Dierwetenschappen en gezondheid
In de onderzoekslijn 'Dierwetenschappen en gezondheid' werken we met verschillende diersoorten om meer te weten te komen over fundamentele biologische processen in dier én mens.
Onderzoek met zebravissen
De zebravis is een belangrijk modelorganisme. Het is een kleine vissoort van drie tot vier centimeter die je vaak in tropische aquaria vindt. Hoewel zebravissen verder van de mens af staan dan zoogdieren, kan het onderzoek naar zebravissen fundamentele biologische kennis opleveren over bijvoorbeeld ziektes in de mens.
Het onderzoek met zebravissen gebeurt met embryo’s, larven en volwassen dieren. Het onderzoek met embryo’s en larven (leeftijd tot vijf dagen) valt weliswaar niet onder de Wet op de Dierproeven, maar we belichten dit omdat het een significant deel van ons onderzoek uitmaakt. Het onderzoek met volwassen dieren (leeftijd vanaf vijf dagen) is in omvang veel kleiner.
Zebravissen als model voor ziektes bij de mens
Zebravissen staan in ons onderzoek model voor de mens. Hiermee krijgen we inzicht in de biologische processen die betrokken zijn bij ziektes, zoals kanker en infectie- en ontstekingsziekten. Ook doen we fundamenteel onderzoek naar de ontwikkeling van dier en mens om inzicht te krijgen in de genetische en omgevingsfactoren die hieraan bijdragen. De inzichten uit dit type onderzoek maken het bijvoorbeeld mogelijk om op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden voor geneesmiddelenontwikkeling en behandeling van ziektes.
Zebravissen als model voor diergedrag
We doen ook onderzoek ten behoeve van dieren zelf. Zo gebruiken we volwassen zebravissen om de effecten van het toenemende, door de mens veroorzaakte geluid onder water op het gedrag en welzijn van zeeleven te onderzoeken.
Lees meer over dit onderzoek: Zebrafish personality, stress physiology and behaviour in the context of sound exposure.
Zebravissen om onderzoek te verbeteren
‘Door onderzoek naar het eerste stadium van medicijnontwikkeling kunnen we veel specifieker experimenten ontwerpen voor vervolgstudies. Zo kunnen proeven in larve vervolgstudies in zoogdieren vervangen en kunnen we studies verfijnen en beter opzetten.’
Verder onderzoeken we nieuwe screeningsmethoden voor geneesmiddelen en andere stoffen om te kijken of zebravissen kunnen dienen als een mogelijk alternatief voor muizen en andere knaagdieren. We onderzoeken voornamelijk of we embryo's en larven van de zebravis kunnen gebruiken. Bij deze dieren is het zenuwstelsel minder ontwikkeld. Hierdoor ervaren ze niet of veel minder pijn en stress en zijn ze een wenselijk alternatief voor proeven met oudere zebravissen of knaagdieren.
Ook doen we onderzoek dat ons meer leert over hoe je het beste dierproeven kunt doen en hoe je het beste test wat je ook daadwerkelijk wilt testen. Dit helpt ons gerichter onderzoek te doen waarbij we minder proefdieren hoeven te gebruiken.
Lees bijvoorbeeld meer over het onderzoek van medicijnwetenschapper Rob van Wijk.
Onderzoek met vogels
Bij de Universiteit Leiden werken we voornamelijk met zebravinken. Dit zijn kleine vogels die men ook vaak thuis houdt.
Gedrag en taalontwikkeling
Onderzoekers gebruiken zebravinken als modelsoort voor onderzoek naar het gedrag van vogels. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar partnerkeuze bij vogels, of naar hoe vogels leren, communiceren en informatie verwerken. Dit onderzoek helpt ons ook om meer te begrijpen over menselijke cognitieve processen, met name taalontwikkeling.
Zo onderzocht bioloog Katharina Riebel met een hightech robotvogeltje hoe jonge zebravinken leren zingen. Lees meer: Robotvogel geeft jonge zebravinken zangles.
Bioloog Michelle Spierings onderzoekt met vogels hoe ons vermogen tot spraak en muziek ontstaat en ontwikkelt. Lees meer: Veni-beurs voor Michelle Spierings: ‘Horen vogels ook tik-tok, of tok-tik?’
Vogels in het wild
Naast het onderzoek in onze onderzoeksfaciliteiten doen we ook veldonderzoek met vogels. Hiermee onderzoeken we de effecten van toenemend stads- en verkeerslawaai op de zang en het gedrag van vogels. Daarnaast onderzoeken we de rol van zang in het paarvormings- en territoriaal gedrag van vogels.
Lees ook: Vogels rondom vliegvelden mogelijk doof en agressief
Onderzoek met andere diersoorten
Incidenteel doen we ook onderzoek naar andere diersoorten. We werken met andere gewervelde dieren, zoals slangen en amfibieën. We onderzoeken slangen onder andere om inzicht in de evolutie te krijgen en om toepassingen te vinden voor het gebruik van hun gifstoffen. Amfibieën onderzoeken we om meer te weten te komen over ontwikkelingsprocessen en evolutie.
We gebruiken ook ongewervelde dieren voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Het gaat hierbij voornamelijk om insecten, maar ook inktvissen. Inktvissen zijn door hun unieke, sterk ontwikkelde zenuwstelsel veelgebruikte modelorganismen en daardoor goed gekarakteriseerd. Ons onderzoek richt zich op de samenwerking tussen de inktvis en de lichtgevende bacteriën in hun lichtorgaan. We willen op moleculair niveau begrijpen hoe deze unieke symbiose werkt.