Kinderen met leer- en gedragsproblemen in het onderwijs (MSc)

Studieprogramma

Het onderwijsprogramma van de masterspecialisatie bevat 3 inhoudelijke vakken over de volgende onderwerpen:

1. Kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Je doet uitgebreide kennis over de cognitieve en neuropsychologische processen op die plaats vinden bij kinderen met leer- en gedragsproblemen. Je leert verschillende problemen te identificeren en hoe deze binnen het onderwijs behandeld moeten worden.
2. Klinische vaardigheden (diagnostiek en behandeling). Je krijgt inzicht in het wetenschappelijke en cyclische karakter van het proces van diagnostiek en behandeling.
3. Learning and ongoing evaluation of learning: een introductie in Curriculum-Based Measurement (CBM). CBM is een methode die gebruikt wordt om de effecten van verschillende didactische programma’s op het leerproces van kinderen met leer- en gedragsproblemen systematisch te evalueren en leerkrachten te helpen effectieve individuele programma’s voor deze leerlingen te ontwikkelen.

Daarnaast word je getraind in methoden en technieken van onderzoek. 

Stage

Een belangrijk onderdeel van de masterspecialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs is de stage. Je leert wetenschappelijke kennis en academische vaardigheden toe te passen in een realistische werksituatie en zelfstandig en verantwoordelijk te functioneren in een organisatie. Tijdens je stage ontwikkel je je verder in de onderwijspraktijk of het wetenschappelijk onderzoek.

Masterproject

Het Masterproject vormt het sluitstuk van de masterspecialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs. Je onderzoekt een vraag op het terrein van deze specialisatie. Over je onderzoek schrijf je een individuele scriptie en geef je een presentatie.

NVO-registratie

De Leidse masterspecialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs voldoet, in combinatie met de Leidse Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen – specialisatie Orthopedagogiek of Leerproblemen, aan alle eisen die gesteld worden door de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) voor de registratie Basis-Orthopedagoog. Ook is het mogelijk de NVO Basisaantekening diagnostiek te behalen.

Als je elders een universitaire bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen hebt behaald, kun je, soms na het behalen van een of enkele extra vakken, ook in aanmerking komen voor de klinische NVO-registraties.

Starten in februari

Starten in februari

We raden aan om in september te starten met de master, omdat je in dat semester de voorbereidende vakken voor de stage en het master volgt. Als je toch de MSc in februari wilt starten, dan stroom je in het tweede gedeelte van ons programma. Je begint dan direct met het masterproject. Je kunt echter niet direct starten met een klinische stage, omdat je daar de voorbereiding voor mist. Dit betekent dat je sowieso langer dan een jaar over de master doet.