Van Constantijntje tot Tonio: het dode kind in de Nederlandse literatuur
Het is een van de aangrijpendste literaire genres: ‘dodekindliteratuur’. De Leidse letterkundigen Rick Honings, Olga van Marion en Tim Vergeer stelden het eerste overzichtswerk samen over dit thema in de Nederlandstalige literatuur. De schuldvraag en de rol van God komen vaak terug. ‘Is God een krokodil?’
De afgelopen jaren kwamen opvallend veel romans uit waarin het overlijden van een kind centraal staat, zoals Contrapunt van Anna Enquist en Tonio van A.F.Th. van der Heijden. Dit dramatische onderwerp staat internationaal ook in de belangstelling. In 2000 verscheen Representations of Childhood Death, een bundel over kinderdood in de Angelsaksische literatuur. Van Marion, Honings en Vergeer vonden dat het Nederlandse taalgebied ook zo’n overzichtswerk, vanaf de middeleeuwen tot nu, verdiende. Zij stelden een bundel samen met negentien auteurs, onder wie zijzelf. De bundel is voortgekomen uit een mastercollege over dit onderwerp.
Afspiegeling tijd
De besproken romans en gedichten zijn in hoge mate een afspiegeling van hun tijd, stelt Vergeer. Nog tot in de negentiende eeuw stierf een kwart van de kinderen voor de vijfde verjaardag. Dat wil niet zeggen dat het verdriet in het verleden veel minder was, maar de dood van een kind was wel minder uitzonderlijk. In de middeleeuwen wordt in wereldlijke teksten nauwelijks gerept over dode kinderen. Wel figureren ze in heiligenlevens en mirakelverhalen waar bijvoorbeeld verdronken kinderen dankzij goddelijke genade weer tot leven worden gewekt. Ondanks de grote verschillen tussen de perioden zijn er ook constanten door de eeuwen heen, aldus Vergeer. Veel boeken en gedichten bevatten drie vaste elementen: lofprijzing van de overledene, verdriet en vertroosting.
'Constantijntje, 't zaligh kijntje,
Cherubijntje, van om hoogh,
D'ydelheden, hier beneden,
Vitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy?
Waarom greit ghy, op mijn lijck?
Boven leef ick, boven zweef ick,
Engeltje van 't hemelrijck:
En ick blinck 'er, en ick drincker,
't Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
Dertel van veel overvloets.
Leer dan reizen met gepeizen
Naar pallaizen, uit het slick
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.
Eeuwigh gaat voor oogenblick.'Vondel, Kinder-lijck (1632)
Kinder-lijck
Religie blijft lange tijd een dominant thema, aldus Van Marion. ‘Is Godt de krokodil, die ’t versch gebooren kint,/ Aan d’oevers van den Nijl, voor lekkerny verslint?’ Dat schrijft de zeventiende-eeuwse dichter Joost van den Vondel in zijn hekeldicht Decretum horribele. Vondel verzet zich fel tegen het idee dat ook onschuldige zuigelingen in de hel kunnen belanden. De dichter verloor in die tijd zelf twee kinderen. Vondels gedicht Kinder-lijck (1632), over zijn overleden zoontje Contantijn die nog geen jaar werd, is ogenschijnlijk eenvoudig en berustend. Constantijntje is een vrolijk engeltje dat vanuit de hemel verzekert dat hij het daarboven nog beter heeft dan op aarde. Het gedichtje biedt duidelijk troost, maar dat niet alleen. ‘Kinder-lijck kan ook gezien worden als een protest tegen alle orthodox-calvinistische pogingen om van God een krokodil te maken die zelfs baby’s naar de hel stuurt’, concludeert Van Marion.
Therapeutisch schrijven
Vanaf de Romantiek in de negentiende eeuw beschrijven auteurs de dood van een kind met nog meer emotie. Honings: ‘In plaats van de dood van het kind gaat het vooral om het verdriet van de achterblijvers. De auteurs schrijven de emoties van zich af.’ Een uitzondering vormen de naturalistische romans van eind negentiende eeuw, waarin heftige gebeurtenissen zo objectief mogelijk worden opgeschreven. Na dit naturalistische intermezzo worden de boeken weer emotioneler. De schuldvraag is en blijft een belangrijk thema. Zoals in de roman Een roos van vlees (1963) van Jan Wolkers. Hierin zet Wolkers uiteen hoe zijn tweejarige dochtertje omkwam in het bad, terwijl hij en zijn vrouw ruzie maakten. Het schrijven van dit boek hielp Wolkers om de verschrikkingen van het ongeluk te verwerken, concludeert Wolkers-biograaf Onno Blom.
Tonio
Het hartverscheurende genre trekt in de eenentwintigste eeuw in toenemende mate een groot lezerspubliek dat zeer nieuwsgierig is naar het ‘echte leven’ van literaire beroemdheden. Tonio (2011) van A.F.Th. van der Heijden over het overlijden van zijn 21-jarige zoon, werd een bestseller. Hoewel emotioneel is het boek, net als zovele andere romans in dit genre, ook heel geconstrueerd. Honings: ‘De roman Tonio is een typische Van der Heijden. Hij maakt er echt een monument van, maar het boek bevat ook een spannende verhaallijn en een thrillerelement.’ Van der Heijden merkte er zelf in een interview in het televisieprogramma College Tour over op dat het een ‘requiemroman’ is, en niet een ‘afvalbak waar je alles in pleurt’.
Vrouwen moeten rouw verdedigen
Diverse auteurs keken ook naar de rol van gender en de receptie door recensenten. Sommige mannelijke critici vonden dat Anna Enquist het verdriet over haar verongelukte dochter Margit in haar roman Contrapunt (2008) wel erg zwaar emotioneel beschreef. Van Marion: ‘Bij vrouwen zien recensenten het vaak eerder als een soort verwerkingsliteratuur dan als echte literatuur. Bij mannen wordt het eerder als moedig gezien dat ze zo open zijn.’
Waarom is het genre populair?
Hoe komt het dit bijzondere genre tegenwoordig zo populair is onder lezers? Van Marion: ‘Dat is niet alleen nu zo. François Haverschmidt trok in de tweede helft van de negentiende eeuw al volle zalen met zijn hartverscheurende verhaal ‘Mijn broertje’. Deze verhalen bevatten weliswaar horror, maar angst en verdriet hebben ook een grote aantrekkingskracht.’
Van Constantijntje tot Tonio. Het dode kind in de literatuur Redactie: Rick Honings, Olga van Marion en Tim Vergeer. Uitgeverij Verloren. ISBN:9789087047238 Prijs €29 Verschijningsdatum: 26 april 2018
(LvP)
Dit is het eerste artikel in een serie van drie over thema's in de literatuur waarmee Leidse wetenschappers affiniteit hebben. Het tweede artikel is 'Zonder empathie geen zorg' over het boekje 'Helende woorden - romans over ziek-zijn' van prof.dr. Ad Kaptein, medisch psycholoog. Het derde zal gaan over het recht in de literatuur.