Krachten bundelen tegen pesten
Gepest worden is niet alleen op dat moment erg naar, het doet bovendien wat met kinderen op de lange termijn. En zelf pesten werkt ook negatief op de ontwikkeling. Daarover vertelt ontwikkelingspsycholoog Carolien Rieffe in de Week tegen pesten, 23-27 september 2019. Hoe roepen we pesten een halt toe?
Ook de overheid is overtuigd van het belang om pesten tegen te gaan, en dat staat hoog op de Nationale Wetenschapsagenda. Waarom blijft het zo hardnekkig voortbestaan?
Ontwikkelingspsycholoog Carolien Rieffe: Gepest worden gunnen we geen enkel kind.
Pesten en gepest worden
'Ouders of leerkrachten denken misschien vaak dat het kind dat gepest wordt problemen krijgt in de sociale en emotionele ontwikkeling', veronderstelt Rieffe. 'En dat is ook zo, het gepeste kind loopt een groter risico om later problemen te krijgen met de mentale gezondheid. Gepeste kinderen ontwikkelen vaker negatieve emoties zoals angst, schaamte, en woede. En ook meer psychische problemen zoals depressie of angst. Maar zelf pesten heeft ook een negatief effect op de ontwikkeling.'
Schuldgevoelens en pesten
'Schuld is een emotie die ons behoedt om anderen iets aan te doen', legt Rieffe uit. 'Die zorgt ervoor dat we binnen een gemeenschap of samenleving respectvol met elkaar om gaan en dat we bepaalde normen en waarden onderschrijven. We weten dat kinderen die pesten minder last hebben van schuldgevoelens en vaker boos zijn dan andere kinderen. Een nieuwe bevinding is dat na verloop van tijd het schuldgevoel afneemt, maar de woede juist toeneemt bij kinderen en jongeren die anderen pesten. Alsof ze voor zichzelf zo rechtvaardigen dat hun pestgedrag juist is. Dit zou kunnen verklaren waarom veel kinderen vinden dat het kind dat gepest wordt dit over zichzelf heeft afgeroepen: 'Hij vroeg er om.''
De week tegen pesten - Wees een held, met elkaar
Iedereen die een positieve bijdrage levert aan de groep is een held: leraar én leerlingen.
De Week Tegen Pesten 23 tot en met 27 september 2019
Blaming the victim
Is het gepeste kind niet altijd dat schuchtere, onhandige, verlegen kind? Kan dat kind niet naar een sociale vaardigheidstraining? Rieffe: 'In ons onderzoek zien we dat kinderen en jongeren die “anders zijn” vaker worden gepest. Wij hebben ons onderzoek gericht op kinderen en jongeren met problemen in de communicatie. Bijvoorbeeld, kinderen met gehoorverlies, autisme, of een taalontwikkelingsstoornis hebben allemaal, om totaal verschillende redenen, meer moeite met dagelijkse communicatie dan hun leeftijdsgenoten zonder deze diagnoses. Maar die lijst kun je eindeloos lang maken. Kinderen met een bril, een andere etnische achtergrond, een andere genderidentiteit, flaporen, letterlijk alles kan een aanleiding vormen om gepest te worden. We moeten juist oppassen dat we niet het gepeste kind de schuld geven. 'Blaming the victim' moeten we voorkomen.'
Sociale inclusie
Kortom, het gaat helemaal niet om het kind dat gepest wordt. Rieffe: 'Anders zijn, en toch geaccepteerd worden, dat heet sociale inclusie. Nu heeft sociale inclusiviteit hoge prioriteit bij veel instellingen en overheden, maar hoe krijg je dat voor elkaar? René Veenstra van Universiteit Groningen met wie onze afdeling samenwerkt, beoogt dat pesten een groepsproces is. Wil je pesten stoppen, dat moet je de omgeving aanpakken, alle kinderen in de klas, de ouders, de leerkrachten. Iedereen moet er bij betrokken worden om dit groepsproces positief om te buigen.'
Vanuit de Nationale Wetenschapsagenda wordt in een breed verband samengewerkt om de nieuwste ontwikkelingen van kennis over pesten toegankelijk te maken via het Nederlands Jeugd Instituut.
Ontwikkelingspsycholoog Berna Güroğlu: Nieuwe kennis en inzichten breder verspreiden, zodat kinderen er ook echt baat bij hebben.
Mogelijke interventie
Het groepsproces beïnvloeden is niet eenvoudig. Uit haar onderzoek weet Berna Güroğlu dat de meeste kinderen pesten afkeuren. Kinderen en jongeren zijn minder geneigd om geld te delen met iemand die pest, al kennen ze het gepeste kind helemaal niet. Maar was de pester hun beste vriend, dan kreeg die wel net zoveel geld als iemand die niet pest. Güroğlu: 'Veel kinderen hebben dus een negatief oordeel over iemand die pest, maar sociaal ongewenst gedrag wordt wel getolereerd als een vriend dat doet. Bij de ontwikkeling van interventies moeten we hier rekening mee houden. '
Sociaal inclusief klimaat
Alleen de sociale omgeving aanpakken is niet genoeg. Ook wijzigingen in bijvoorbeeld de fysieke omgeving kunnen bijdragen aan een beter sociaal inclusief klimaat. Daarom beogen multidiciplinaire projecten om de schoolomgeving van het kind in kaart te brengen op vier niveaus: sociaal, cultureel, fysiek, en beleidsmatig. Op die manier zijn aanbevelingen voor sociale inclusie gestoeld op een geïntegreerde aanpak van al deze niveaus. Hoofdonderzoeker op één van deze projecten is Adva Eichengrün. Als dove onderzoeker in een horende omgeving stelt Eichengrün: 'Voor kinderen met een beperking in het reguliere onderwijs is het niet makkelijk om zich thuis te voelen in een omgeving die ‘anderszijn’ vaak als negatief bestempelt.'
Multidisciplinaire projecten
Center for BOLD Cities
'BOLD' staat voor 'Big, Open and Linked Data'. Binnen een Leiden-Delft-Erasmus (LDE) verband werken Computer Science (Universiteit Leiden) en Governance (Campus Den Haag) samen met Architectuur (Delft). Maar ook praktijkorganisaties zoals InterPsy en Lentis doen mee.
NeurolabNL
Een startimpuls vanuit de Nationale wetenschapsagenda (NWA) over pesten en sociale inclusie en de effecten op de hersenontwikkeling. In dit project werken de universiteiten van Groningen, Leiden, Utrecht, Tilburg en Rotterdam samen met partners uit de praktijk: Nederlands Jeugd Instituut (NJI), Stichting School en Veiligheid, Hersenstichting, KiVa, Prima, Kanjertraining en Respect Education.
24 september: School en Veiligheid Masterclass
Rieffe tot besluit: 'Met al deze onderzoeksprojecten willen we samen met professionals en andere betrokkenen werken aan een beter sociaal inclusief klimaat op scholen en andere ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren. Hiertoe hebben we op nationaal en internationaal niveau onze krachten gebundeld. Steeds meer landen zien hier het belang van in en doen mee.'