Thuiswerken tijdens corona: Paul van Trigt
Inmiddels werken we ruim 8 maanden grotendeels vanuit huis. Hoe vergaat het de medewerkers van het Instituut voor Geschiedenis? Paul van Trigt deelt zijn ervaring.
Jij werkt nu vanuit huis? En lesgeven gaat zeker online? Met enige regelmaat krijg ik deze vragen op me afgevuurd. En steeds weer moet ik ze ontkennend beantwoorden. Nee, ik werkte altijd al veel vanuit huis en nee, in Leiden kan ik nog steeds op de campus lesgeven – zij het met een webcam. Soms voel ik me bijna schuldig: de impact van de pandemie op mijn leven is zo gering. Toch is die impact er wel en zie ik die overal om mij heen.
Zo deel ik de keukentafel waaraan ik werk tegenwoordig met mijn vrouw, die sinds maart enkel nog vanuit huis gewerkt heeft. Wel gezellig eigenlijk, al word ik iets meer in de gaten gehouden. Muziek luisteren tijdens het werken, dient bij voorkeur niet gepaard te gaan met headbangen. De zorg voor onze dochters (van 6, 9 en 11 jaar) is tijdens de pandemie niet echt veranderd, behalve in de periode waarin ze niet naar school konden natuurlijk. ’s Morgens ontbijten we met elkaar en dan fietst één van ons met hen naar school. Halverwege de middag halen we ze weer op. Als ze thuis zijn of elders spelen, werken we vaak nog lichtjes door en ook ’s avonds kruipen we geregeld achter onze laptops voor werk of een film – maar dat was voor mij altijd al zo.
Woensdag is anders: dan ben ik in Leiden. Momenteel geef ik daar twee colleges: een wekelijks uitje. Het is erg fijn dat het nog steeds mogelijk is om op de campus les te geven. Op het instituut is het natuurlijk wel erg stil. Dat had ik me anders voorgesteld. Na een postdoc project met veel bezoeken aan het buitenland en thuis schrijven, ben ik vanaf 1 augustus UD Sociale Geschiedenis. Ik heb echter nog niet eens kunnen lunchen met mijn ESG collega’s! Tegelijkertijd ben ik, zoals veel anderen, verbaasd over de mogelijkheden online. Zo gaf ik een presentatie in Canada zonder te hoeven reizen. Ook merk ik dat ik eenvoudiger kan afspreken met een aantal mensen met een handicap of chronische ziekte met wie ik samenwerk. Ik hoop zowel voor hen als ook voor studenten met een handicap of chronische ziekte dat de huidige situatie een aantal blijvende inclusieve gevolgen heeft.
Corona geeft, tot slot, ook veel te denken. Denkwerk over de ongelijkheid waarmee de pandemie mensen treft, over wat opeens wel kan, over maatschappelijke vooroordelen die bloot komen te liggen, over de verwevenheid van mensen met elkaar en met de natuur, over het belang van lichamelijkheid en het ‘sociale’ – ook voor zogenaamd individualistische en rationalistische wetenschappers. Het is te vroeg om te stellen dat de pandemie de wereld veranderd heeft, maar ik merk al wel dat het mijn denken over onderzoek bepaalt. Zo inspireerde een recent voorval bij mijn oudste dochter in de klas mij tot nieuw onderzoek. Een Russisch-orthodox meisje stelde daar namelijk dat in de Bijbel staat dat vaccineren niet mag van God. Mijn dochter had, protestants opgevoed als ze is, gevraagd waar dat dan stond. Voor mij lichtte hier iets op van de multireligieuze samenleving waarin mijn kinderen opgroeien en waarover ik vaak zo weinig lees. Dankzij het research trainee programma van de faculteit kan ik samen met religiehistoricus Tom-Eric Krijger en studenten binnenkort onderzoek gaan doen naar religieuze reacties op pandemieën in heden en verleden. Misschien blijft het bij dit projectje, maar het zou me niet verbazen als de pandemie mijn onderzoeksagenda nog verder zal kleuren.