Logo Universiteit Leiden.

nl en

Stap 2: verkennen

Wat is er al bekend?

Bronnen

Om uit te zoeken wat er al bekend is over je onderzoeksvraag, ga je bronnen raadplegen, bijvoorbeeld via de mediatheek, via internet of via experts. Denk bij deze stap aan alle middelen die informatie over jouw onderwerp kunnen ontsluiten; denk dus ook aan relevante berichten op social media, video's etc. Ga voor meer informatie over het vinden, beoordelen en gebruiken van bronnen naar de Bronnenwijzer.

Overzicht

Houd de geraadpleegde bronnen en de informatie die je bruikbaar vindt goed bij in een overzicht, met datum van raadpleging bij digitale bronnen en met paginanummers bij papieren bronnen. Kijk vooraf goed naar de regels die jouw school hanteert voor het opstellen van het bronnenoverzicht en voor verwijzingen. Hoe beter je deze stap uitwerkt, des te makkelijker is straks bij stap 6 het schrijven van je profielwerkstuk.

Definitief

Door het bestuderen van bronnen, krijg je ideeën om antwoorden op de onderzoeksvraag te vinden. Soms blijkt dan dat de onderzoeksvraag nog verder aangescherpt moet worden, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat het onderzoek uitvoerbaar blijft. Nu formuleer je dus de definitieve onderzoeksvraag.

Hypothese

Wat zouden mogelijke antwoorden op de onderzoeksvraag kunnen zijn? Een mogelijk antwoord, waarin je ook aangeeft wat de redenen zijn waarom je denkt dat dit het antwoord is, noemen we een hypothese. Het formuleren van een hypothese helpt je om na te denken over welke factoren een rol kunnen spelen in je onderzoek. Deze factoren kun je opnemen in deelvragen, die horen bij de onderzoeksvraag. Uit het onderzoek moet vervolgens blijken of de hypothese juist is of niet. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.