Een mondiaal belastingverdrag
Multinationals spelen in op gaten in belastingverdragen die staten met elkaar hebben gesloten. Een oplossing om deze gaten in één klap te dichten is het opstellen van een centraal, mondiaal verdrag. Of zo’n megaverdrag haalbaar is wordt in Leiden onderzocht.
Gaten in fiscale regelgeving
Belastingverdragen tussen landen werden oorspronkelijk opgesteld om dubbele belastingheffingen te voorkomen en bedrijven te stimuleren om economische activiteiten over de grenzen te ontplooien. Tot een aantal jaar geleden werden deze verdragen vooral onderzocht op overlap in regelgeving. Maar dikwijls zitten er ook gaten in de afspraken tussen landen waarop multinationals inspelen. Zo'n gat treedt bijvoorbeeld op bij hybride entiteiten: ondernemingen die door de staten waarin ze gevestigd zijn fiscaalrechtelijk verschillend worden gekwalificeerd. Zo gebeurt het dat de ene staat – die zijn eigen nationale regels toepast – een onderneming niet aanduidt als zakelijk belastingbetaler. In zo’n geval laat het de belastingheffing over aan een andere staat, bijvoorbeeld die staat waar de aandeelhouders of partners zijn gevestigd. Als de andere staat hetzelfde zou doen, zal in geen van de betrokken staten belastingheffing plaatsvinden.
Wereldwijd 4000 belastingverdragen
Om dit soort gaten in de fiscale regelgeving tussen landen op te vullen, moeten verdragen worden aangepast. Er bestaan wereldwijd bijna 4000 bilaterale belastingverdragen. ‘Als je ze allemaal wilt aanpassen om ze te laten aansluiten op de huidige maatschappelijke normen en waarden, dan zouden verdragsonderhandelaars met hun koffertje de wereldrond moeten reizen om in alle partnerlanden onderhandelingen te voeren. Dat is natuurlijk ondoenlijk’, aldus onderzoeker Dirk Broekhuijsen. De vraag is of en hoe je het voor elkaar kunt krijgen om alle verdragen in één keer aan te passen.
Megaverdrag
Een veelbelovende oplossing is het multilaterale verdrag, ook wel het ‘megaverdrag’ genoemd. Een complicerende factor is dat het bestaande internationale belastingrecht is gebaseerd op bilaterale verdragen. Deze geven de meeste ruimte voor maatwerk; een door Nederland gesloten belastingverdrag met België ziet er anders uit dan het belastingverdrag met Ethiopië, omdat er in beide situaties heel andere belangen op het spel staan. Een megaverdrag is volgens Leidse onderzoekers alleen haalbaar als in het ontwerp van het verdrag ruimte wordt gemaakt voor landen om bilaterale afspraken op te nemen.
Politieke wil
Het onderzoek naar deze vraag is extra relevant omdat er op dit moment in de wereld veel politieke wil is om naar zo'n oplossing toe te werken. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is begonnen met een project over dit onderwerp. De G20-landen hebben begin dit jaar ook een opdracht gegeven aan de OESO om zo'n mega-belastingverdrag op te stellen. Broekhuijsen: 'Of die G20-landen dat mega-verdrag uiteindelijk ook gaan accepteren is op dit moment nog maar zeer de vraag. Niemand weet nog wat er precies in komt te staan, dus er is nog een lange weg te gaan.'