Zwaartekrachtsubsidie: ruim twintig miljoen voor duurzame gewassen
Het project MiCRop krijgt 20,3 miljoen euro uit het Zwaartekracht-programma van NWO. MiCRop gaat de gemeenschap van micro-organismen rond gewassen ontrafelen. Deze kennis zal helpen om duurzamere gewassen te maken, die minder mest en beschermingsmiddelen nodig hebben. Vanuit Leiden zijn hoogleraren Jos Raaijmakers, Ariane Briegel en Gilles van Wezel betrokken.
Bacterie helpt plant
MiCRop richt zich op het versterken van landbouwgewassen, om zo de uitdagingen van duurzame voedselproductie aan te gaan. Planten herbergen en voeden miljarden micro-organismen op hun wortels. In ruil daarvoor ondersteunt het zogenaamde wortelmicrobioom de plant. Dat gebeurt door verbetering van de opname van voedingsstoffen en verhoogde tolerantie voor omgevingsstress, en door bescherming te bieden tegen ziekten en plagen.
Duurzame gewassen
Samenwerkende onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (penvoerder), Wageningen UR, Vrije Universiteit, Universiteit Utrecht, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Leiden gaan uitzoeken hoe planten onder stress zulke nuttige wortelmicro-organismen aantrekken. Er is nog veel onbekend over de eigenschappen van zowel planten als micro-organismen die deze interactie mogelijk maken. Deze eigenschappen zijn het doel van het onderzoek, om ze vervolgens in te kunnen zetten voor de ontwikkeling van de volgende generatiestressbestendige gewassen. Deze gewassen zullen minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben, wat ze duurzamer maakt.
Nauwe samenwerking
Jos Raaijmakers is Leids hoogleraar Microbiële interacties en diversiteit en daarnaast hoofd Microbiële Ecologie bij het NIOO-KNAW. Vanuit zijn aanstelling bij het NIOO-KNAW is hij een van de medeaanvragers van MiCRop. ‘Ik ben ontzettend enthousiast dat dit project gehonoreerd is. De toekenning is erg belangrijk voor onderzoek naar het plantmicrobioom in Nederland, maar ook internationaal. Gezien mijn hoogleraarschap in Leiden zal dit project de nauwe samenwerking tussen NIOO-KNAW en het Instituut Biologie Leiden (IBL) verder versterken. Ook ga ik proberen om aspecten hiervan in het onderwijs in Leiden verder vorm te geven.’
Gilles van Wezel, wetenschappelijk directeur van het IBL en hoogleraar Moleculaire biotechnologie, bevestigd Raaijmakers’ woorden. ‘Dit zal een sterke stimulans zijn voor onze samenwerking met NIOO-KNAW,’ zegt hij. ‘Het project sluit direct aan bij de belangrijkste focus van het IBL, die zich richt op het benutten van biodiversiteit voor gezondheid. Dat is in dit geval hoe bacteriën bij planten bescherming bieden tegen plantenziekten veroorzaakt door ziekteverwekkende microben. Voor IBL is het spannend om deel uit te maken van een consortium dat zoveel topdeskundigen op dit gebied bevat, en het zal de bestaande samenwerkingsverbanden verder uitbouwen.’
Van Wezel maakt samen met hoogleraar Ultrastructuurbiologie Ariane Briegel deel uit van een van de twee deelprojecten die Raaijmakers leidt. Briegel: ‘Mijn lab zal samenwerken met het Zwaartekracht-team op het gebied van hoge-resolutiebeelden van interacties tussen gastheer en microbe. Hiervoor gebruiken we de hypermoderne imaging-faciliteiten van NeCEN en het Cell Observatory.’
Dit bericht is gebaseerd op het persbericht van NIOO-KNAW