De uitvoering van gevangenisstraffen
Hoe beter de behandeling van gedetineerden, hoe effectiever de gevangenisstraf, zo blijkt. Leidse criminologen onderzoeken daarom hoe detentie kan worden verbeterd, onder meer op gebied van leefklimaat en contact tussen gedetineerden en hun kinderen.
Leefklimaat in gevangenissen
Er is een groeiende aandacht binnen de detentiewereld voor het leefklimaat binnen de gevangenissen. De manier waarop mensen ingesloten worden, is van invloed op de manier waarop ze weer de maatschappij instappen, zo wordt gedacht. Het gaat dan om aspecten zoals het contact met medegedetineerden en medewerkers, veiligheid, autonomie en de mogelijkheid contacten te onderhouden met de buitenwereld. Op wetenschappelijk gebied weten we eigenlijk nog weinig over het leefklimaat in Nederlandse gevangenissen en de effecten daarvan binnen detentie en na afloop van detentie.
Hanneke Palmen, Anouk Bosma en Esther van Ginneken proberen meer over leefklimaten te weten te komen via het Life in Custody-project (LIC): een landelijke survey onder gevangenen die het leefklimaat, zoals ervaren door de gedetineerden zelf, in kaart brengt. Het LIC-project moet antwoord geven op een aantal vragen. Ten eerste: is er een relatie tussen het werkklimaat onder het personeel van gevangenissen en het leefklimaat voor gevangenen? ‘Je zou je kunnen voorstellen dat, als werknemers bijvoorbeeld een hoge werkdruk ervaren, dat gevolgen kan hebben voor de manier waarop gedetineerden ingesloten worden, en daarmee dus ook voor het leefklimaat binnen de gevangenis', vertelt Palmen.
Een tweede vraag is of er een relatie is tussen het leefklimaat en gedrag in de gevangenis. Worden gevangenen bijvoorbeeld agressiever bij een slecht leefklimaat? Uiteindelijk wil het LIC-project de uitkomsten van het onderzoek koppelen aan recidivecijfers. Palmen: 'Het leefklimaat verschilt per regime en mogelijk ook per gevangenis. Straks kunnen we bekijken of bepaalde aspecten van het leefklimaat positief of negatief samenhangen met recidivecijfers, of dat het leefklimaat in gevangenissen, hoewel essentieel voor een menswaardige insluiting van daders, wellicht minder gerelateerd is aan gunstige lange termijn effecten na detentie dan soms gedacht wordt.'
Zo'n 6.000 mannen en vrouwen, uit alle penitentiaire inrichtingen in Nederland, stuurden ingevulde vragenlijsten terug. Deze schat aan data wordt nog door Palmen, Bosma en Van Ginneken geanalyseerd, in hun reeks van rapporten zullen ze de komende jaren uitkomsten en aanbevelingen publiceren.
Kinderen, detentie en ouderschap
Vijfennegentig procent van de gedetineerden in Nederland is man en één op de drie mannen in detentie heeft kinderen. Niet alleen de vaders, maar ook hun gezinnen ondervinden onbedoelde effecten van gevangenisstraffen. Onderzoek toont aan dat de afwezigheid van de vader tot gebrekkige opvoeding en armoede leiden en dat kinderen gedragsproblemen ontwikkelen. Tegelijkertijd vormt het gezin een beschermende factor. Onderzoek bij gedetineerde moeders laat zien dat moeders die een relatie kunnen onderhouden met hun gezin, hun gevangenisstraf als minder stressvol beleven en een minder groot risico lopen om na hun straf weer in de fout te gaan.
Onderzoeker Joni Reef kijkt naar de gevolgen van opsluiting, zowel voor gedetineerde vaders als voor hun kinderen. ‘Kinderen van gedetineerden zitten vaak al in een grillige gezinssituatie voordat vader gearresteerd wordt’, vertelt Reef. ‘Deze kinderen hebben vaker lichamelijke, psychische en emotionele problemen. Ze hebben het daardoor lastig op school, of komen in aanraking met de politie. Als we kijken naar de vaders weten we dat gedetineerden vaker stiefkinderen en kinderen bij verschillende moeders hebben. Ook komt tienerouderschap vaker voor bij gedetineerde vaders.’
De negatieve effecten van een gevangenisstraf zijn voor vaders en moeders van andere orde dan voor gedetineerden zonder gezin. Hoewel er relatief veel aandacht is voor de kinderen van gedetineerde moeders, is er voor kinderen met een vader in detentie minimale aandacht. Toch is de impact zowel voor kwetsbare kinderen, als hun vastgezette vaders, groot. ‘Zodra vader in detentie zit, kan dat vooral voor jongens een probleem vormen omdat ze een rolmodel en opvoeder verliezen. Het risico dat jongens zelf ook in crimineel gedrag vervallen wordt daarmee groter. Detentie heeft verder impact op het gezin omdat het vaak de vader is die de hoofdkostwinner is, en zijn inkomen vervalt. Een gevangenisstraf kan dus veel nieuwe, extra risicofactoren opleveren: moeder moet gaan werken en kan minder aandacht aan de kinderen geven. Ze krijgen minder voeding en schone kleren, minder aandacht voor negatieve emoties, het gezin staat onder grote druk. Overigens kan ook getuigenis van een arrestatie van vader al een litteken geven.’
Vaders in detentie vinden contact met hun kinderen belangrijker dan we denken, maar hun vaderschap geeft ook kopzorgen, zo blijkt. Reef: ‘We weten dat 85 % van de vaders graag contact wil met hun kinderen. De 'mannencultuur' in gevangenissen zorgt er echter voor dat mannen weinig over hun kinderen praten. Dat is niet stoer, en het maakt bovendien kwetsbaar voor bedreigingen tegen het gezin door medegevangenen. Het is wat dat betreft echt tijd voor een gezinsgerichtere aanpak in Nederlandse gevangenissen.’
Reef pleit voor een 'emancipatie van de verdachte vader'. Ze adviseert uiteenlopende ketenpartners waaronder de Dienst Justitiële Inrichtingen, Exodus, de Nationale Politie en werkt met hen samen om meer aandacht voor het vaderschap te genereren, en manieren te bedenken om de schade bij betrokken kinderen te beperken. ‘Zo ben ik, samen met Pauline Schuyt, betrokken bij een pilot in de gevangenis in Leeuwarden waarbij kinderen naar de gevangenis worden gehaald om tijd door te brengen met hun vader, en vaders de gelegenheid wordt geboden contact te houden en op te voeden. Ze gaan bijvoorbeeld samen huiswerk maken, vaak leert de vader daar ook nog wat van. We verwachten winst voor alle gezinsleden én recidivevermindering voor de maatschappij.’