Booming steden, nieuwe ondernemers
Met een exponentieel groeiende bevolking en een snelle verstedelijking, ontstaan gigantische Afrikaanse metropolen die voorzien moeten worden van zaken als voedsel, water en energie. Dat biedt nieuwe economische kansen, migrerende bevolkingsgroepen en politieke uitdagingen. Onderzoekers in Leiden combineren kwalitatieve en kwantitatieve technieken om de dynamiek tussen lokale ondernemers, Afrikaanse multinationals en internationale partijen te begrijpen.
Eind 2014 doken de wereldprijzen voor ruwe materialen als olie, gas en koper omlaag. Het was een toets voor veel Afrikaanse economieën: waren hun groeicijfers vooral gebaseerd op de export van grondstoffen, of kunnen ze inmiddels ook zonder? Met het ontstaan van Afrikaanse multinationals als cementgigant Dangote, en de groei van een ondernemende klasse, is het een reële vraag geworden. Kan Afrika haar steden nog voeden als haar bevolking toeneemt van 1,3 miljard nu naar 4 miljard in 2100, en de meerderheid daarvan in steden woont.
Afrika, voedselexporteur
Demograaf Akinyinka Akinyoade en hoogleraar Afrikaanse ontwikkeling Ton Dietz denken van wel. In hun boek Digging Deeper berekenen ze dat de landbouwproductie zoveel toeneemt dat Afrika haar bevolking makkelijk zou kunnen voeden, ook in 2100.
Momenteel wordt een deel van de oogst verkocht aan internationale spelers als China, en landbouwgronden worden verpacht aan landen als Qatar. Bovendien exporteert Afrika duur voedsel, terwijl het goedkoop voedsel importeert. Zo komt veel graan uit Rusland, terwijl sommige Nigeriaanse stadsboeren hun fruit en groenten aan Nederland verkopen.
Het zijn echter niet alleen buitenlandse granen waarmee de hongerige stadsbevolking wordt gevoed. Akinyoade noemt het voorbeeld van de Nigeriaanse megastad Lagos, die snel uitgroeit tot een multinationale metropool die ook steden in buurlanden Ghana, Togo en Benin zal beslaan. Om haar nu 18 miljoen monden te kunnen voeden, huurt d e regio nu al grond in andere delen van het land, en innoveren lokale ondernemers voortdurend om de gewassen te verkopen op een manier die past bij de wensen van de nieuwe stadsmens. Zo ontstaan er overal spin-offeconomieën: in de gebieden die de stad bevoorraden, en in de stad zelf.
Lokale variaties
Of het ondernemers lukt een succesvol bestaan op te bouwen, hangt vaak sterk af van plaatselijke dynamiek, weet ontwikkelingseconoom en sociaal geograaf Marleen Dekker. Ze volgt in Zimbabwe een groep boeren die zich na de onafhankelijkheid onder de 'black majority rule' van 1980 vestigde op de boerderij van een voormalig grootgrondbezitter. Hoewel het de gemeenschap met de sturende hulp van de overheid de eerste twintig jaar goed leek te vergaan, vielen de inkomsten terug op het moment dat de Zimbabwaanse economie rond de eeuwwisseling instortte. Bij een andere groep boeren die ten tijde van die economische crisis het gebied van een grootschalige agrariër overnam trok de economie juist aan. Door het verdwijnen van het grote bedrijf dat zijn inkopen in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare deed, ontstonden er lokale initiatieven: er openden in de omgeving een heleboel winkeltjes waar de boeren hun mest, zaden en eten konden kopen.
Informele kracht
Door de hyperinflatie werd iedereen gedwongen creatief te handelen: op de dag dat een Zimbabwaanse boer zijn oogst verkocht, moest hij zijn geld uitgeven, anders zou het niets meer waard zijn. In gebieden waar iedereen hetzelfde product aanbood, was weinig te handelen, maar waar alternatieven waren, ruilden boeren hun oogst bijvoorbeeld om voor schoolschriftjes, waarmee ze weer andere dingen konden krijgen. Nog altijd hebben veel Afrikanen vijf of zes verschillende activiteiten om in hun inkomen te voorzien, en overleven ze karige tijden door elkaar dingen te geven, weet Dekker. Het is hun sterke informele kracht, waardoor ze het vaak toch redden als de formele economie het af laat weten.
Digging Deeper: Inside Africa's Agricultural, Food and Nutrition Dynamics