Universiteit Leiden

nl en

Studiekeuzetests en tips

Lees alle studiekeuzetips en doe de tests om jezelf beter te leren kennen. Deze tests kunnen je inzicht geven in je interesses, competenties, waarden en persoonlijkheid. Dit helpt bij het maken van een studiekeuze.

Studiekeuzetests

Een studie kiezen is niet altijd makkelijk. Studiekeuzetests helpen je op weg. Tijdens deze tests krijg je vragen over jouw persoonlijke vaardigheden en interesses, waardoor je beter kunt bepalen wat bij je past. Bedenk wel dat wat er uit het test komt, niet per se kloppend is. Het geeft je wel als hulpmiddel bij je studiekeuze iets om over na te denken. Het is goed om de resultaten vooral te bespreken met je decaan en/of mentor van de middelbare school.

Studiekeuzetips

Vind je het lastig om een opleiding te kiezen? Geen stress! Hieronder hebben we de beste studiekeuzetips voor je op een rijtje gezet. Of je nu geen idee hebt waar je moet beginnen, of twijfelt welke opleiding jou bij je doel brengt… Met deze tips wordt kiezen hopelijk een stukje makkelijker.

Do's en don'ts

Goed dat je bezig bent met voorbereiden op je vervolgstudie. Wees je bewust van de valkuilen waar je in kunt stappen tijdens dit proces.

Do's en don'ts

Lees daarom zorgvuldig onderstaande do’s: (klik op het pijltje hieronder)

1. Op tijd beginnen met oriënteren op de mogelijkheden.

2. Met een open blik onderzoeken. Sluit niet direct opties uit zonder ze te onderzoeken.

3. Je ervan bewust zijn dat alle opleidingen onderdelen hebben die wellicht minder interessant zullen zijn.

4. Een gemotiveerde studiekeuze maken.

5. Heb je een alternatief nodig, voor als je bijvoorbeeld uitgeloot wordt voor Geneeskunde, zorg dan dat het alternatief ook leuk genoeg is.

6. Realistisch zijn over je sterke en minder sterke kanten.

7. Van je hobby je studie maken: je motivatie en belangstelling voor de gekozen opleiding of het vak zijn belangrijke factoren in het slagen van je latere carrière.

8. Een studiepauze inlassen als je er écht niet uitkomt. Een jaar niet studeren en in plaats daarvan reizen en/of werken kan je veel zelfkennis opleveren en tevens je studiemotivatie vergroten.

9. Je grenzen verleggen. Als blijkt dat de perfecte opleiding voor je alleen aan de andere kant van het land wordt aangeboden, kan het de moeite waard zijn om in het diepe te springen.

10. Tradities doorbreken. Het lijkt gemakkelijk om met je studiekeuze binnen gebaande (familie)paden te blijven. 'Mijn opa en moeder zijn ook arts' hoor je vaak als studiekeuzemotief. Bedenk wel dat ieder mens anders is en dat jouw belangstelling doorslaggevend zou moeten zijn.

11. Je realiseren dat wat je ook kiest, je pas echt kunt ervaren hoe het is als je de opleiding eenmaal doet. 100% zeker weten of je goed gekozen hebt weet je pas later.

Do’s en don’ts

Goed dat je bezig bent met voorbereiden op je vervolgstudie. Wees je bewust van de valkuilen waar je in kunt stappen tijdens dit proces.

Do’s en don’ts

Lees daarom zorgvuldig onderstaande don’ts: (klik op het pijltje hieronder)

1. Te snel kiezen of keuze te lang uitstellen.

2. Uitgaan van vanzelfsprekendheden, bijvoorbeeld: ik doe vwo, dus moet ik naar de universiteit / ik kies een opleiding dichtbij, dat is wel zo makkelijk.

