Universiteit Leiden

nl en

Dierenwelzijn

We dragen en voelen een grote verantwoordelijkheid voor onze proefdieren. We willen ze dan ook een zo goed mogelijk leven geven. In onderzoeken vermijden en verminderen we het ongerief voor de dieren zoveel mogelijk. Hieronder lees je hoe dat er in de praktijk uitziet.

Het welzijn van de proefdieren is een gezamenlijke taak

Het waarborgen van het welzijn van dieren is een taak van iedereen: van de Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) tot manager en van onderzoeker tot dierenverzorger. De IvD Leiden besteedt daarom veel aandacht aan het organiseren en realiseren van een cultuur waarin we samen verantwoordelijk zijn voor de best mogelijke zorg en behandeling van onze proefdieren: de culture of care. We verzorgen alle dieren zo goed mogelijk en streven ernaar hen zo min mogelijk ongerief te geven. Daarbij is er voor alle collega's ruimte om te praten over het werk, om zorgen te uiten en om steeds na te denken over hoe we ons onderzoek met dieren verder kunnen verbeteren.

Op die manier zorgt de IvD ervoor dat alle dierproeven binnen de Universiteit Leiden op verantwoorde wijze gebeuren. Daarbij hebben we veel oog voor dierenwelzijn en stellen we hoge eisen aan de kwaliteit van het onderzoek.


De verzorging van proefdieren

Alleen gediplomeerde dierenverzorgers verzorgen de dieren. Alle verzorgers en biotechnici hebben een drie- of vierjarige opleiding tot dierverzorger of biotechnicus gevolgd. Zo kunnen ze de dieren een optimale verzorging bieden. De dierverzorgers hebben ook een extra aantekening voor het werken met proefdieren. Dit is het art. 13f2 certificaat. Sommige dierverzorgers hebben daarnaast nog een extra training of specialisatie gevolgd om een beperkt aantal biotechnische behandelingen te kunnen uitvoeren. Denk daarbij aan injecties, het afnemen van een bloedmonster of het markeren van dieren.

Dagelijks controleren de verzorgers of alle dieren voldoende water en voer hebben en of ze levendig en gezond zijn. Dit doen zij ook tijdens weekenden en feestdagen. Door hun ervaring en expertise kunnen ze abnormaal gedrag snel vaststellen. De verzorgers registeren hun bevindingen in welzijnsdagboeken.

Dierongerief: ongemak en pijn

In dierexperimenten is altijd sprake van een vorm van ongerief. Dit betekent niet per se dat dieren pijn hebben: met ongerief bedoelen we alle vormen van verminderd welzijn.

Dat kan inderdaad pijn zijn, maar ook stress of angst. Bij het bedenken van een experiment doen we ons best dit ongerief tot een minimum te beperken. Denk bijvoorbeeld aan pijnbestrijding of het onder verdoving uitvoeren van handelingen, zodat het dier zo min mogelijk last ondervindt. In de meeste van onze onderzoeken ondervinden de dieren licht ongerief (ca. 90%), in ongeveer 8% gaat het om matig ongerief. In een enkel geval (minder dan 1%) is er sprake van ernstig ongerief. Je kunt de exacte cijfers terugvinden op onze pagina Feiten en cijfers over dierproeven.

Bij licht ongerief kun je denken aan het inbrengen van een naald, een kort roesje of een paar dagen alleen in een kooi zitten. Bij matig ongerief kun je denken aan een operatie, het ondergaan van verschillende injecties of een langere tijd alleen in een kooi zitten. Ernstig ongerief betekent dat een dier langere tijd matig ongerief ondervindt.

Wat gebeurt er na afloop van een dierproef?

De meeste proefdieren worden na afloop van een dierproef gedood. Dit hangt af van de vraag die de onderzoeker wil beantwoorden en wat er daarvoor nodig is. Als er bijvoorbeeld organen nodig zijn, kan een dier daarna niet blijven leven. Er zijn ook andere redenen waarom een proefdier wordt gedood. Bijvoorbeeld omdat we het welzijn op de lange termijn niet kunnen garanderen, of omdat het dier genetisch gemodificeerd is. Genetisch gemodificeerde dieren mogen niet elders gehuisvest worden.

In een enkel geval is het mogelijk om dieren aan te bieden voor adoptie. Dit is bijvoorbeeld het geval voor dieren die we alleen voor de fok hebben gebruikt. Het gaat voornamelijk om zebravinkjes. Bij adoptie worden alle dieren gezien door de dierenarts en vergewissen we ons ervan dat de nieuwe eigenaar voldoende kennis en aandacht heeft om goed voor deze ex-proefdieren te zorgen.

Vragen over het welzijn van onze proefdieren?

Mocht je meer willen weten of het welzijn van onze proefdieren, zoals de eisen die wij hieraan stellen, neem dan contact op met de IvD Leiden.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.