Jongeren met autisme zijn ook pro-sociaal
Mensen met autisme zouden geen behoefte hebben aan contact met anderen. Ze zouden zich sociaal onhandig gedragen en weinig pro-sociaal gedrag laten zien. Maar klopt dat beeld wel? Volgens ontwikkelingspsycholoog Carolien Rieffe is stigmatisering wegnemen een belangrijk doel van de autismeweek (28 maart - 5 april 2020).
'Als je steeds maar op je hoede moet zijn of je het wel goed doet, dan kan dat veel stress opleveren. Maar dat heeft niets te maken met een gebrek aan sociale motivatie', zegt Carolien Rieffe.
Individualiteit en diversiteit op het schoolplein
Sociale capaciteiten leren alle kinderen grotendeels door sociale participatie. Ze leren dit thuis binnen het gezin en vooral ook met leeftijdsgenootjes buiten op straat en op het speelplein. Voor een kind met autisme betekent meedoen op het schoolplein of in de klas dat er plek is voor individualiteit en diversiteit. En dat begint bij autisme awareness.
Autism awareness
Veel activiteiten in de autismeweek zijn dit jaar door de coronacrisis afgelast. Wat blijft is de bekendheid met autisme onder een breder publiek vergroten, in real-time of online.
Emoties uiten en erover praten
Op jonge leeftijd zien we al een verschil in uitingen van negatieve emoties tussen kleuters met en zonder autisme. En dit beïnvloedt hoe zij zich naar anderen toe gedragen, ontdekte Boya Li. Zij maakt deel uit van de onderzoeksgroep van Rieffe en refereert naar onderzoek, waarover recent een artikel is geaccepteerd voor publicatie in het internationale wetenschappelijke tijdschrift Autism. Li: 'Bij kleuters met of zonder autisme in ons longitudinale onderzoek hangt het uiten van negatieve emoties samen met meer gedragsproblemen, maar kleuters met autisme tonen sowieso meer negatieve emoties en dus ook meer gedragsproblemen. De gedragsproblemen van kleuters met autisme namen wel sterker af, wanneer die hun emoties beter leerden herkennen en over emoties konden praten.'
Motivatie om spontaan te helpen
In eerder onderzoek van de onderzoeksgroep van Rieffe bleken jongeren met autisme minder vaak spontaan te helpen als de onderzoeker lucifers uit een doosje op de grond liet vallen. De meeste jongeren met autisme keken wel, maar niet iedereen hielp toen de onderzoeker op haar knieën de lucifers opraapte. Meisjes met autisme glimlachten daarbij even vaak naar de onderzoeker als meisjes zonder autisme. Ze hadden wel in de gaten dat er iets gaande was. En natuurlijk waren er jongeren met autisme die wel van hun stoel af kwamen en even hielpen met oprapen. Maar zowel jongens als meisjes met autisme bleven toch vaker zitten dan hun leeftijdsgenoten zonder autisme en tonen daarmee minder pro-sociaal gedrag.
Motivatie om ergens bij te horen
Al snel is dan de conclusie dat jongeren met autisme geen of minder behoefte zouden hebben aan waardering van anderen. Het maakt ze niet uit wat anderen van ze denken. Vaak wordt geopperd dat ze geen motivatie hebben om ergens bij te horen of mee te doen. Ook daar zijn ze niet pro-sociaal in. Rieffe: 'Nu blijkt uit ons onderzoek inderdaad dat jongeren met autisme lager scoren op een maat voor sociale motivatie dan jongeren zonder autisme. Maar dit hangt niet samen met hun spontane hulpgedrag. Met andere woorden, degene die hoger scoren op de maat voor sociale motivatie zijn niet perse die jongeren die de onderzoeker helpen met lucifers oprapen.'
Behoefte aan vriendschappen en sociale contacten
De angst om het verkeerd te doen is een mogelijke onderliggende factor voor het minder vaak voorkomen van beide aspecten van pro-sociaal gedrag. Rieffe: 'Zo blijkt uit interviews op UCL in London duidelijk dat jongeren met autisme net zoveel behoefte hebben aan vriendschappen en positieve sociale contacten als jongeren zonder autisme.' Maar jongeren met autisme hebben niet altijd de sociale regels door. Wat wordt er van ze verwacht? Hoe moeten ze zich gedragen en wat moeten ze zeggen en wanneer. Dat kan veel stress opleveren. Daarover zegt de expert op Rieffes project, klinisch psycholoog Els Blijd-Hoogewys: 'Vooral meisjes met autisme kennen vaak wel de sociale regels, maar het kost ze veel energie om daar constant bewust op te letten. Waar andere meisjes opgewekt thuis komen na een verjaardagsfeest, komt het meisje met autisme uitgeput thuis of ze gaat misschien liever niet. Beter begrip over wat autisme nu eigenlijk is, of waarom mensen met autisme soms minder pro-sociaal lijken te zijn, kan helpen om bestaande vooroordelen over autisme te ondermijnen.'
Els Blijd-Hoogewys is klinisch psycholoog bij INTER-PSY, oprichter van FANN, Landelijk netwerk Female Autism en voorzitter van het Nationaal Autisme Congres.