3. Zoeken naar de perfecte opleiding. Die bestaat niet.

4. Tegen een opleiding kiezen. Wegstrepen kan goed werken, maar kies niet de laatste omdat die nu eenmaal overblijft.

5. Je op één studie blindstaren.

6. Zonder wiskundeknobbel Wiskunde gaan studeren - ook al lijkt het je leuk.

7. Van je hobby je studie maken: je raakt je hobby als zodanig misschien wel kwijt.

8. Een studiepauze inlassen als uitstelmanoeuvre, als het maken van een studiekeuze lastig voor je is.

9. Een studie dichtbij huis kiezen, ook al is de studie inhoud minder interessant voor je.

10. Binnen de gebaande familiepaden blijven zonder na te denken over jouw eigen interesses, capaciteiten en keuzemotieven.

11. Bang zijn om een ‘verkeerde’ keuze te maken. Niet op de juiste plek blijken te zitten is niet ‘verkeerd’, maar een logisch onderdeel van het keuzeproces waarin je op zoek bent naar wat er bij jou past. Soms moet je je keuze later bijstellen en vind je iets anders waar je enthousiaster van wordt.

Wat voor kiezer ben ik?

Iedereen heeft zijn eigen manier om keuzes te maken. De een doet dat meer op gevoel terwijl de ander meer op de feiten afgaat. Er is geen ‘beste’ manier, het een past gewoon beter bij je dan het ander. Toch kan het geen kwaad om het maken van een keuze eens op een andere manier te benaderen. Bekijk de verschillende stijlen en doe daarna de bijbehorende oefening om te kijken hoe en welke keuzestijl je kunt inzetten.

Als logisch-rationele kiezer ligt de nadruk op logische argumenten bij het nemen van een beslissing. Je moet de keuze goed plannen, argumenten verzamelen en kijken wat het meest logisch lijkt.

Valkuil 
Beslissingen kunnen onpersoonlijk worden, alsof het een simpel rekensommetje betreft en je helemaal geen gevoel meer hebt bij wat je kiest. Ook bestaat het gevaar van eindeloos informatie verzamelen en blijven afwegen.

Uitdaging
Meer ruimte maken voor gevoelsargumenten en subjectieve belevingen van wat je fijn vindt of graag wilt, of dit nu verstandig is of niet.

Emotionele kiezers luisteren bij beslissingen vooral naar hun hart en hun eigen gevoelens. Wat voelt goed en waarvan krijg je pijn in je buik?

Valkuil
Beslissen op basis van gevoelens is dat emoties nogal veranderlijk zijn. Emotionele kiezers zijn daardoor vaak nogal wispelturig en hun keuzes lijken de grillen van hun veranderlijke emotionele buien te volgen.

Uitdaging
Meer uitgaan van objectieve informatie en argumenten voor en tegen een beslissing.

Voor impulsieve kiezers lijkt kiezen vaak helemaal niet zo moeilijk. Ze doen gewoon wat het eerst in hen opkomt of spontaan het beste lijkt. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Bovendien is de eerste indruk toch meestal het meest waardevol of betrouwbaar?

Valkuil
Impulsieve kiezers nemen te weinig tijd om de situatie goed te overdenken. Ze handelen dan té snel en weten later niet meer waarom ze nu ook alweer gekozen hebben.

Uitdaging
Meer de tijd leren nemen en de eerste impuls aan te vullen met een meer doordachte beschouwing van de situatie.

De uitstellende kiezer kiest het zekere voor het onzekere. Je kunt altijd nog nieuwe informatie krijgen en waarom beslissen als het nog niet meteen hoeft?

Valkuil
Van uitstel komt afstel. Het nog even nadenken en afwegen en afwachten, kan eindeloos en oeverloos worden.

Uitdaging
Lef hebben om de knoop door te hakken ook al weet je nog niet alles zeker. Soms is het beter daadkrachtig een keuze te maken dan helemaal niets te doen.

Er zijn ook mensen die altijd in staat lijken heel zelfverzekerd en vol overtuiging te kiezen. Eigenzinnige kiezers weten precies wat ze willen en laten zich door niets of niemand van de wijs brengen.

