Asghar Seyed Gohrab: ‘Lesgeven houdt me jong en scherp’
Universitair Hoofddocent Asghar Seyed Gohrab ziet het als zijn taak om studenten te vertellen over Iran, zijn land van herkomst. Hij doet onderzoek naar verbintenissen tussen heden en verleden door middel van ‘de magische driehoek’: Perzische literatuur, politiek en religie.
‘Eind '86 ben ik als oorlogsvluchteling naar Nederland gekomen. In mijn land heerste destijds Iran-Irakoorlog (1980 – 1988). In een tijd van onzekerheid en besluiteloosheid over mijn toekomst hier, ben ik zelfstandig Nederlands gaan leren. In 1989 begon ik met de studie Engels aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Dat was niet bepaald gemakkelijk, want mijn Nederlands was nog niet al te best en tegelijkertijd leerde ik ook nog eens een andere taal op een heel hoog niveau. Ik begon met onvoldoendes maar uiteindelijk werden de cijfers hoger en haalde ik zelfs een keer een 8,5 voor Oud-Engels. En toen dacht ik, dat gaat de goede kant op.
Als tweede studie koos ik voor Iranistiek aan de Universiteit Leiden, dat was toen een opleiding, tegenwoordig is het een track binnen Midden-Oostenstudies. Veel van de gevluchte Iraniërs in Nederland gingen de techniek, medicijnen, tandheelkunde of informatica in – praktische vakken dus - maar ik ging als een van de weinigen Geesteswetenschappen studeren. Nog tijdens mijn promotieonderzoek kreeg ik een aanstelling aangeboden als universitair docent en daar is het allemaal mee begonnen.’
Klassieke poëzie in hedendaagse media
‘Ik sta met één been in de Middeleeuwen en één been in de Moderne tijd. Ik onderzoek hoe een bepaalde term, verhaal of fenomeen zich heeft ontwikkeld van de negende eeuw tot, het liefst, het heden. Wat heeft een Perzisch liefdesverhaal bijvoorbeeld met een rockklassieker van Eric Clapton te maken? Of andersom, hoe valt een actueel thema zoals #MeToo terug te leiden naar Middeleeuwse Perzische literatuur?
Mijn meest recente onderzoek omvat verschillende social media (Instagram, Twitter, Facebook) en het commentaar dat daar wordt geleverd op allerlei politieke kwesties, zoals protesten in Iran of het neerhalen van het Oekraïense vliegtuig in Teheran begin januari. Het fascinerende is dat er door de Iraanse gemeenschap veelal commentaar wordt gegeven in de vorm van klassieke poëzie; een halve regel, een couplet of een gedicht van tien verzen. Poëzie is een heel essentieel onderdeel van de Perzische cultuur, maar de gedichten worden nu totaal uit de context gehaald waarin ze ooit zijn opgeschreven. Voorbeelden hiervan en mijn bevindingen daarbij wil ik graag publiceren in een boek.’
Taal is ook kennisoverdracht
‘Een interesse voor talen had ik altijd al. Taal is de essentie van de mens; zonder taal stellen we weinig voor. Bovendien staat het leren van een taal gelijk aan kennisoverdracht. Tijdens mijn studie Engels leerde ik namelijk ontzettend veel over Engelse literatuur en cultuur. Maar bij Iranistiek was dat heel anders. Daarin was literatuur maar ook religie, politiek en geschiedenis erg belangrijk.
Om mijn studenten nu zelf kennis bij te brengen, vind ik het leukste aan mijn werk. Ik vind het belangrijk om hen te vertellen over het land waar ik de eerste 18 jaar van mijn leven heb gewoond, want mede door de Revolutie van 1979, de politieke islam, en schending van mensenrechten heeft Iran een slecht imago. Maar bij de meeste verhalen is er ook een andere kant. Ik ben er niet om mijn studenten een bepaald idee of mening over de Perzische cultuur op te leggen – want uiteindelijk moeten ze natuurlijk zelf weten hoe ze erover denken – maar om hen van informatie te voorzien. Zo kunnen ze zelf een kritische houding ontwikkelen. Een houding die ze verder in hun leven altijd kunnen gebruiken, bij welk onderwerp dan ook.
Lesgeven houdt me jong en scherp. De studenten stellen kritische vragen of kijken soms vanuit een volledig andere invalshoek naar bepaalde zaken. Als je alleen onderzoek doet dan is dat natuurlijk best geïsoleerd; het contact met mensen tussendoor is voor mij erg inspirerend.’
Een stukje Perzië in de tuin
‘Ik was altijd dol op biologie en wist al op de lagere school dat ik bioloog wilde worden. Planten en dieren hadden mijn diepste fascinatie. Dat is allemaal wat anders gelopen want het toelatingsproces voor biologie bleek voor iemand zoals ik - die nog niet zo lang in Nederland woonde - veel te ingewikkeld. Thuis speelt de natuur voor mij nog wel een grote rol. Ik ben heel vaak in de tuin te vinden, ook als het koud is. Ik ben nu al begonnen met enten, van de ene plant naar de andere. Ik heb veel rozen, maar ook limoenen, vijgen en een granaatappelboom uit Perzië. Aan de verzorging besteed ik veel tijd en aandacht, en dat doet me goed.’
Lieselotte van de Ven
Mail de redactie
In de serie Humans of Humanities, verschijnt iedere twee weken een portret van een van onze wetenschappers, medewerkers of studenten. Wie zijn zij en wat doen ze? Meer portretten en informatie vind je op deze pagina.