Europa Instituut
Curatorium
De activiteiten van het Europa Instituut (de Afdeling Europees Recht) worden ondersteund door de Stichting Europees Instituut. Deze stichting was de eerste in haar soort in Nederland en in Europa. Zij werd in 1957 opgericht met als doel: “het onderzoek der wetenschappelijke vraagstukken met betrekking tot samenwerking in Europees verband, in het bijzonder die welke betrekking hebben op de in Europa bestaande en ontworpen inter- en supra-nationale instellingen, te steunen en te bevorderen en bij te dragen tot de wetenschappelijke bewerking van deze vraagstukken.” Dit doet zij onder andere door het onderzoek en onderwijs van het Europa Instituut te ondersteunen, wetenschappelijke publicaties te ondersteunen, waaronder de befaamde Common Market Law Review, het bevorderen en onderhouden van internationale wetenschappelijk betrekkingen als ook het doen van onderzoek in opdracht en op eigen initiatief.
Het bestuur van de Stichting wordt gevormd door het Curatorium bestaande uit acht tot twaalf leden. Momenteel bestaat het bestuur uit:
Mr. dr. Hanna Sevenster, Raad van State
Mr. Felix Ronkes Agerbeek, Member of the Legal Service, European Commission
Prof. Vanessa Mak, Professor of Civil Law, Leiden University
Prof. Jannemieke Ouwerkerk, Professor of European Criminal Law, Leiden University
Mr. Kees Schillemans, Partner at Allen&Overy
Mr. Martijn Snoep, Chairman of the Netherlands Authority for Consumer and Markets (ACM)
Prof. dr. Olaf van Vliet, Professor of Economics, Leiden University
Prof. mr. Marc van der Woude, President of the General Court of the European Union
Het dagelijks bestuur van de Stichting Europees Instituut ligt in handen van de voorzitter van het Curatorium, Mr Hanna Sevenster, en Directeur Prof. Stefaan Van den Bogaert, daarin ondersteund door penningmeester Prof. Cuyvers en Secretaris Prof. Rijpma.
Geschiedenis van het Europa Instituut
De wortels van het Europa Instituut gaan overigens nog verder terug dan 1957. In de herfst van 1954, kort na de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS), werd in Leiden al een “Europese Studiegroep” opgericht. De Leidse hoogleraar administratief recht, en latere Minister van Justitie, Carel Polak was voorzitter. Toen het nieuwe EEG-verdrag zijn schaduw vooruit wierp, met name op het mededingingsrecht, werd begin 1957 een aparte Werkgroep Europees Kartelrecht opgericht. Een wetenschappelijke medewerker, de latere Rotterdamse hoogleraar Staatsrecht Benno ter Kuile, trad op als secretaris.
Die activiteiten trokken de aandacht van Max Kohnstamm, medewerker van Jean Monnet. Hij adviseerde de Ford Foundation een subsidie toe te kennen ter stimulering van de studie van het Europese recht. Daarmee werd de basis gelegd voor de oprichting van het Europa Instituut. In het curatorium zaten naast enkele Leidse hoogleraren onder meer de oud-minister Beijen, die een grote rol had gespeeld bij de totstandkoming van het EEG-verdrag, en Ivo Samkalden, die op dat moment minister van Justitie was. In 1959 werd Samkalden benoemd tot hoogleraar in het Recht der Internationale Organisaties en directeur van het Europa Instituut.
In de loop der jaren waren talloze spraakmakende juristen verbonden aan het Europa Instituut. Een van hen was Laurens-Jan Brinkhorst, aanvankelijk medewerker van prof. Samkalden, later hoogleraar in Groningen, minister van o.a. Economische Zaken en partijleider van de politieke partij D66. In zijn Leidse tijd werkte ook Evert Alkema op het Europa Instituut, die later hoogleraar Staats- en bestuursrecht in Leiden zou worden. In 1967 werd Samkalden als hoogleraar in het Recht der Internationale Organisaties opgevolgd door Herman Maas. Toen hij in 1971 lid werd van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, werd hij als directeur van het Europa Instituut opgevolgd door Schelto Patijn, de latere burgemeester van Amsterdam. Op zijn beurt werd Patijn opgevolgd door Jos Kapteyn, die later naam zou maken als rechter in het Europese Hof van Justitie. Van 1978 tot 1993 was Hein Schermers, hoogleraar Recht der Internationale Organisaties en directeur van het Europa Instituut. Die laatste positie deelde hij vanaf 1981 met Piet Jan Slot, die een nieuwe leerstoel ging bekleden: Economisch bestuursrecht. Slot werd in 2009 opgevolgd door de huidige bezetter van de leerstoel, Stefaan van den Bogaert. De leerstoel van Schermers werd na 1993 door liefst drie hoogleraren overgenomen: Niels Blokker (internationaal institutioneel recht), Rick Lawson (rechten van de mens) en Ton Heukels (Europees institutioneel recht). De laatste werd op zijn beurt opgevolgd door achtereenvolgens Christophe Hillion en Tom Eijsbouts en Armin Cuyvers. Nieuwe leerstoelen op specifieke terreinen kwamen er ook: Europees non-discriminatierecht (Rikki Holtmaat en Christa Tobler), Europees migratierecht (Jorrit Rijpma) en, als meest recente loot aan de stam, Europees burgerschap (Moritz Jesse).
In de jaren ’80 en ’90 groeide het Europa Instituut gestaag. Onder de medewerkers bevonden zich de huidige curatoren Hanna Sevenster (later lid van de Raad van State), Marc van der Woude (later president van het Gerecht van Eerste Aanleg) en Felix Ronkes Agerbeek (lid van de Juridische Dienst van de Europese Commissie). Daarnaast onder meer Pieter Jan Kuijper, later hoogleraar aan de UvA; Christof Swaak, advocaat te Amsterdam; Mielle Bulterman, inmiddels hoofd van de afdeling Europees recht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken; Antoine Buyse, inmiddels hoogleraar mensenrechten te Utrecht; Martin Kuijer, lid van de Hoge Raad; en Herke Kranenborg, die in november 2023 door de Nederlandse regering werd voorgedragen als rechter in het Hof van Justitie van de EU. Een tijd lang maakten ook de afdeling Internationaal-economische betrekkingen en het Instituut voor energierecht deel uit van het Europa Instituut. Vanaf 2015 is Luuk van Middelaar verbonden aan het Europa Instituut als hoogleraar Grondslagen en praktijk van de Europese Unie en haar instellingen.