Staats- en bestuursrecht (LL.M.)
Studieprogramma
Met de masterspecialisatie Staats- en bestuursrecht bieden we je een jaar aan waarin we veel van je vragen, maar waarin je je ook kunt ontwikkelen tot een kritisch en veelzijdig jurist. Door deze studie leer je goed je weg te vinden in het steeds complexer wordende recht. Je krijgt feeling met rechtswetenschappelijke vraagstukken en met de werking van het staats- en bestuursrecht in de praktijk. Ook de ontwikkeling van je mondelinge en schriftelijke juridische vaardigheden vinden we erg belangrijk. Je sluit de opleiding af met een scriptie.
Studieprogramma
ILS – Rechtshandhaving in domeinoverstijgend perspectief (5 ECTS)
In dit vak wordt het thema rechtshandhaving vanuit verschillende perspectieven belicht, waarbij de nadruk ligt op publiekrechtelijke vormen van handhaving. Na een algemene inleiding op het thema rechtshandhaving, wordt uitgebreid stilgestaan bij de ontwikkelingen van de laatste decennia binnen de punitieve handhaving in zowel het bestuursrecht als het strafrecht. Een belangrijk punt van aandacht hierbij is de mate van rechtsbescherming binnen het punitieve bestuursrecht (met name bij de bestuurlijke boete) vergeleken met die binnen het strafrecht (met name de (bestuurlijke) strafbeschikking).
Overheidsaansprakelijkheid (5 ECTS)
In dit vak worden de belangrijkste deelgebieden behandeld, waaronder de aansprakelijkheid voor vernietigde besluiten, falend toezicht, onrechtmatige rechtspraak en schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie). Zo verwerft u grondige kennis van de bijzondere regels die gelden in de verhouding burger-overheid en van de op die verhouding toegesneden regels als de leer van de formele rechtskracht. Die regels zijn primair nationaalrechtelijk van aard, maar krijgen soms een bijzondere inkleuring omdat de overheid partij is.
Privatissimum en Practicum Constitutionele Vraagstukken in Europese Context (10 ECTS)
In deze cursus bekijkt u hoe het constitutionele recht in Nederland uit nationale, maar ook uit Europese bron voortvloeit. Rode draad is hoe die mix van nationaal en Europees constitutioneel recht beïnvloedt hoe in Nederland recht wordt gevormd.
Verdieping Bestuursprocesrecht (5 ECTS)
In dit vak wordt u diepgaande kennis van het Nederlandse bestuursprocesrecht bijgebracht, waarbij veel aandacht uitgaat naar de achtergrond van deze procesregels en de constitutionele context waarbinnen ze functioneren. Zo leert u complexe leerstukken toepassen op bekende casus, maar krijgt u ook inzicht in de mogelijkheden om die leerstukken op nog onbekende casus toe te passen en om het leerstuk zelf ter discussie te stellen.
Profileringsvak (5 ECTS) - staats-en bestuursrecht I, gebonden keuze uit:
Vreemdelingenrecht
Het vak geeft inzicht in de gelaagde structuur van het vreemdelingenrecht en gaat nader in op de verhouding tussen het prerogatief van de staat om toelating en verblijf van vreemdelingen te reguleren en de individuele rechtsbescherming van de vreemdeling.
Mediarecht en Informatiesamenleving
In dit vak staat de veranderende rol van de media – en het mediarecht – in een multimedia omgeving centraal. De huidige Europese (en Nederlandse) regelgeving en beleidskaders inzake de media dienen aangepast te worden om effectief in te kunnen spelen op technologische vooruitgang en de dynamieken van de informatiesamenleving. De voortdurende toepassing van deze kaders verdient dan ook bijzondere aandacht in dit vak.
Privatissimum en practicum: Europeanisering van het bestuursrecht (10 ECTS)
Het vak bestuursrecht in de Europese rechtsorde bestaat uit twee delen. Het eerste (privatissimum) deel bespreekt de theorie van de Europeanisering van het nationaal bestuursrecht. Het tweede (practicum) deel bestudeert de Europeanisering van het Nederlandse bestuursrecht in de praktijk.
Wetgevingsvraagstukken (5 ECTS)
Wetgeving is in continentale rechtssystemen, zoals Nederland, de primaire bron van rechtsvorming. Begrip van dit verschijnsel is van groot belang om weldoordacht en kritisch op het systeem van het recht te kunnen reflecteren. De snel groeiende hoeveelheid literatuur over wetgeving en reguleringstechnieken in bredere zin weerspiegelt de veelheid aan wetgevingswetenschappelijke, theoretische inzichten die zich in de afgelopen decennia over het onderwerp hebben gevormd.
Profileringsvak (5 ECTS) - staats-en bestuursrecht II, gebonden keuze uit:
Omgevingsrecht
Het omgevingsrecht reguleert een veelheid aan activiteiten in de Nederlandse samenleving. Kan een vuilstortplaats geschikt worden gemaakt als recreatiepark? In hoeverre is woningbouw langs de randen van Schiphol mogelijk? En hoe haalbaar is het om honderden windmolens te plaatsen op Urk op nog geen 800 meter afstand van woningen?
Binnenlands bestuur en decentralisatie
In het decentralisatierecht komen bijna alle onderwerpen uit de master staats- en bestuursrecht samen. Enerzijds gaat het over de grote constitutionele vragen van de decentrale verhoudingen als uitwerking van de verticale machtenscheiding en over de gemeenten als leerscholen van de democratie. Anderzijds gaat het over alternatieve rechtsbescherming in het sociaal domein na de grote decentralisaties daar in 2015. Als er maatwerk moet worden geleverd door de gemeenten en er vooral ruimte moet worden gelaten aan ‘de professional’, past daar dan nog wel een klassieke rechtmatigheidstoets van de rechter bij?
Masterscriptie (10 ECTS)
Meer informatie hieronder.
De masterscriptie is het sluitstuk van de opleiding. Je doet in hoge mate individueel, zelfstandig, wetenschappelijk onderzoek naar een juridisch onderwerp vanuit een (rechts)filosofische invalshoek. Je dient te laten zien dat je – onder begeleiding – in staat bent een juridisch vraagstuk of probleem te herkennen, hierover een vraag- of probleemstelling te formuleren en beargumenteerd tot een beantwoording en/of oplossing te komen met behulp van zelf gevonden regelgeving, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. Kennis, theorie, inzicht en vaardigheden moeten methodologisch worden toegepast en mede via een kritische oordeelsvorming beargumenteerd tot uitdrukking worden gebracht in een helder wetenschappelijk betoog van 10.000 à 15.000 woorden (inclusief noten en exclusief literatuurlijst).