Europese topambtenaar Paquet ontmoet Leidse onderzoekers
Jean-Eric Paquet, een van de directeuren-generaal van de Europese Commissie, bracht op 20 februari een bezoek aan de Universiteit Leiden. Hij was onder de indruk van de gedrevenheid van de wetenschappers, de grote diversiteit aan onderwerpen die zij onderzoeken en de kracht van de samenwerking in het Leiden Bio Science Park.
Paquet is directeur-generaal van de directie Wetenschap en Innovatie van de Europese Commissie. Bij zijn bezoek aan Leiden maakte hij onder meer kennis met vijftien onderzoekers van de universiteit die werken met een subsidie van de European Research Council (ERC). ’s Middags bezocht de Fransman het Leidse Bio Science Park. Paquet werd een groot deel van de dag vergezeld door ambtenaren van de ministeries van onderwijs en economische zaken.
Overweldigend aantal onderzoekers
‘Als ik een universiteit bezoek, zie ik meestal maar een of twee onderzoekers, dus dit aantal is best overweldigend’, zei Paquet toen hij tussen de wetenschappers zat in het Academiegebouw. Hij sprak daar met verschillende Leidse onderzoekers met een ERC-subsidie - aan de Universiteit Leiden werken 91 onderzoekers met deze beurs van 1,5, 2 of 2,5 miljoen euro - of een Marie Curie Fellowship, een andere Europese beurs. De bijeenkomst werd geleid door Eveline Crone, de Leidse hoogleraar Ontwikkelingspsychologie en lid van de wetenschappelijke raad van de ERC. Paquet wilde vooral ook horen welke zorgen, kritiekpunten en uitdagingen de wetenschappers zien. ‘Dat vertelt niemand tegen mij.’ Maar de onderzoekers blijken vooral blij met en enthousiast over de subsidies.
Subsidie geeft ruimte
‘Het onderzoek dat ik doe is cool,’ zei Bernhard Hommel, hoogleraar algemene psychologie. ‘Maar de beurs is vooral op persoonlijk vlak een life changer geweest.’ Met een ERC Advanced Grant van 2,5 miljoen euro doet hij onderzoek naar de manier waarop wij bepalen hoe groot de invloed is van doelen stellen op ons gedrag. Hommel kwam twintig jaar geleden uit Duitsland naar Nederland, en werd vrij wanhopig toen bleek dat hij door zijn leeftijd voor geen enkele wetenschappelijke subsidie in aanmerking kwam. De ERC-subsidie brengt rust, zei Hommel. Hij heeft en gunt zichzelf meer tijd om na te denken, en kan dankzij de subsidie onder meer met een internationaal team werken.
Nieuwsgierigheid als drijfveer
Sterrenkundige Frans Snik is blij dat het bij de ERC-subsidies niet zozeer gaat om het nut of de economische noodzaak van een onderzoek, maar om ‘pure nieuwsgierigheid’. ‘De ERC subsidieert ook riskant onderzoek. Ze hebben duidelijk vertrouwen dat wetenschappers iets goeds doen met het geld, en dat vertrouwen is er niet overal.’ Snik kreeg 1,5 miljoen euro voor zijn onderzoek. ‘Dit project zet mij op het pad in de richting van de ontdekking van primitief buitenaards leven, binnen nu en dertig jaar’.
Met het geld betaalt hij zijn eigen salaris en dat van een aantal medewerkers. Zijn onderzoeksteam ontwikkelt onder meer innovatieve optische elementen voor telescopen, waarmee je exoplaneten kunt ontdekken die rond sterren cirkelen. ‘We kunnen gigantisch veel sterren onderzoeken, en we weten nu dat er nog meer planeten dan sterren bestaan in het heelal. Ongeveer een op de vijf sterren heeft een planeet die lijkt op de aarde, mogelijk met vloeibaar water. Als er ook zuurstof is, dan is er waarschijnlijk ook leven’, aldus Snik.
Samenwerkingen met het Bio Science Park
Na de lunch maakte Paquet met zijn gezelschap een korte rondrit over het Bio Science Park, dat tot de vijf grootste life science-terreinen behoort van Europa. Er zijn meer dan 150 bedrijven gevestigd en er komen dagelijks 19.000 mensen - werknemers en studenten. De plannen zijn ambitieus. Het park groeit verder door - er komen meer bedrijven en andere voorzieningen zoals woningen, restaurants en ruimtes voor evenementen. In 2025 werken er 25.000 mensen.
Bij het bedrijf Janssen, onderdeel van het Amerikaanse concern Johnson & Johnson, werden presentaties gegeven van concrete resultaten van de samenwerking tussen bedrijven en wetenschappers op het park, zoals de ontwikkeling van een malariavaccin in het LUMC en de organen-op-een-chip van het nog jonge bedrijf Mimetas. Deze biologische orgaanmodellen worden onder meer gebruikt om medicijnen te testen.
Onder de indruk
Aan het einde van het bezoek zei Paquet dat hij onder de indruk is van hoe in Leiden de Europese subsidies worden besteed. ‘De gedrevenheid van de wetenschappers, de grote diversiteit aan onderwerpen die zij onderzoeken en de kracht van de samenwerking in het Leiden Bio Science Park vielen mij echt op.’
Tekst: Jeanet van Dijk
Fotografie: Marc de Haan
Mail de redactie