Lesmiddelen om leerlingen betrokken te houden
Leerlingen en studenten leren het beste als ze actief met lesstof aan de gang zijn. Hoogleraar Wilfried Admiraal onderzoekt de beste lesmiddelen en opdrachten om dit voor elkaar te krijgen.
Probleemoplossende opdrachten in het voortgezet onderwijs
Onderzoek wijst uit dat leerlingen en studenten het beste leren als ze actief met lesstof aan de slag zijn. Welke middelen en opdrachten moet je inzetten om dit voor elkaar te krijgen? Wilfried Admiraal doet onderzoek naar dit soort vraagstukken in het voortgezet en hoger onderwijs. Hij gebruikt een mix van praktijk en theorie. Projecten worden in een klas uitgevoerd, in samenwerking met docenten. Soms voeren docenten het onderzoek volledig zelf uit. Admiraal destilleert uit deze praktijkonderzoeken vervolgens algemene conclusies.
Zo deed hij in het voortgezet onderwijs onderzoek naar de beste opdrachten om leerlingen actief te laten leren. ‘Dat gaat het beste’, zegt Admiraal ‘als leerlingen zogeheten probleemoplossende taken krijgen voorgeschoteld, die ze in een groepje moeten vervullen. Uit de praktijk blijkt dat de beste opdrachten een cognitief conflict opleveren. Leerlingen moeten bij het lezen van een probleem denken: ‘hè, hier snap ik niets van.’ Tegelijkertijd moeten ze het gevoel hebben dat het probleem oplosbaar is, als ze er maar samen aan werken.’
Mysterie in de favela
Goed voorbeeld van zo’n opdracht zijn zogeheten mysteries, die in een onderzoeksproject op zes scholen werden ingezet. De mysteries waren bedoeld om geografisch denken aan te leren. Eén opdracht gaat over Fabio, die in een favela (sloppenwijk) in Rio de Janeiro woont. De favela wordt geteisterd door aardverschuivingen. Toch weigert Fabio, om uiteenlopende geografische en economische redenen, te vertrekken. De leerlingen krijgen stukjes informatie, onder meer over het gebied waarin Fabio woont en zijn reistijd naar het centrum van Rio. Op die manier moeten de leerlingen Fabio’s beweegredenen bij elkaar puzzelen, en samen presenteren.
Uit het onderzoek bleek dat leerlingen die met zo’n opdracht aan de slag gingen, betere leerresultaten lieten zien op gebied van geografisch denken dan leerlingen die deze denkwijze uit een boek leerden.
Hoger onderwijs: digitale leeromgevingen
In het hoger onderwijs kijkt Admiraal naar de beste digitale leeromgevingen (zoals MOOCS of andere typen online onderwijs) om actief leren te stimuleren. Hoe communiceren studenten binnen zo’n leeromgeving, hoe werken ze samen aan opdrachten, en hoe zorg je dat ze bij een opdracht betrokken blijven? Vooral die laatste vraag speelt bij veel docenten in het hoger onderwijs.
‘Steek je hoofd om de virtuele deur’
Admiraal bekeek dit door het gedrag van studenten binnen de online leeromgevingen te volgen: hoe vaak bezoeken ze de omgeving, hoe actief zijn ze, hoe verandert hun gedrag? ‘In zijn algemeenheid blijkt dat opdrachten in een online omgeving aanvullend moeten zijn aan fysiek onderwijs. Verder moet je elkaar echt nodig hebben om een taak tot een goed einde te kunnen brengen, bijvoorbeeld door alle deelnemers afzonderlijk stukje informatie te geven die het team bij elkaar moet puzzelen. Tip drie: werk toe naar een tastbaar product. En de laatste tip: laat het eindproduct authentiek zijn, toepasbaar in de echte wereld.’
Binnen een online omgeving is het belangrijk dat de docent zo af en toe meekijkt, om ervoor te zorgen dat studenten actief aan de opdrachten blijven werken. ‘Bijvoorbeeld door een vraag te stellen in het discussieplatform. Zo steek je als docent even je hoofd om de virtuele deur.’