Behandeling van autisme kan beter door samenwerking
Er zijn behandelmethoden voor mensen met autisme die effect hebben, stelt kinder- en jeugdpsychiater Wouter Staal in zijn oratie op 4 mei. Maar nog niet duidelijk is welke behandeling bij wie het effectiefst is.
De mens overleeft, net als elke andere soort, door zijn vermogen zich aan te passen. ‘Daarom beschikt de mens over een set aan eigenschappen die zich voortdurend ontwikkelt’, legt Staal uit. ‘Die eigenschappen zijn ongelijk verspreid over de soort, wat nodig is om variatie te houden. Die variatie is weer nodig voor een zo snel mogelijke aanpassing aan een veranderende omgeving. Sommige mensen profiteren sterk van die ongelijke spreiding, andere juist niet.
Classificatie-criteria
Eigenschappen die in de huidige samenleving nodig zijn om te overleven zijn het vermogen tot communiceren en samenwerking, het filteren en integreren van grote hoeveelheden informatie en flexibel om kunnen gaan met wisselende concepten en ideeën. Staal: ‘De classificatie-criteria voor een autismespectrumstoornis zijn daarentegen: moeizame sociale communicatie en interactie, inflexibiliteit, inclusief een hekel hebben aan verandering, herhalingspatronen in gedragingen, beperkte interesses en weinig activiteiten.' Voor een ‘harde’ diagnose moeten ze een beperking in het functioneren tot gevolg hebben; mensen met - licht - autistische trekken kunnen het ver schoppen in de maatschappij.
Hersenen kunnen zich blijven ontwikkelen
Gelukkig zijn de hersenen niet statisch. Zo zijn de criteria van autisme bij 10 tot 20% van de autistische kinderen niet meer van toepassing als ze volwassen zijn. Helaas komen er dan vaak wel andere stoornissen voor in de plaats zoals ADHD, of angst- of gedragsstoornissen. Ook is inmiddels bekend dat hersens die worden getraind nieuwe of sterkere verbindingen kunnen leggen. Aangezien er geen medicijnen zijn tegen autisme, is dat goed nieuws.
Betere behandeling mogelijk
Hoewel dus vaststaat dat mensen met een autismespectrumstoornis vooruitgang kunnen boeken zodat ze minder beperkingen kennen, is nog veel verbetering in de behandeling mogelijk. Staal: ‘De diverse behandelcentra bieden nu een of enkele methoden aan die wel werken maar waarover ook nog veel vragen bestaan: welke behandeling is voor wie geschikt, hoe intensief moet de behandeling zijn qua duur en frequentie, welk effect hebben leeftijd en geslacht op de behandeling, en wat is een geschikt alternatief als een behandeling onvoldoende of niet aanslaat? Gelukkig werken de centra steeds beter samen. Ik zie het als een belangrijke taak die samenwerking verder te helpen.’
Diverse functies
Staal heeft een goede uitgangspositie want naast - part time - hoogleraar in Leiden is hij tevens hoogleraar Kinderpsychiatrie in het Radboudumc en het daaraan verbonden behandelcentrum Karakter, onderzoeker bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) en de gelieerde oudervereniging Balans.
De prijs van het aanpassingsvermogen
‘Mensen met een autismespectrumstoornis betalen de prijs voor het aanpassingsvermogen van de mensensoort’, aldus Staal. Het motiveert hem in zijn streven de behandelmethoden te verbeteren en het voor degenen die lijden aan de stoornis mogelijk te maken beter te functioneren.
Oratie van prof.dr. W.G. Staal
Autismespectrumstoornissen: neurobiologie, neurocognitie en behandeling
4 mei 2018
(CH)