Wreedheden: wanneer grijpt de wereld in?
Het oplossen van wereldwijde problemen vergt kennis van theorie én praktijk. Hoe neemt de internationale gemeenschap bijvoorbeeld beslissingen over militair ingrijpen? En waarom is dat zo'n complex proces? Hoogleraar Herman Schaper vertegenwoordigde Nederland bij de Verenigde Naties en de NAVO. Hij biedt collega's en studenten waardevolle inzichten in de raderen achter internationale besluitvorming.
De worsteling over militaire interventie
Uit allerlei brandhaarden in de wereld horen we dezelfde noodkreet, gericht aan de wereld: help ons. Waarom komt de internationale gemeenschap dan toch zo moeizaam in actie? Hoogleraar Herman Schaper deed niet alleen veel juridische kennis op over dit vraagstuk, maar zat als diplomaat ook dicht op het vuur van de internationale besluitvorming.
Schaper is onder meer expert op gebied van militaire interventies. 'De internationale gemeenschap worstelt continu met de vraag wanneer militair ingrijpen gerechtvaardigd is. Na een lange godsdienstoorlog werd in 1648 in Europa hierover het beginsel geformuleerd: een land is soeverein, en andere landen mogen zich niet mengen in binnenlandse aangelegenheden van een staat. Steeds belangrijker werd de ontwikkeling dat gebeurtenissen in het ene land het andere land raken. Dan kan het gerechtvaardigd zijn om toch in die soevereine staat in te grijpen als het daar helemaal mis gaat.'
Responsibility to Protect
Een belangrijk modern middel om volgens het internationaal recht militair in te grijpen, is een besluit van de VN Veiligheidsraad. 'In 2005 kwam de VN een stap verder bij het vinden van gronden voor zo'n besluit met de formulering van het Responsibility to Protect-beginsel (R2P): een vorst of regering heeft de verantwoordelijkheid om zijn eigen volk te beschermen tegen genocide, etnische zuivering, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. En als de regering in zo'n land niet tegen deze zaken optreedt, of erger nog, zelf daarvoor verantwoordelijk is, mag de internationale gemeenschap ingrijpen. R2P heeft inmiddels in een aanzienlijk aantal gevallen ervoor gezorgd dat men het eens werd over ingrijpen, onder meer in Libië en Ivoorkust. Maar R2P levert ook discussie op. De laatste jaren komen Rusland en China in opstand tegen R2P met als argument dat dit principe door de Veiligheidsraad wordt misbruikt om regeringen omver te werpen.'
Meespelen op het wereldtoneel
Naast theoretische kennis bezit Schaper een schat aan praktijkervaring. Toen hij tussen 2009 en 2013 Permanent Vertegenwoordiger bij de VN in New York was, was Nederland geen lid van de VR. 'Toch kun je ook in zulke tijden als klein land meespelen op het wereldtoneel. Geregeld gaan er vertegenwoordigers van landen in groepjes buiten de stad informeel brainstormen over militaire en andere interventies. Afhankelijk van je positie kun je als land aanschuiven aan onderhandelingstafels en brainstormen in groepjes. Heb je als land goede ideeën en ervaring op een bepaald gebied, en je laat zien dat je wat doet -zoals geld of militaire steun leveren-, dan kun je problemen definiëren en oplossingen aandragen. Uit dit soort sessies zijn hele mooie resultaten geboren. Zoals de geboorte van de Millennium Goals en - verder terug - de zogeheten peace keeping missions. Deze vredesmissies vinden nu veel plaats, terwijl de term in het oorspronkelijke VN Handvest niet voorkomt. Ook kan een klein land een rol spelen als lid, of zelfs voorzitter, van een zogeheten group of friends voor bepaalde onderwerpen. Zo is Nederland (co-)voorzitter van de groups of friends inzake R2P en food security. En ten slotte speelt Nederland natuurlijk een rol als lid van de EU, die in een groot aantal gevallen als één blok optreedt.'
Schaper geeft zijn kennis door via onderwijs en lezingen. Ook is hij voor D'66 lid van de Eerste Kamer. Hij vind deze functie op een aantal punten vergelijkbaar met zijn werk als Permanent Vertegenwoordiger. 'Onlangs hadden we een bijeenkomst met politici en experts over Europese veiligheid. Er komt misschien een Europese Defensie-Unie, waarbij landen samenwerken, technologie delen en gezamenlijk militaire missies uitvoeren. De kennis die we zo opdoen gebruiken we voor discussies binnen de partij en met andere groeperingen.'