Uitvoering van Europees beleid
Leidse wetenschappers onderzoeken hoe Europees beleid wordt omgezet in nationale wetgeving. Dit biedt onder meer inspiratie aan beleidsmakers om, met inachtneming van Europese regels, hun doelstellingen te bereiken.
In Nederland hebben we, net als in andere lidstaten, te maken met de gevolgen van Europese regelgeving. De uitvoering is vaak aan de lidstaten opgedragen waarbij ook lagere overheden zoals gemeenten, waterschappen en provincies een aandeel hebben. De omzetting van Europese wetgeving in nationale wetgeving en de uitvoering ervan zijn belangrijke thema’s voor Leidse onderzoekers.
Kennis hierover geeft beleidsmakers inzicht in de aanpak die in verschillende landen bestaat. Dit levert inspiratie op voor alternatieve manieren om dezelfde doelstellingen te realiseren, maar ook inzicht in de vraag of de Europese regels overal met dezelfde intensiteit worden toegepast. Dat is natuurlijk belangrijk voor burgers, bijvoorbeeld in het geval van voedselveiligheid of internetaankopen, maar ook Nederlandse bedrijven die op de Europese markt zaken doen.
In de praktijk leidt dit geregeld tot problemen. Als er al daadwerkelijk omzetting van regelgeving heeft plaatsgevonden, worden deze lang niet altijd op de juiste manier uitgevoerd of gehandhaafd. Leidse onderzoekers zoeken naar de achtergrond van de ‘non-compliance’, want alleen als je weet waarom omzetting en uitvoering problematisch zijn, kun je de juiste oplossingen vinden.
Politieke spelletjes en de media
Het Europese beleid wordt in Brussel gemaakt. Onderzoekers binnen het Instituut Bestuurskunde bestuderen hoe dat beslissingsproces verloopt en krijgen zo meer inzicht in het verloop en de uitkomst van politieke onderhandelingen. Bernard Steunenberg, hoogleraar bestuurskunde, geeft aan dat daarbij niet alleen aandacht is voor het politieke spel, maar ook de invloed van belangengroepen en de media. Dit soort onderzoek maakt de ondoorzichtige Europese besluitvormingen begrijpelijker en kan nuttig zijn voor politieke onderhandelaars en het bredere publiek. Zo kan iedereen die te maken krijgt met Europees beleid begrijpen hoe dat wordt gemaakt en op welke wijze, via maatschappelijke organisaties of de ‘eigen’ overheid, daarop invloed kan worden uitgeoefend.
Nationale stoplichten?
Met de introductie van het Verdrag van Lissabon is meer aandacht gekomen voor de rol van nationale parlementen in de Unie. Nationale parlementen kunnen het de Commissie moeilijker maken een wetsvoorstel te lanceren door een ‘gele’ kaart op te steken. Verder houden nationale parlementen zich meer en meer bezig met Europese dossiers. Dat levert meer nationale discussie op. In onderzoek wordt nu verder uitgezocht hoe dat naar Europa uitwerkt. Draagt dit bij aan de versterking van legitimiteit? En levert dat een andere taakverdeling tussen Europa en nationale overheden op? Dit onderzoek draagt bij aan het versterken van de rol van de burger.