Band Rembrandt en universiteit
Op veel manieren is er een link te leggen tussen Rembrandt en de Universiteit Leiden.
Ingeschreven als student
Rembrandt, het negende kind van het Leidse molenaarspaar Harmen en Neeltgen, schreef zich op 20 mei 1620 in aan de ‘Leytsche Universiteyt’. Die was in 1575 opgericht en bestond toen dus iets minder dan een halve eeuw. Rembrandts keuze viel op Letteren.
De Universiteitsbibliotheek heeft nog het originele inschrijfboek uit die tijd, met zijn inschrijving in het Latijn: Rembrandus Hermanni Leydensis, studios[us] litterarum, annor[um] 14, apud parentes. (Rembrandt Harmensz. uit Leiden, student letteren, 14 jaar, wonend bij zijn ouders). Voor zover we weten was Rembrandt toen nog 13. Misschien zou hij vanaf zijn 14e gaan studeren, of deed hij zich ouder voor omdat er strengere regels waren voor studenten onder de 14 jaar.
In ieder geval waren zulke jonge studenten niet ongebruikelijk in die tijd. Rembrandt zat daarvoor een paar jaar op de Latijnse School, in de Lokhorststraat, die geleid werd door een hoogleraar in de Rechten. Leerlingen in de hoogste klas lieten zich vaak al inschrijven bij de universiteit aangezien de school voorbereidde op een universitaire studie. Mogelijk konden ze dankzij deze vroege inschrijving alvast gebruikmaken van de bibliotheek en colleges volgen.
Schildersleerling en student
Ging de jonge Rembrandt daadwerkelijk naar college? Dat weten we niet, want we kennen geen aanwezigheidslijsten of cijferlijsten uit die tijd. Wellicht ging het Rembrandt meer om de voordelen van de inschrijving zoals vrijstelling van de schuttersplicht, het universiteitsrecht én belastingvrij bier. Rond 1621 ging Rembrandt ook in de leer bij de Leidse schilder Jacob van Swanenburg en al snel werd zijn buitengewone schilderstalent ontdekt. Stadshistoricus Jan Jansz. Orlers schreef terugblikkend in 1641 dat Rembrandts ouders hem naar school stuurden om Latijn te leren ‘ende daer naer te brengen tot de Leytsche Academie’. Maar hij schreef ook dat Harmen en Neeltgen Rembrandt ‘van school’ (welke school vertelde Orlers niet) haalden omdat hij alleen geïnteresseerd was in schilderen en tekenen. Sommige historici, onder wie Simon Schama, sluiten echter niet uit dat Rembrandt een tijdlang zowel schildersleerling als student was.
Inspiratie: het anatomisch theater
De universiteit – niet zozeer het instituut maar vooral de academische omgeving – met al het onderzoek, de geleerden en de studenten zal in ieder geval een belangrijke inspiratiebron zijn geweest voor ‘Rembrandus Hermanni’. Al in zijn Leidse tijd maakte hij etsen van anonieme geleerden in hun studeerkamer en in zijn werk toonde hij zich een ontwikkeld man. De academie had vanaf 1594 een anatomisch theater, één van de eerste in Europa, waar medici in het openbaar lijken ontleedden. De anatomielessen waren in eerste instantie bedoeld voor studenten Geneeskunde zoals Nicolaes Tulp, maar de sessies groeiden uit tot een toeristische attractie. Want ook nieuwsgierige burgers konden, als ze een kaartje kochten, vanaf de tribunes toekijken hoe lijken werden ontleed. Gezien zijn interesse in anatomie is het heel aannemelijk dat de nieuwsgierige Rembrandt hier ook kwam kijken. In 1632 schilderde hij, kort na zijn vertrek uit Leiden, het indrukwekkende groepsportret De anatomische les van Dr Nicolaes Tulp.
Inspiratie: de Hortus
Rembrandt moet ook inspiratie hebben opgedaan in de Hortus botanicus, destijds de enige botanische tuin in de Republiek die openbaar toegankelijk was. Hier was eind 16e eeuw voor het eerst de tulp succesvol gekweekt. Vanuit Leiden veroverde deze bloem uit Turkije de rest van Nederland en Noord-Europa. Rembrandt verwerkte de tulp in zijn schilderij Saskia als Flora. Zowel in de Hortus als in het anatomisch theater stonden rariteitenkabinetten met exotische dieren, skeletten, planten en zeldzame objecten die nieuwsgierigen aantrokken, van binnen en buiten de universiteit. Ook Rembrandt verzamelde enthousiast naturalia als hoorns, schelpen en bijzondere voorwerpen
Ontdekt door Constantijn Huygens
Daarnaast profiteerde Rembrandt van het old boys’ network van invloedrijke mannen die veelal in Leiden hadden gestudeerd. Mede dankzij Constantijn Huygens, gezaghebbend diplomaat en één van de grootste dichters van zijn tijd, ging Rembrandts schilderscarrière vliegend van start. Huygens had samen met zijn broer Maurits Rechten gestudeerd in Leiden. Omstreeks 1629 bezocht hij het atelier van Rembrandt dat deze toen mogelijk deelde met de schilder Jan Lievens. In zijn autobiografie roemt Huygens het grote talent van dit ‘jong en edel Leids schildersduo’. Huygens werd toen secretaris van stadhouder Frederik Hendrik in Den Haag en als adviseur van diens kunstcollectie introduceerde hij beide schilders aan het Haagse hof. Rembrandt kreeg al snel opdrachten van Frederik Hendrik, die Wiskunde had gestudeerd in Leiden. Ook portretteerde Rembrandt Huygens’ broer Maurits. Rond zijn 25ste verhuisde de ambitieuze Rembrandt naar Amsterdam. Deze grootste stad van de Republiek bood nog meer kansen op opdrachten en eigen leerlingen. Maar ook in Amsterdam was, zo blijkt uit zijn portretten, de Leidse connectie niet ver weg.
Rembrandtjaar
In het vorige Rembrandtjaar, 2006, toonden 27 uitvergrote werken aan Leidse gevels schilderijen en prenten die Rembrandt in Leiden maakte (de expositie ‘Jonge Rembrandt Groot’). In dit Rembrandtjaar zoomen wij specifiek in op de relatie tussen Rembrandt en de Leidse universiteit. Deze site vertelt het verhaal achter zes schilderijen en één ets. Elk doek laat zien hoe de beroemdste Hollandse meester verbonden is met de oudste universiteit van Nederland.