Politiek: lobbyen, beïnvloeding en beleidsverandering
Leidse bestuurskundigen onderzoeken het mechanisme van lobbyen, beïnvloeding en gedrag van politieke partijen om problemen en oplossingen aan elkaar te koppelen. Zo kunnen ze uitspraken doen over de beste manieren om veranderingen in politieke aandacht en beleid teweeg te brengen.
Burgers, belangengroepen en overheden spelen allemaal een rol bij het opstellen van wetten en beleid. Deze spelers zijn bovendien van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar. Leidse wetenschappers onderzoeken hoe dit samenspel precies werkt, en hoe beslissingen kunnen worden gemaakt die breed maatschappelijk draagvlak hebben. Bestuurskundigen werken hierbij binnen de universiteit nauw samen met andere disciplines, zoals politicologie en rechten.
Onderwerpen op de politieke agenda
Arco Timmermans, hoogleraar Public Affairs, bestudeert het 'spel' van lobbyen: hoe proberen partijen (zoals bedrijven, Ngo's of groepen burgers) politici en hun beleid te beïnvloeden? Als daarover meer bekend is, hebben we een beter beeld van de vertegenwoordiging van allerlei belangen, hoe daar draagvlak voor wordt vergroot of hoe sommige belangen oververtegenwoordigd blijven.
Om hierover uitspraken te kunnen doen, analyseert Timmermans hoe sommige onderwerpen op de politieke agenda komen en andere naar de achtergrond worden gedrongen. "Een belangrijke ontwikkeling is dat het spel van lobbyen steeds minder verborgen kan blijven in de 'achterkamertjes'. Zo is er al een tijdje een behoefte in de Tweede Kamer om inzichtelijk te krijgen welke lobbyende partijen op bezoek zijn geweest bij ministeries. Verder spelen social media een steeds belangrijker rol bij het agenderen van onderwerpen: zo kwamen misstanden rondom de uitkering van de persoonlijk gebonden budgetten (pgb's) terug op de politieke agenda dankzij een twittercampagne van burgers met hashtag #pgbalarm. Maar social media zijn niet altijd bepalend voor de politieke agenda. Politici voelen de druk vooral als een onderwerp wordt overgenomen door traditionele media zoals kranten of het NOS-journaal. Wel is het belangrijk voor politici om social media in de gaten te houden."
Daarnaast dringen burgers, 'amateurs' op het gebied van lobbyen, het professionele speelveld binnen. Dankzij social media en referenda kunnen ze directer invloed uitoefenen op politici. Zo is de uitgesproken publieke opinie de afgelopen jaren een belangrijke reden voor de politiek om het statiegeld op plastic flessen niet af te schaffen. “Dat heeft overigens ook een minder positieve kant”, zegt Timmermans. “Burgers gebruiken hun directere invloed niet alleen om ideeën te presenteren maar ook om veranderingen tegen te houden. Vooral bij zogeheten Not In My Backyard-onderwerpen, zoals windmolens of de komst van een asielzoekerscentrum.
Een derde ontwikkeling, vertelt Timmermans, is dat lobbyende groepen in toenemende mate coalities moeten vormen. “Er komen steeds meer verschillende spelers bij, en elke partij heeft z'n eigen kracht. De ene heeft bijvoorbeeld goede connecties, terwijl de andere de publieke opinie mee heeft. Samen moeten ze aan de politiek laten zien dat hun onderwerp een groot maatschappelijk draagvlak heeft. Dit veranderende veld vormt een uitdaging voor de traditionele lobby en voor het openbaar bestuur.”
Beïnvloeding van beleid door groeperingen
Als je het gedragspatroon kent van regeringen, politieke partijen en beleidsmakers van een partij, ben je beter in staat om hun gedrag en beleid te beïnvloeden. Dat is belangrijke informatie voor burgers of groeperingen die in hun samenleving beleidsverandering in belangrijke 'dossiers' teweeg willen brengen. Denk aan onderwerpen met een grote maatschappelijke impact, zoals euthanasie, het milieu of immigratie.
Dr. Brandon Zicha komt tot de conclusie dat veel groeperingen, in hun pogingen om beleid en publieke opinie te beïnvloeden, één grote fout maken: hun strategie is er uitsluitend op gericht om partijen en beleidsmakers in te laten zien dat het huidige beleid verkeerd is. "Terwijl die aanpak in veel gevallen te smal blijkt te zijn. Groeperingen kunnen een veel bredere boodschap uitdragen, die boodschap op allerlei manieren verpakken, en diverse middelen (zoals kranten, social media, evenementen) gebruiken om hun verhaal te vertellen. Ze zouden vaak ook beter moeten nadenken over de timing van de boodschap: voor welke onderwerpen is de maatschappij op dit moment gevoelig? Tot slot zouden groeperingen ook beter naar de effectiviteit van politieke partijen en andere instellingen kunnen kijken: welke partij krijgt uit de samenleving de meeste weerklank op het onderwerp waarvoor de groepering zich inzet? Die partij zal gevoelig zijn voor de boodschap van een groepering. Dit alles lijkt misschien voor de hand te liggen, toch blijken groeperingen weinig over deze factoren na te denken, en brengen ze geen verandering teweeg."
Zicha trekt deze conclusies door te onderzoeken hoe partijen en beleidsmakers reageren op externe veranderingen. Zo'n verandering kan van alles zijn: van verschuivende behoeftes in de samenleving, tot economische crisis, tot natuurramp. Met behulp van statistische methodes en grondige analyse van beleidsstukken onderzoekt hij op welke veranderingen beleidsmakers reageren en hoe ze reageren.