Het vluchtelingenprobleem
De vluchtelingenstroom in Europa vraagt om effectieve maatregelen. Leidse onderzoekers toetsen of deze maatregelen legaal zijn en houden beleidsmakers een spiegel voor.
Europa is momenteel in de ban van het vluchtelingenprobleem. Honderdduizenden vluchtelingen uit landen als Syrie, Irak of Afghanistan trekken naar Europa op zoek naar een beter bestaan. Op geen enkel thema wordt het politieke debat zo scherp gevoerd als ‘migratie’.
Bij de Griekse schuldencrisis lukte het de Europese leiders om boven zichzelf uit te stijgen en een oplossing te forceren. In de vluchtelingencrisis wordt het een slag moeilijker om tot een bevredigende oplossing te komen. Europese lidstaten mogen in Brussel dan wel een verdeelsleutel voor het herplaatsen van vluchtelingen afspreken, in de praktijk wordt deze afspraak slechts met mondjesmaat nageleefd. In Centraal-Europa worden zelfs hekken opgetrokken om de grote migratiestroom tegen te houden. Leidse onderzoekers houden beleidsmakers een spiegel voor: in het heetst van het debat is het soms makkelijk om de grondrechten, vooral die van migranten, uit het oog te verliezen. Jorrit Rijpma, universitair hoofddocent Europees recht, omschrijft de vluchtelingencrisis daarom ook wel als een crisis van het overheidsgezag. Regelmatig gebeuren er dingen die volgens Europeesrechtelijke kaders eigenlijk niet mogen, zoals het terugsturen van boten naar Libië of Turkije.
De Vietnamese les
De Leidse historicus Irial Glynn vergelijkt het beleid ten aanzien van bootvluchtelingen van Australië en Italië. Beide landen hebben te maken met vergelijkbare problemen, maar reageren daarop heel verschillend. Australië heeft overeenkomsten met kleine eilandstaatjes in de Stille Zuidzee: in ruil voor financiële steun wordt het Australische vluchtelingenprobleem aan deze eilanden uitbesteed en verkeren de bootvluchtelingen sindsdien in een juridische schemerzone. Italië heeft in de recente geschiedenis vergelijkbare overeenkomsten met Libië proberen te sluiten, maar werd teruggefloten door het Straatsburgse mensenrechtenhof.
Niet alleen kunnen we leren van deze vergelijking, ook teruggaan in de tijd levert inzichten op. Bootvluchtelingen zijn geenszins een nieuw verschijnsel: in de jaren zeventig van de twintigste eeuw vluchtten 2,5 miljoen mensen uit Vietnam. In 1979 slaagde een internationale conferentie er wél in om deze vluchtelingen over de wereld te ‘verdelen’. Zulke historische kennis kan uitstekend als toetssteen dienen in de huidige vluchtelingencrisis.
Europese veiligheidsstrategie
De vluchtelingenstroom heeft natuurlijk ook te maken met gewapende conflicten op verschillende plaatsen rondom Europa. Een belangrijk deel van de vluchtelingen komt uit Syrië en Irak, maar er is ook nog steeds sprake van een burgeroorlog in Libië. Verder is sprake van een onduidelijke situatie in het oosten van de Oekraïne. Onderzoekers binnen het Center for Global Affairs vinden dat Europa de eigen veiligheidsstrategie moet herzien. In een wereld van schaarse grondstoffen, ‘global warming’ en de vorming van nieuwe allianties, is sprake van een meer diffuse verdeling van macht. Voor Europa is het daarom belangrijk om in het buitenlandbeleid meer als eenheid op te treden. Verder zal de ‘soft power’ van de EU via onder meer handelsbetrekkingen moeten worden aangevuld met ‘hard power’, zodat ook Europa, indien dat nodig is, militair kan optreden.