Criminologie (BSc)
Over de opleiding
Criminologen houden zich bezig met het onderzoek naar wat criminaliteit is, wat de oorzaken en gevolgen ervan zijn, en hoe je criminaliteit het beste kunt bestrijden.
Een jaar telt 60 studiepunten, de hele bacheloropleiding dus 180 punten. Aan het eind van het eerste studiejaar moet je ten minste 45 van het eerste studiejaar hebben gehaald en aan de aanvullende eis hebben voldaan indien je opleiding die heeft vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. Voldoe je hier niet aan, dan mag je deze studie aan de Universiteit Leiden niet voortzetten. Voor deeltijdstudenten geldt een norm van tenminste 30 studiepunten in het eerste jaar. Mocht je niet aan het bindend studieadvies (BSA) kunnen voldoen, dan ga je samen met je studieadviseur zoeken naar een geschikt alternatief. Natuurlijk houden we rekening met bijzondere omstandigheden zoals ziekte en andere persoonlijke factoren. Door deze goede begeleiding komt een negatief studieadvies trouwens vrijwel nooit als een verrassing.
Opbouw van de bacheloropleiding
In het eerste jaar, de propedeuse, heb je ongeveer 12 uren onderwijs per week. Daarnaast moet je veel tijd besteden aan zelfstudie, zodat je wekelijks gemiddeld 40 uur met je studie bezig bent. Het eerste jaar is een algemeen jaar waarin je sommige, meer inleidende, vakken samen volgt met de studenten Rechten. Je maakt kennis met een breed palet aan criminologische thema’s en onderwerpen, zoals politie, gevangenissen, media en rechtspraak. Je krijgt ook inleidende vakken op het gebied van sociologie en rechtspsychologie. Maar je zit niet alleen met je neus in de boeken. Als criminoloog ga je later zelfstandig onderzoek doen en daar begin je het eerste jaar al mee. Over de uitkomsten van je onderzoeken leer je te rapporteren op een wetenschappelijke wijze, geef je presentaties of voer je discussies met docenten en studiegenoten. Je maakt ondertussen een start met het vergaren van theoretische en praktische kennis over onderwerpen die ook in het tweede en derde jaar van de studie terugkomen. Dat gaat dan om de ontwikkeling van crimineel gedrag, recht, beleid en organisatie en criminologische onderzoeksvaardigheden.
In je tweede jaar gaan de vakken zich meer toespitsen op de criminologie zelf. Je breidt je kennis op theoretisch en praktisch gebied uit, je gaat verder met de methoden en technieken van criminologisch onderzoek en je verkent een breed veld van juridische vakgebieden in de vakken Rechtssociologie en Rechtseconomie.
In het derde jaar ga je nog meer de diepte in met drie thematische vakken over criminaliteit. Deze colleges gaan bijvoorbeeld over preventie en bestraffing van criminaliteit. Je leert dan dat er met het oog op uiteenlopende doelen wordt gestraft, dat deze doelen soms niet te verenigen zijn en dat wetenschappelijk onderzoek laat zien dat die doelen lang niet altijd gehaald worden. Je volgt verder keuzevakken en je schrijft een eindscriptie over een actueel thema aansluitend op onderzoek dat wordt gedaan binnen de afdeling Criminologie. Met de bachelorscriptie bewijs je dat je een academicus bent.
Wil je precies weten hoe het bachelorprogramma Criminologie is opgebouwd en welke colleges je volgt? Bekijk dan het studieprogramma in de Studiegids Criminologie.
In het eerste jaar krijg je intensieve begeleiding om je te helpen je plek te vinden op de faculteit en bij de opleiding. Bij de start van het eerste jaar word je (als voltijd-student) ingedeeld in een werkgroep met een docent- en een studenttutor bij het vak, Leiden Law Practices. In deze tutorgroep volg je het hele eerste jaar werkgroepen en het legt de basis voor je studie aan de rechtenfaculteit.
De studieadviseur van jouw opleiding is de deskundige op het gebied van je studie en eventuele problemen, zoals studievertraging, planning, examenregelingen, etc.
Sammie Verbeek
Hoe ziet het eerste jaar volgens Sammie Verbeek eruit?
“De hoorcolleges bij het vak Rechtspsychologie zijn de leukste die ik ooit heb gehad: heel erg interactief. We kijken vooral naar de psychologische kanten van een rechtszaak en valkuilen bij het onderzoek. Door experimenten maakt de docent de stof heel begrijpelijk. Daarnaast vind ik het vak Beginselen van de Democratie heel interessant. Het geeft me een soort zelfverzekerdheid om iets van mijn eigen rechten en positie in de maatschappij te weten.”
In de bacheloropleiding heb je vanaf het eerste jaar te maken met verschillende onderwijsvormen:
- Hoorcolleges, waarin gedreven docenten de leerstof presenteren en die verbinden met de actualiteit en eigen onderzoek. Van jou wordt verwacht dat je deze colleges voorbereidt door de opgegeven literatuur te bestuderen.
- Werkgroepen, waarin kleine groepen – ongeveer vijfentwintig studenten – onder leiding van een docent dieper ingaan op de stof van het hoorcollege. In de werkgroepen lever je een actieve bijdrage door vragen te stellen, opdrachten te maken in groepjes, te discussiëren, en/of een presentatie te geven.
- Scriptie. Voor je scriptie voer je een systematisch literatuuronderzoek uit, en schrijf je daarover een wetenschappelijk artikel.
- Onderzoek/veldwerk.
Elk vak wordt met één of meerdere toetsingsmomenten afgesloten. In het eerste helft van het eerste jaar zijn dat voornamelijk tentamens die deels uit meerkeuze- en deels uit open vragen bestaan. Des te verder je in je studie komt, des te belangrijker wordt het beredeneren en het toepassen van de lesmaterialen. Voor sommige vakken word je daarom beoordeeld op basis van schrijfopdrachten en presentaties.