Kennis over DNA-reparatie voor aanpak tumorcellen
Hoe kun je tumorcellen zo effectief mogelijk uitschakelen? Het DNA-reparatiemechanisme lijkt een belangrijk mechanisme om de effectiviteit van de bestrijding van kankercellen met chemotherapie te vergroten. Om dit mechanisme te beïnvloeden is fundamentele kennis over de werking van het DNA-reparatiemechanisme nodig.
Snelle DNA-reparatie beperkt effect chemotherapie
Ons DNA-reparatiesysteem zorgt dat beschadigingen aan het DNA door invloeden van buitenaf, zoals straling of chemische stoffen, snel gerepareerd worden. Gebeurt dat niet, dan kan een beschadiging leiden tot het afsterven van een cel of het ontstaan van een mutatie, met mogelijk ernstige ziektes als gevolg. Dit reparatiesysteem is dus van levensbelang, maar kan ook het effect van behandeling van kanker met chemotherapeutica beperken. Hierbij wordt juist opzettelijk DNA-schade veroorzaakt, in de hoop dat kankercellen hierdoor afsterven. Het DNA-reparatiemechanisme herstelt een groot deel van de opzettelijk aangebrachte DNA schade direct weer en beperkt hiermee het effect van de chemotherapie.
DNA-reparatiemechanisme ontrafelen
Haico van Attikum, onderzoeker bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), richt zich in zijn onderzoek daarom op het ontrafelen van dit DNA-reparatiemechanisme. Wanneer is achterhaald welke eiwitten een belangrijke rol spelen bij de reparatie van DNA, kan worden gezocht naar remmers die deze eiwitten kunnen blokkeren. Hij hoopt een deel van het reparatiemechanisme in tumorcellen te kunnen uitschakelen, door ze veel gevoeliger te maken voor cytostatica (geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van kanker) .
Grensvlak tussen DNA-reparatie en transcriptie
Het onderzoek richt zich nu op een uniek onderdeel van het DNA-reparatiemechanisme, namelijk het moment dat DNA wordt afgelezen door het enzym RNA-polymerase en wordt vertaald in mRNA.
De vraag is wat er gebeurt als het enzym RNA-polymerase tijdens het aflezen van het DNA een beschadiging tegenkomt. Als het aan het DNA vastgeplakt blijft, hebben de DNA reparatie-eiwitten waarschijnlijk ‘onvoldoende ruimte’ om de DNA schade te repareren. Als dit het geval is wil Van Attikum samen met Leidse chemici op zoek gaan naar specifieke remmers die er voor zorgen dat het enzym RNA-polymerase aan het DNA vastgeplakt blijft en zodoende DNA-reparatie voorkomt. Hiermee worden tumorcellen hopelijk gevoeliger voor chemotherapeutica die DNA-schade veroorzaken.