijheid en professionele distantie waartussen de mentor moet navigeren. Emotionele responsiviteit is voorgesteld als nieuw alomvattend concept voor een goede mentor in de context van onderwijs en speciale programma's voor risicojongeren; het omvat empathie, oprecht begaan zijn met, openheid en vertrouwelijkheid.