Schurend Europees beleid
Europees beleid beïnvloedt ons leven: van luchtkwaliteit tot hoe vaak er ergens een bus langsrijdt. Leidse onderzoekers analyseren hoe Europa functioneert, hoe landen Europese regelgeving toepassen en of dit beleid bijdraagt aan oplossingen.
Europa wordt meer en meer politiek
Meer en meer wordt voor belangrijke problemen een antwoord van de Europese Unie verwacht. Denk aan het aanpakken van de euro-crisis, de bestrijding van aanslagen zoals die in Parijs en Brussel, de problemen in het Oosten van de Oekraïne en landen als Libië, en de vluchtelingenstroom als gevolg van de oorlog in Syrië. Met die aandacht is Europa veel meer politiek geworden. Mogelijke oplossingen worden niet gedeeld, of sommige lidstaten vinden dat Europa bepaalde problemen juist niet moet aanpakken of aan de nationale politiek moet overlaten.
De gevolgen zijn op verschillende niveaus merkbaar. De onderhandelingen over nieuwe Europese maatregelen verlopen soms stroever, zeker bij ambitieuze dossiers zoals de richtlijn gericht op het mogelijk maken van vrij verkeer van diensten tussen lidstaten. Onenigheid wordt door de media uitvergroot, waardoor nationale parlementariërs Kamervragen stellen of een debat aanvragen. En dat heeft weer een invloed op de publieke opinie die zich steeds meer en steeds kritischer over Europa uitspreekt. Dat zet de Brusselse onderhandelingen onder druk en kan ertoe leiden dat beleid meer rekening houdt met nationale wensen. Ook heeft dit gevolgen voor de uitvoering wanneer niet-gedeelde oplossingen worden opgelegd. Binnen Bestuurskunde bestudeert men de wisselwerking tussen deze processen op Europees en nationaal niveau en tussen politiek, media en publieke opinie.
Onvoorziene problemen van beleid
Europa doet zijn best om regels zo zorgvuldig mogelijk op te stellen, maar het is bijna onmogelijk om van tevoren vast te stellen hoe die regels uitwerken en of er geen regels worden gemaakt die elkaar bijten. Dat levert nationale overheden (het Rijk, provincies, gemeenten) bij de uitvoering problemen op, die de Europese beleidsmakers van tevoren niet hadden voorzien. Een voorbeeld zijn de Europese normen voor luchtkwaliteit en Europese regelgeving rond uitstoot van auto's. We vinden goede luchtkwaliteit en zo min mogelijk fijnstof in de lucht erg belangrijk, want van fijnstof kun je allerlei nare aandoeningen krijgen. In Nederland moeten rijksoverheid, provincie en gemeenten er daarom voor zorgen dat in hun gebied niet te veel uitlaatgassen door het verkeer worden uitgestoten. Die link tussen luchtkwaliteit en automobiliteit had men zich op de tekentafel nog niet volledig gerealiseerd.
Gemeente in de knel door gulle uitstootnormen
Daarbij komen zij erachter dat de Europese uitstootnormen voor auto's, die weer door anderen binnen Europa zijn opgesteld, veel te gul zijn. De partijen die verantwoordelijk zijn voor luchtkwaliteit zouden die uitstootnormen graag naar beneden bijgesteld willen zien. Dit wordt maar in beperkte mate gedaan, omdat er op Europees niveau ook rekening wordt gehouden met de belangen van de auto-industrie. Het gevolg is dat onder meer gemeenten dure maatregelen moeten nemen om het effect van de uitstoot van auto’s te beperken. Bovendien hebben overheden in Nederland verschillende rollen: het Rijk beheert rijkswegen, de provincie beheert provinciale wegen, de gemeente beheert lokale wegen. Die verschillende rollen leveren op zich al weer lastige bestuurlijke problemen op, want soms lopen rijkswegen dwars door woonwijken van gemeenten, bijvoorbeeld in grote steden als Den Haag en Rotterdam. Dan moeten de verschillende partijen met elkaar aan de slag bij het behalen van normen rond luchtkwaliteit. Bestuurskunde onderzoekt hoe verschillende steden dit oppakken; kunnen ze haalbare maatregelen nemen?
Onderzoeks-MOOC naar wat Europa voor jou betekent
Binnen Bestuurskunde worden de problemen bij uitvoering en van compliance onderzocht. Zo kunnen zij gemeenten maar ook andere uitvoeringsorganisaties adviseren over de beste manieren om Europees beleid uit te voeren en diensten voor burgers te verwezenlijken. Ze kijken niet alleen naar de situatie Nederland, maar ook in de andere lidstaten van de EU. Om een compleet beeld te krijgen start Bernard Steunenberg, hoogleraar binnen het Instituut Bestuurskunde, met een onderzoeks-MOOC (Massive Online Open Course), waarin hij met de deelnemers uitvoeringsproblemen en gevonden oplossingen in hun eigen land en buurt gaan analyseren. Bovendien krijgen de deelnemers een training in hoe Brussel tot besluiten komt, hoe die beslissingen door de lidstaten worden opgepakt en welke obstakels kunnen bestaan voor de uitvoerders. Ook zullen zij met andere cursisten meedenken over nieuwe manieren om in Europa beleid te maken.