Het bestuur van Europees textielafval

Een groot deel van het gebruikte of verspilde textiel van de EU wordt geëxporteerd naar landen met lagere inkomens. Een groot deel van dit geëxporteerde textiel wordt verbrand of gedumpt en de hoeveelheid die daadwerkelijk wordt hergebruikt of gerecycled is onzeker.

Volledige projecttitel

Flaws in the flow: onderzoek naar hiaten in het bestuur van de Europese export van textielafval

Projectbeschrijving

Wat er gebeurt met tweedehands kleding en textielafval is nog niet systematisch en nog niet vanuit een interdisciplinair perspectief onderzocht. Onderzoek naar materiaalstromen bracht al de afvalimpact van de textielsector in de EU aan het licht. Er is echter een gebrek aan gegevens en kennis over hoe deze grensoverschrijdende afvalketen kan worden beheerd. Hoewel Nederland niet tot de top behoort van de Europese exporteurs van textielafval, vormt Nederland een belangrijk knooppunt voor de inzameling en verzending van deze (bij)producten.

Dit project heeft tot doel de systemische tekortkomingen te onderzoeken binnen het textielafval dat vanuit Europese landen naar landen met lagere inkomens stroomt, met een focus op Nederland. Het project zal een drieledig doel nastreven:

1. Het verzamelen van bewijsmateriaal over de bestaande nationale/internationale beleidskaders voor de export van textielafval; 
2. Het in kaart brengen van de actoren en netwerken die betrokken zijn bij de textielafvalketens;
3. Het identificeren van institutionele en datalacunes om op bewijs gebaseerd beleid te onderbouwen. Vanuit een methodologisch standpunt benadert het project het multi-stakeholder karakter van de textielafvalstroom in de EU vanuit een kritisch en transdisciplinair perspectief. vertrouwend op de kritiek op het multi-stakeholderisme (Canfield, 2022; Canfield et al., 2021), en streven naar een strategie voor ontmoeting tussen belanghebbenden (Klenk en Meehan, 2017). 

Om dat te doen zal een driestapsmethode worden geïmplementeerd:

1. Deskresearch;
2. In kaart brengen van belanghebbenden;
3. Werkplaats. De workshop zal gedurende 2 werkdagen worden ontwikkeld en zal twee hoofdaspecten behandelen: kennisuitwisseling (presentaties van experts) en kenniscreatie (interactieve secties).