Tussen politici, non-burgers en rebellenleiders
Om te begrijpen waarom groepen zich tegen hun overheid keren, moet je begrijpen in welke politieke cultuur zij opgroeiden, wat zij van een 'staat' verwachten en wat voor alternatieven zij zien. Met zijn lange interdisciplinaire ervaring, wordt het Leidse Afrika Studie Centrum vaak vooral gezien als een regionaal expertisecentrum. Juist die achtergrond stelt het in staat geldende theorieën rond staatsvorming en democratisering tegen een kritisch licht te houden.
Oog voor politieke culturen
Je hebt de praktijk nodig om een theorie te toetsen of te weerleggen. Neem bijvoorbeeld onderzoek naar ‘democratisering’ in Afrika. Veldstudies in Ethiopië en Rwanda ondermijnen volgens politiek antropoloog Jan Abbink bijvoorbeeld Staffan Lindbergs veronderstelling dat regelmatige verkiezingen in autocratische staten door de tijd heen een democratiserend effect hebben. Zulke theorieën zijn vaak gestoeld op survey data, constateert Abbink, zonder de lokale context en politieke cultuur – te achterhalen via observaties en diepte-interviews – mee te wegen. Met zijn onderzoek wil hij de interne, lokale processen en ervaringen met ‘het politieke’ juist benadrukken.
In de jonge natiestaten van Afrika is het vaak maar de vraag wat de 'staat' precies is en betekent. In een aantal landen bestaat een breuk tussen de overheid en een groot deel van haar burgers, legt hoogleraar Mirjam de Bruijn uit. Anders dan degenen die zich actief tegen hun overheid keren, hebben ze er gewoon weinig mee te maken. Mensen verhouden zich eerder tot etnische banden, familie banden en religieuze banden in plaats van tot de staat. Van een gevoel van burgerschap is geen sprake.
Net als de nomaden waar ze eerder onderzoek naar deed, verkeren ook veel stedelijke 'non-burgers' langdurig in een ongevestigde situatie – maar anders dan veel nomaden, zijn ze daar niet tevreden mee. Jongeren zoeken naar een vaste vorm van bestaan, die dan vaak ook nog erg fragiel blijkt.
Nieuwe vormen van leiderschap
Waar anderen de overheid zien als een autoriteit die haar burgers zou moeten faciliteren, ervaren veel van de 'non-burgers' de staat eerder als iets dat ze frustreert. Om meer zeggenschap over hun situaties te krijgen, zoeken veel jonge leiders naar alternatieve manieren om zichzelf te organiseren. Sommige maken zich helemaal los van de traditionele gezagsstructuur, vertelt Abbink. Zo zet een gewapende beweging als Al-Shabaab in Somalië zich af tegen de oudere generatie van gematigde Soefi-moslims. Ze verwerpt de invloed van de lokale cultuur, gewoonterecht en clan-afkomst om nieuwe trans-etnische, transnationale verbindingen te vormen.
Anderzijds zijn er ook groepen die juist hechten aan hun eigen culturele afkomst, zoals de Ethiopische Borana-Oromo. Zij baseren hun vormen van zelfregulering op hun traditionele Gadaa-systeem - een uitgebreid leeftijdsklassesysteem, waarin de verschillende generaties duidelijk verschillende rollen hebben.
Mobiele masten
Toen in 2006 de eerste mobiele telefonie masten werden neergezet in de afgelegen west- en centraal Afrikaanse gebieden waar zij haar onderzoek deed, wist De Bruijn dat ze op een kritische kruising in de geschiedenis stond. Met de introductie van de mobiele telefonie, en daarmee de toegang tot het internet en de radio, veranderde de politieke bewustwording: mensen voelden zich niet langer een lokale actor, maar ook een onderdeel van een staat of wereld. Nomaden nemen deel aan de mondiale discussie over jihadisme en terrorisme, en dat verandert hun definitie van wie ze zijn.
We zien een nieuw soort bewustwordingsproces dat doorsijpelt in alle opstanden die momenteel gaande zijn, constateert De Bruijn. De komende jaren moeten we in kaart brengen wat dat betekent in verschillende landen, in verschillende regimes, in gebieden met opkomende middenklassen en gebieden die te kampen hebben met honger.
Politiek gevoelige gebieden, ook in mondiaal opzicht. ‘We begeven ons als onderzoekers nu in een gevoelige situatie, in een steeds veranderd laboratorium - de technologie in Afrika gaat zo hard dat je voortdurend je conclusies moet bijstellen. Maar het is wel duidelijk dat we echt aandacht moeten vragen voor plaatsen waar ontevreden onderdanen, conflict en honger samenkomen: het zou zomaar kunnen dat de ontwikkelingen in de Sahel straks die in rest van de wereld bepalen.’