Academische Pabo (BSc&BEd)
Studieprogramma
Als toekomstig academisch leerkracht werk je aan de ontwikkeling van je professionele vaardigheden en theoretische kennis. Vanaf het eerste tot en met het laatste jaar loop je stage op de basisschool. Zo bouw je vanaf het begin van de opleiding praktijkervaring op en kun je de leerstof ook direct in de praktijk inzetten. Hieronder kun je de vakken van de universiteit bekijken.
Meer weten over je onderwijs aan de Hogeschool Leiden?
De Academische Pabo is een samenwerking tussen de Universiteit Leiden en de Hogeschool Leiden. Je volgt elke week onderwijs op de universiteit en de hogeschool. Bekijk hier de website van de Hogeschool Leiden om meer te leren over het onderwijs aan de hogeschool.
Vak | EC |
---|---|
Argumentatie: kritisch denken en logisch redeneren | 4 |
Bachelorproject Academische Pabo | 15 |
Onderwijs ontwerpen | 5 |
Modellen en strategieën voor orthopedagogisch handelen | 5 |
Een aantal universitaire vakken uitgelicht
Opvoeding, onderwijs en hulpverlening: alle terreinen waarop pedagogen werken en onderzoek doen, komen aan bod. Wat gebeurt er tijdens de opvoeding, wat kan daarbij misgaan en hoe komt dat? Waarom hebben sommige kinderen leerproblemen en andere niet? Je bestudeert de verklaringen die onderzoek naar deze vragen heeft opgeleverd. Je leert hoe je die kunt vertalen naar bruikbare adviezen voor ouders, kinderen, scholen en andere organisaties.
Van pasgeborene tot kind en van volwassene tot oudere: een mens ontwikkelt zich emotioneel, sociaal, motorisch, intellectueel en lichamelijk in elke fase. Een kleuter leert bijvoorbeeld schrijven en rekenen, maar ook initiatieven ontplooien. Een basisschoolleerling ontwikkelt zijn zelfvertrouwen en leert te denken in logische relaties.
Opvoeden is een morele plicht. (Professionele) opvoeders moeten echter ook werken volgens voorgeschreven procedures en in wettelijke kaders. In dit vak maak je kennis met het civiele jeugdrecht (o.a. ouderschap, voogdij, afstamming), het jeugdstrafrecht (straffen en maatregelen) en het administratief jeugdrecht (wet op de jeugdhulpverlening).
In het eerste jaar is er op de pabo veel aandacht voor kennis en vakdidactiek. Ook krijg je onderwijskundig/didactische trainingen, gericht op je functioneren in de onderwijspraktijk.
Je krijgt les in:
- taal
- rekenen
- schrijven
- mens & wereld
- kunstzinnige oriëntatie
- filosofie
- Engels
Het pabo-gedeelte van de Academische Pabo is vooral gericht op het ontwikkelen van inhoudelijk en didactisch vakmanschap in de vakken op de basisschool. Je doet kennis op over het ontwerpen van onderwijs dat aansluit bij de verschillende talenten, interesses en niveaus van de leerlingen. Daarbij leer je niet alleen leerstof over te brengen, maar ook hoe je kinderen in een actieve leerrol brengt.
Ook ontdek je hoe je leersituaties verrijkt, zodat kinderen nieuwsgierig wordenen zelf op onderzoek uitgaan. Verder komt de pedagogische rol van de leerkracht aan de orde. Je verdiept je in de vraag hoe je kunt zorgen voor een veilige en uitdagende leeromgeving. Je leert hoe je – aanvullend op de rol van de ouders – jouw rol als opvoeder kunt invullen.
De kennis die je op de pabo en bij Pedagogische Wetenschappen opdoet, leer je meteen in de praktijk toe te passen: vanaf de eerste week loop je stage in het basisonderwijs. Verspreid over de opleiding maak je kennis met onder-, midden en bovenbouw van de school.
Tutoraat
Verder vormt het tutoraat een belangrijk onderdeel van je opleiding. Onder begeleiding van twee vaste tutoren: één
van de pabo en één van de universiteit - ontwikkel je tijdens de tutoraats- en studiewerkgroepbijeenkomsten professionele, academische en studievaardigheden. Ook wordt hier veel aandacht besteed aan het in verband brengen van de wetenschappelijke inzichten die je opdoet met de onderwijspraktijk. Je hebt veel contacturen en daarnaast maak je thuis nog opdrachten, bereid je je voor op colleges en studeer je voor tentamens. De Academische Pabo neemt 40 uur per week in beslag.
De dag van Pien Verver
Student Academische Pabo
'Ik sta op om 8 uur, maak een ontbijt en ga op de fiets naar de faculteit. Om 9 uur hebben we een hoorcollege ‘Inleiding in de ontwikkelingspsychologie’. Vandaag gaat het over hoe kinderen hun genderidentiteit ontdekken en zich daarin ontwikkelen.
Na het hoorcollege heb ik twee uur pauze en omdat ik dichtbij woon, fiets ik even naar huis om te lunchen en wat stof door te kijken voor het volgende vak.
Om 13.00 uur hebben we tutoraat over consequent handelen in de klas: kun je het beste straffen of belonen? Het zijn onderwerpen die met de praktijk te maken hebben, en tegelijkertijd worden onderbouwd met wetenschappelijke theorieën.
Morgen heb ik stage, dus vandaag ga ik de laatste puntjes op i zitten voor mijn lessen. Ik geef morgen een natuurles, en moet nog wat voorwerpen verzamelen om een proefje te kunnen doen.
Om 18.00 uur eet ik thuis met huisgenoten. Ik woon in een huis met zes andere meiden. Heel gezellig, vaak blijven we ’s avonds ook lekker kletsen.
Om 23.00 uur pak ik mijn tas in en smeer ik mijn brood. Morgen moet ik al vroeg op om de bus te halen naar mijn stageschool.'