De psychologie achter een hard politiek debat
De toon van het politieke debat verhardt, ook in Nederland. Dat komt volgens hoogleraar Klinische Psychologie Willem van der Does onder meer doordat emoties in het stemhokje veel belangrijker zijn dan rationele overwegingen. ‘Je kunt niet blijven judoën als er ook een kickbokser meedoet.’
Donald Trump gaf haast Suske-en-Wiske-achtige bijnamen aan zijn tegenstanders: Crooked Hillary, Lyin’ Ted en Low Energy Bush. Deze tactiek heeft bijgedragen aan zijn overwinning, denkt Van der Does. ‘Als geen ander wist hij zwakke plekken bij zijn tegenstanders te detecteren, om die met een welgekozen bijnaam en eindeloze herhalingen bij het publiek in te peperen. Het is voor de tegenstander bovendien erg moeilijk om zich daaraan te ontworstelen. Bij verkiezingen waarbij kiezers gedreven worden door angst – zoals ook nu – is het essentieel om als sterk leider over te komen. Een aanval op de man of vrouw kan dat beeld flink beschadigen.’
Ad hominem
Ook in Nederland behoort het ad hominem inmiddels tot de standaarduitrusting van politici. ‘De afgelopen jaren hebben Pim Fortuyn en Geert Wilders de spelregels veranderd,’ zegt Van der Does. ‘Zij zetten veel hoger in op de escalatieladder door hun opponenten persoonlijk aan te vallen.’ Zo noemde Wilders de voormalige minister Ella Vogelaar ‘knettergek’ en was Job Cohen ‘een bedrijfspoedel’.
Overdrive
Wilders hanteert net als Trump de tactiek van harde karakteraanvallen, al zijn de bijnamen van Trump vooralsnog effectiever. Van der Does: ‘Ik verwacht dat Wilders in de komende campagne in de overdrive zal gaan. De vraag is of zijn tegenstanders hem met gelijke munt zullen terugbetalen. De eerste die dat effectief doet, kan de anti-PVV-stem naar zich toetrekken en zal nog hoge ogen gooien. Tot nu toe blijft het vrij vlak. Als dat zo blijft, blijft het veld versnipperd.’
Gevoel
Dat politici steeds vaker de persoonlijke aanval kiezen, is niet zo verrassend. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat stemmen niet zo’n rationeel en weloverwogen proces is als we onszelf graag voorhouden. ‘De standpunten van een partij bepalen maar in kleine mate op welke partij je stemt,’ zegt Van der Does. ‘Veel belangrijker is je gevoel bij die partij, en vervolgens je gevoel bij een lijsttrekker.’
Charismatisch
Van der Does noemt als voorbeeld de politieke debatten. ‘Uit onderzoek blijkt dat je meestal niet veel onthoudt van wat er wordt gezegd. Wat overkomt en beklijft is hoe de politicus dat doet: komt hij of zij betrouwbaar en daadkrachtig over. Als je wil weten wie het debat wint, kijk dan zonder geluid. Nu kiezers steeds minder loyaal zijn aan partijen, is de persoon van de lijsttrekker almaar belangrijker. Bij D66 zie je het duidelijkst dat het zetelaantal samenhangt met het charisma van de partijleider, maar het speelt bij alle partijen.’
Verzoening
De escalatie van het debat is volgens Van der Does problematisch. Zo noemt hij het ‘afbrandrisico’ van politici: wie wil nog de Tweede Kamer in als het zo’n slagveld is? Bovendien zorgt de toon van het debat ervoor dat politici elkaar op een gegeven moment niet meer als opponenten zien, maar als vijanden. ‘Wie het debat eenmaal laat escaleren, kan steeds moeilijker een stapje terug doen. Verzoening wordt lastiger.’
Terugslaan
Is de verharding van het debat te stoppen? Van der Does vermoedt dat dat lastig is. ‘Ik zou elke politicus die onheus wordt aangevallen zonder meer adviseren om gepast in de tegenaanval te gaan. Laat je een karakteraanval onbeantwoord, dan geef je impliciet de boodschap af dat anderen je ongestraft mogen beledigen – dat staat niet goed voor een kandidaat-premier. Je kunt niet blijven judoën als er een kickbokser rondloopt.’ Toch betekent dat niet dat een politicus alleen kan escaleren. Je kunt ook proberen het patroon te benoemen. Dat deed Diederik Samson (PvdA) bijvoorbeeld tijdens een debat met Mark Rutte (VVD) in 2012, toen hij de premier verweet: ‘Nu doet u het weer’.