Civiel recht (LL.M.)
Studieprogramma
De master Civiel recht stoomt je klaar voor de kernberoepen van de rechtspraktijk: advocatuur, rechtsbijstand, rechterlijke macht, bedrijfsleven en overheid. Maar ook als geïnteresseerd bent in een wetenschappelijke carrière ben je bij deze master aan het juiste adres.
Masterprogramma Civiel recht
Wil je precies weten hoe het masterprogramma Civiel recht is opgebouwd en welke colleges je volgt? Bekijk dan het studieprogramma Civiel recht. Let op! Niet alle vakken worden in de avonden aangeboden. Raadpleeg de studiegids voor meer informatie.
Semester 1
Veel rechtsregels hebben als doel bepaald gedrag van burgers te bevorderen of juist te ontmoedigen. Op dit fundament is veel publiekrechtelijke regulering van bepaald marktgedrag gebouwd. En ook in het vermogensrecht zien we dat het vaak om gedrag van burgers draait. Hoe verhoudt vermogensrecht zich tot die vormen van regulering? Is sprake van convergentie, divergentie, of iets anders? En hoe gaan bedrijven om met dit soort gedragsregels? En wat zou het beste voor de maatschappij zijn? Dit vak beoogt zowel de normatieve als de empirische implicaties van de gedragsregels uit vermogensrecht en regulering te doorgronden.
Vaardigheden: onderzoeks- en schrijfvaardigheden middels het schrijven van een paper. Bijzonder aandacht voor formuleren rechtsvraag en verschillende invalshoeken voor het doen van onderzoek.
Het Nederlandse vermogensrecht is op allerlei manieren verstrengeld met andere rechtsstelsels. Hierbij is te denken aan internationale verdragen (zoals EVRM en Weens Koopverdrag), maar ook aan een aanzienlijk aantal Europese richtlijnen (vooral op het terrein van de consumentenbescherming) en aan de verschillende sets “principles” die tot ontwikkeling zijn gebracht (bijvoorbeeld de Principles of European Contract Law).
Studenten krijgen wekelijks een schrijfopdracht en dienen daarnaast bij Practicum civiel recht een mondelinge bijdrage te leveren aan het juridische debat door stellingen te bedenken en deze plenair te presenteren. Studenten moeten bij dit vak zelfstandig onderzoek doen om een juridisch probleem in kaart te brengen en een begrijpelijk en goed opgebouwd werkstuk schrijven. Bij het practicum zijn de opdrachten opzettelijk zeer verschillend zodat studenten gedwongen worden zich in korte tijd in een nieuw onderwerp te verdiepen. De opdrachten zijn gericht op het aanleren van in de praktijk noodzakelijke vaardigheden (zelf zoeken en schrijven onder tijdsdruk).
Vaardigheden: onderzoeks- en schrijfvaardigheden middels het schrijven van vijf verschillende opdrachten. Mondelinge vaardigheden middels het plenair presenteren van een door de student bedachte stelling.
Opdrachten: schrijven van notities en processtukken (in hoedanigheid van advocaat), adviezen en wetenschappelijke artikelen.
Onderwerpen: divers, denk bijvoorbeeld aan actuele onderwerpen zoals de aansprakelijkheid in de Shell-zaak, aansprakelijkheid inzake technologische ontwikkelingen of gebruik van AI.
Aanvullend: naast de reguliere werkgroepen worden plenaire bijeenkomsten georganiseerd waarin gastdocenten onderwerpen behandelen die aan de rechtspraktijk gerelateerd zijn. Die gastdocenten zijn juristen werkzaam in bijvoorbeeld de rechterlijke macht of de advocatuur. Dat kan bijvoorbeeld een ervaren rechter zijn, een advocaat-generaal bij de Hoge Raad, een advocaat of een deurwaarder. Deze bijeenkomsten dragen bij aan de verdieping van kennis van het civiele recht en inzicht in de toepassing ervan in de praktijk.
Keuze uit 2 van de 8 (gebonden, gedeeltelijk verplichte) vakken:
- Arbeidsovereenkomstenrecht
- Bouwrecht
- English Contract Law
- Financiering en zekerheid
- Huurrecht
- IE Auteursrecht
- IE Octrooirecht
- Internationaal vervoerrecht
Check de Studiegids.
Semester 2
Je maakt binnen het kader van het thema van het privatissimum tijdens de cyclus een aantal schriftelijke opdrachten en houdt een mondelinge presentatie (referaat). Je wordt daarbij uitgedaagd om een civielrechtelijk thema van alle kanten te bestuderen en om kritisch te reflecteren op dit deelgebied van het civiele recht. Bij civielrechtelijke thema's kan je denken aan:
Vaardigheden: onderzoeks- en schrijfvaardigheden middels het schrijven van vier opdrachten. Mondelinge vaardigheden middels het houden van een referaat waarin je een presentatie geeft over een deelonderwerp binnen het door jou gekozen thema.
Opdrachten: schrijven van artikelen, annotaties, adviezen etc.
Onderwerpen: divers, te denken valt aan (on)mogelijkheden van rechtsmiddelen in civiele procedures, materieelrechtelijke en procesrechtelijke aspecten van beroepsaansprakelijkheid en Standard contract terms in commercial contracts (in het Engels gegeven).
Zoveel landen, zoveel rechtsstelsels en zoveel rechters. In onze wereld van meer zo’n 200 staten rijzen voortdurend drie vragen:
a) Zijn de rechters van de ene of de andere staat bevoegd om van een grensoverschrijdend geschil in een privaatrechtelijke zaak kennis te nemen?
b) Welk van die circa 200 rechtsstelsels is van toepassing op een privaatrechtelijke rechtsverhouding die met twee of meer staten is verbonden?
c) Heeft de uitspraak die de rechter van de ene staat doet, ook betekenis in een andere staat? Deze drie vragen staan centraal in het internationaal privaatrecht (IPR)
Het mastervak burgerlijk procesrecht bouwt voort op de reeds in de bachelorstudie opgedane kennis van het burgerlijk procesrecht, welke kennis bekend wordt verondersteld. De kern van het mastervak bestaat uit de behandeling van het burgerlijk procesrecht vanuit het perspectief van het bewijsrecht. Juist het voor de praktijk belangrijke bewijsrecht toont de verwevenheid van het materiële vermogensrecht en de procesregels.
Vaardigheden: onderzoeks- en schrijfvaardigheden middels het schrijven van paper.
De masterscriptie is het sluitstuk van de opleiding. Je doet in hoge mate individueel, zelfstandig, wetenschappelijk onderzoek naar een juridisch onderwerp vanuit een (rechts)filosofische invalshoek. Je dient te laten zien dat je – onder begeleiding – in staat bent een juridisch vraagstuk of probleem te herkennen, hierover een vraag- of probleemstelling te formuleren en beargumenteerd tot een beantwoording en/of oplossing te komen met behulp van zelf gevonden regelgeving, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. Kennis, theorie, inzicht en vaardigheden moeten methodologisch worden toegepast en mede via een kritische oordeelsvorming beargumenteerd tot uitdrukking worden gebracht in een helder wetenschappelijk betoog van 10.000 à 15.000 woorden (inclusief noten en exclusief literatuurlijst).
Vaardigheden: onderzoeks- en schrijfvaardigheden middels het schrijven van paper.