Burgerschap: verhouding tussen burgers en de staat
Leidse wetenschappers onderzoeken in hoeverre Aziatische burgers in de praktijk aanspraak kunnen maken op rechten, die ze op papier hebben. Aan de hand van die kennis adviseren ze overheden en NGO's hoe de situatie voor (vooral arme) burgers verbeterd kan worden.
Verscheidene landen in Azië zijn bezig met het opbouwen van een democratische rechtstaat. Dit is een ingewikkeld proces: waar 'op papier' alle burgers binnen een natie dezelfde rechten hebben, pakt dat in de praktijk heel anders uit. Zeker als arme burger is het soms moeilijk om te krijgen waar je recht op hebt. Dit speelt op diverse vlakken. Denk aan gezondheidszorg, eigendom van grond of echtscheidingen. Het proces is zo ingewikkeld omdat allerlei factoren een rol spelen, waaronder etnische en religieuze diversiteit, zwakke rechtshandhaving, een grote afstand tussen de centrale overheid en de burger, en grote verschillen tussen regio's binnen een land. Donoren zoals NGO's ondernemen allerlei initiatieven om de democratische rechtstaat te versterken en toegang tot recht voor burgers transparanter en eerlijker te maken. Om dat te kunnen, moet je eerst heel goed weten welke problemen er spelen. Versterking van de rechtstaat is een ingewikkeld proces, dat niet alleen draait om het vergroten van kennis en kunde, maar ook vereist dat machtsongelijkheid en belangenstructuren worden aangepakt.
Echtscheidingen in Indonesië
Zo keken promovendus Stijn van Huis en hoogleraar Recht en Samenleving in Indonesië Adriaan Bedner naar de rechtspositie van Indonesische vrouwen bij echtscheidingen. In hoeverre kunnen deze vrouwen de rechten die ze hebben realiseren? "Officieel kunnen echtscheidingen alleen plaatsvinden voor de rechtbank. De rechter dient er ook voor te zorgen dat vrouwen na een scheiding bijvoorbeeld alimentatie krijgen. Veel internationale donoren vinden die toegang tot de rechter daarom heel belangrijk, want zij gaan er van uit dat vooral arme vrouwen sterk afhankelijk zijn van de financiële bijdrage van hun ex. Wij zijn begonnen met de vraag of de uitgangspunten van dit model wel kloppen."
Al snel bleek dat veel vrouwen na een scheiding teruggaan naar hun ouders omdat ze daar financieel beter af zijn. Bedner: "Veel huwelijken hebben vooral een economische basis; scheidingen komen erg veel voor – zeker in West Java waar wij onderzoek deden – en de reden is meestal dat een echtgenoot niet genoeg geld inbrengt. In dit soort gevallen heeft het voor vrouwen niet zoveel zin om naar een rechtbank te gaan want alimentatie kan die man toch niet betalen."
Vervolgens was de vraag wat dit betekent voor vrouwen die niet scheiden in de rechtbank maar later wel opnieuw willen trouwen. "Als er in het tweede huwelijk geen kinderen zijn, vinden mensen het vaak niet nodig om dat huwelijk te registreren. Zolang het huwelijk naar Islamitische regels is gesloten wordt dat door een gemeenschap als geldig beschouwd. Maar als er tijdens het tweede huwelijk wél kinderen komen willen de partners een officiële registratie waaruit blijkt dat het kind niet buiten huwelijk is geboren. Zo’n geboortebewijs is steeds belangrijker, om naar school te kunnen, een bankrekening te openen, te trouwen, te stemmen, een baan te krijgen en voor sociale bijstand en gezondheidszorg. Officieel mag het kantoor voor huwelijkszaken van Moslims een tweede huwelijk niet registreren als de echtscheiding in het eerste huwelijk niet voor de rechtbank heeft plaatsgevonden. Wat dan vaak gebeurt is dat de betreffende ambtenaar het nieuwe huwelijk tóch registreert. Maar als andere instanties, zoals bijvoorbeeld de algemene burgerlijke stand die geboorteakten uitgeeft, erachter komen dat er met zo'n registratie gesjoemeld is dan is er een probleem. In dat geval stappen veel vrouwen toch naar de rechtbank. Die spreekt dan normaal gesproken met terugwerkende kracht de echtscheiding uit, als tenminste aan de officiële voorwaarden is voldaan. In praktijk worden veel problemen dus heel pragmatisch opgelost."
Naar de rechtbank: stimuleren of afdwingen?
Veel vrouwenactivisten in Indonesië vinden dat er strenger toezicht moet zijn op echtscheidingen. Sommigen hebben voorgesteld dat de echtscheiding met terugwerkende kracht wordt verboden en dat er boetes moeten komen voor huwelijken die niet volgens de regels worden geregistreerd. De vrouwen die dit bepleiten komen voornamelijk uit de middenklasse en hebben zelf wél belang bij een officiële scheiding. Hun echtgenoten hebben meestal wél een inkomen waar beslag op kan worden gelegd na een alimentatieuitspraak die niet wordt nageleefd en zij willen niet dat hun echtgenoten stiekem een polygaam huwelijk aangaan. Maar de grote meerderheid van de vrouwen in Indonesië is afkomstig uit lagere klassen. Zij hebben geen behoefte aan een gang naar de rechtbank: de reis kost geld, rechtbanken zijn vaak ver weg en het levert hen vaak niets op.
Een van de vragen waarmee de overheid op dit moment worstelt, is of ze een gang naar de rechtbank aantrekkelijker moeten maken of moeten afdwingen. Om die discussie zuiver te kunnen voeren, moet je goed op de hoogte zijn van de situatie, de motivatie van mensen en de voor- en nadelen van de verschillende systemen. Door samenwerking met Indonesische onderzoekers, NGO’s en de Indonesische overheid worden de resultaten van dit soort onderzoek gedeeld en bediscussieerd. Bedner: “Vaak hebben de vrouwenrechtenactivisten met wie wij werken in eerste instantie heel andere ideeën over de situatie. We proberen hen door onze bevindingen te overtuigen om naar alternatieve maatregelen te zoeken.”