Valkuil
Eigenzinnige kiezers kunnen heel dominant overkomen en lijken weinig geinteresseerd in wat anderen mensen vinden. Zo kunnen ze waardevolle inzichten van medestudenten, docenten en ouders naast zich neerleggen.

Uitdaging
Je meer open stellen voor de ideeën, reacties en bedenkingen van anderen, zodat je een completer beeld van jezelf en je (studie)keuze krijgt.

De meegaande kiezer past zich gemakkelijk aan aan wat de groep of anderen willen. Zijn eigen mening telt niet zo zwaar. Door zo keuzes te maken zul je weinig conflicten kennen en vermijden dat je buiten de groep valt.

Valkuil
Je wordt meningloos en weet op een gegeven moment niet meer wat jezelf wil. Je gaat bijvoorbeeld met een vriend mee naar een voorlichtingsdag van Aardwetenschappen en denkt: ‘Dat lijkt mij eigenlijk ook wel leuk’, zonder je verder te oriënteren.

Uitdaging
Meer voor je eigen mening en wensen opkomen en kleur bekennen aan jezelf. Wellicht soms wat eigenzinniger keuzes maken.

Intuïtie is moeilijk te omschrijven. Meestal wordt het gebruikt om een dieper, 'zeker weten' te omschrijven. Intuïtie kan een ingeving zijn die bij je opkomt als je een (keuze)vraag een paar dagen hebt laten liggen. In het onbewuste liggen al onze eerdere ervaringen en kennis opgeslagen. Het onbewuste kan tweehonderdduizend keer meer informatie verwerken dan het bewuste en beschikt dus over veel meer informatie op grond waarvan een beslissing genomen kan worden.

Valkuil
Denken dat je onbewuste het werk wel even doet, en dus geen inspanningen meer leveren om tot een goede (studie)keuze te komen.

Uitdaging
Het is zeker goed om je intuïtie te volgen als je een keuzevraag hebt, maar doe eerst een stap terug en verzamel de informatie die je nodig hebt.

Heb je alle stijlen doorgelezen? Vul dan de volgende vragen in om erachter te komen welke keuzestijl jouw natuurlijke voorkeur heeft en welke andere stijl jou zou kunnen helpen bij je studiekeuze.

  • Welke keuzestijl(en) gebruik jij meestal?
  • Welke keuzestijl zou je graag meer willen gebruiken?
  • Wat heb je nodig om de keuzestijl die je noemde meer te kunnen gebruiken?
  • Wat ga je de komende tijd doen om de keuzestijl die je eerder noemde vaker in te gaan zetten? (Noem concrete acties!)

Wat is het verschil tussen hbo en universiteit?

Als je vwo hebt gedaan, zoek je meestal naar universitaire opleidingen. Dat is immers de ‘meest logische’ route: van het vwo naar wo (universiteit) of van de havo naar het hbo. Toch is het aan te raden om je ook te oriënteren op hbo-opleidingen als je vwo hebt gedaan.

Een hbo-opleiding is niet minder dan een wo-opleiding. Beide vallen onder het Hoger Onderwijs, maar hebben een verschillende benadering. Kijk vooral naar deze verschillen en onderzoek welke opleidingen, onderwijsvormen en beroepsmogelijkheden het beste bij je passen.

Hbo (hogeschool) Wo (universiteit)
Beroepsgericht Wetenschappelijk gericht
Praktijkgericht (met opdrachten in de praktijk, zoals bij organisaties) Theoretisch gericht (abstracte opdrachten waarbij je onderzoek doet)
Stage is verplicht / vaak meerdere stages gedurende studie Stage is mogelijk / steeds vaker verplicht
Je past de theorie toe in de praktijk Je genereert nieuwe kennis
Vakgericht leren Competentiegericht leren
Veel verschillende vakken Minder vakken (maar meer verdieping)
Gemiddeld studietempo Hoog studietempo
Veel groepsgewijs werken Veel zelfstandig werken
Je wordt opgeleid voor uitvoerende (praktische) beroepen Leer de theoretische basis van jouw vakgebied
Duidelijk beroepsbeeld Minder duidelijk beroepsbeeld