Materiaal: de moeder van innovatie
Niet het vernuft van de mens, maar materialen zijn de bron voor innovatie en vooruitgang. Dat concludeert archeoloog Maikel Kuijpers op basis van zijn onderzoek naar vakmanschap en materiaalbewerking in de Vroege Bronstijd.
'Veel Westerse mensen weten niet meer hoe voorwerpen of materialen werken, of hoe ze dingen moeten repareren of vervaardigen. Sinds de Verlichting worden in onze maatschappij vooral intellectuele capaciteiten gewaardeerd. Maar er zou meer waardering moeten komen voor de vaardigheid om met materialen om te kunnen gaan en iets te kunnen maken. Die vaardigheid is een bron van innovatie en vooruitgang. Met zo'n herwaardering betrek je bovendien groepen in de maatschappij die nu vaak – onterecht – een lagere sociale status hebben, zoals bouwvakkers of monteurs.' Deze conclusie trekt archeoloog Maikel Kuijpers op basis van onderzoek naar vakmanschap en metaalbewerking. Kuijpers richtte zich in eerste instantie op de Vroege Bronstijd. Naarmate zijn onderzoek vorderde, breidde zijn interesse naar vakmanschap zich uit naar de huidige tijd.
Gesprekken over vakmanschap
'Wat is vakmanschap? Hoe krijg je het, hoe draag je het over, en wat voor rol speelt het in samenlevingen?' Die vraag stelde Kuijpers zichzelf bij zijn onderzoek naar metaalbewerking in de Vroege Bronstijd, waarbij hij wilde weten hoe de eerste vormen van metaalbewerking ontstonden en hoe ze werden overgedragen. Een groot probleem daarbij was dat hij uiteraard geen vragen kon stellen aan vaklieden uit die tijd. Om meer over vakmanschap in het algemeen te weten te komen, en over het vakmanschap van bijlen uit de Bronstijd, sprak hij daarom met hedendaagse, jonge, hoogopgeleide ambachtslieden uit allerlei disciplines, zoals instrumentenmakers en meubelmakers.
Materiaal onderwijst de mens
Een van de inzichten die Kuijpers kreeg door die gesprekken, was dat veelvuldig experimenteren met materiaal een cruciale rol moet hebben gespeeld bij de vervaardiging van nieuwe producten en innovatie. 'Vaak wordt door archeologen een beeld geschapen waarbij mensen in het verleden zélf het vernuft of een soort vooropgezet plan hadden om materialen steeds beter te bewerken. Ik kwam erachter dat je alleen tot innovatie kunt komen door fysiek te gaan werken met het materiaal, alle zintuigen in te zetten en zo het materiaal beter te leren kennen. Het is bijna alsof het materiaal juist de mens leert hoe ze iets moeten maken, in plaats van andersom. Volgens mij is dat ook een van de redenen dat de materialen koper, tin en brons zo'n grote rol in de Bronstijd hebben gespeeld: het zijn materialen die goed 'vormbaar' zijn en zich goed kunnen voegen naar de wens van de maker.'
Een van de inzichten die Kuijpers kreeg door die gesprekken, was dat veelvuldig experimenteren met materiaal een cruciale rol moet hebben gespeeld bij de vervaardiging van nieuwe producten en innovatie. 'Vaak wordt door archeologen een beeld geschapen waarbij mensen in het verleden zélf het vernuft of een soort vooropgezet plan hadden om materialen steeds beter te bewerken. Ik kwam erachter dat je alleen tot innovatie kunt komen door fysiek te gaan werken met het materiaal, alle zintuigen in te zetten en zo het materiaal beter te leren kennen. Het is bijna alsof het materiaal juist de mens leert hoe ze iets moeten maken, in plaats van andersom. Volgens mij is dat ook een van de redenen dat de materialen koper, tin en brons zo'n grote rol in de Bronstijd hebben gespeeld: het zijn materialen die goed 'vormbaar' zijn en zich goed kunnen voegen naar de wens van de maker.'
Dat er daadwerkelijk veel werd geëxperimenteerd in de Vroege Bronstijd, toonde Kuijpers onder meer aan door 300 bijlen uit die tijd met elkaar te vergelijken. 'Ik concludeer dat die bijlen door veel verschillende mensen zijn gemaakt. Bovendien verschilt de kwaliteit van de bijlen enorm. Archeologen hebben soms de neiging om te doen alsof ieder gevonden object uit het verleden een toonbeeld van vakmanschap is, ik onderschrijf dat niet.'
Van fruitafval tot producten van leer
Kuijpers' interesse in de rol van materiaalkennis en vakmanschap heeft zich sinds zijn promotieonderzoek uitgebreid naar onze tijd. ‘Ik houd me bezig met de rol van vakmanschap in onze moderne samenleving. Pas door het materiaal grondig te onderzoeken, ermee te experimenteren, krijg je een idee van wat je met dat materiaal kunt doen. Creatief zijn met materialen is bovendien hard nodig omdat we roofbouw aan het plegen zijn op onze planeet. Gelukkig zijn er mensen die zich afvragen hoe we elk materiaal ten volste kunnen benutten. Zo zijn er ondernemers die fruitafval recyclen tot meubels en tassen van een op leer lijkend materiaal. Om tot zulke innovatie te komen, moet je materialen eerst goed leren kennen. Ik roep dus op tot een herwaardering van materiaal en vakmanschap in de hedendaagse Westerse samenleving.’ Uiteindelijk gaat dit ook om de vraag: wat beschouwen we als waardevolle kennis?