Wiskunde (BSc)
Studieprogramma
Het ontwikkelen van een brede wiskundebasis staat centraal in de eerste twee jaar. In het derde jaar is er ook veel ruimte om vakken te kiezen in de richting die jou het meest ligt.
- De bachelor duurt drie jaar: 60 studiepunten (EC) per jaar.
- Ieder jaar bestaat uit twee semesters van 14 weken, afgesloten met een tentamenperiode van een maand.
Een aantal vakken uitgelicht
Caleidoscoop
Bij het vak Caleidoscoop komen onderwerpen als reële getallen, logica en grafentheorie aan bod en leer je hoe je wiskunde studeert.
Wiskundige structuren
Bij Wiskundige structuren staan de fundamenten van de wiskunde centraal: verzamelingen, definities, stellingen en bewijzen.
Combinatoriek en optimalisering
Bij Combinatoriek en optimalisering ga je aan de slag met het systematisch oplossen van problemen die zich voordoen bij bijvoorbeeld transport, voorraadbeheer, kostenoptimalisering en het vermijden van wachtrijen. Dit is een voorbeeld van toegepaste wiskunde.
Inleiding statistiek (verplicht vak)
Bij Inleiding Statistiek draait het om het schatten van kansverdelingen en het toetsen van hypothesen, wat essentieel is bij de meeste vormen van zowel toegepast als wetenschappelijk onderzoek. In dit vak worden de basisconcepten schatters, toetsen en betrouwbaarheidsintervallen, en algemene principes besproken.
Seminarium Presenteren en communiceren (verplicht vak)
Bij het vak Seminarium Presenteren en communiceren leer je hoe je een wiskundige voordracht houdt en hoe je een wiskundig artikel schrijft.
Algebra 2 (keuzevak)
Dit vak is een vervolg op het vak Algebra 1 in het eerste jaar. Een kernbegrip in de algebra is dat van een ‘groep’. Het begrip schept eenheid in een veelheid van situaties. Zo kunnen zowel het rekenen met gehele getallen als het werken met de symmetrieën van bijvoorbeeld een kubus in de groepentheorie worden ondergebracht. Algebra heeft onder meer toepassingen in de cryptografie.
In het derde jaar kun je vakken zelf kiezen of een minor volgen. Je sluit het derde jaar af met het bacheloronderzoek.
Bekijk alle vakken in de studiegids
Hoe vul jij je keuzeruimte in?
Het eerste jaar van je studie ligt -op één keuzevak na- vast: je krijgt een uitgebreide inleiding in het vakgebied. Deze wiskundebasis verdiep je in het tweede jaar. In je derde jaar heb je een grote vrije keuzeruimte die je zelf kunt invullen met keuzevakken, een minor, een stage of studeren in het buitenland.
Van je keuzeruimte mag je 30 studiepunten invullen met een minor. Dat is een thematisch samenhangend vakkenpakket buiten je hoofdopleiding. Met een minor kun je eigen accenten geven aan je opleiding of je opleiding verbreden. Denk bijvoorbeeld aan een pakket ingevuld met vakken uit een talenstudie of uit de rechtenstudie.
Lees meer over minoren
Een studieperiode in het buitenland is de kans om je horizon te verbreden. Specialistische kennis die in Leiden niet voorhanden is, vind je soms wel bij een universiteit in het buitenland. Je leert je redden in een onbekende omgeving. Je verbetert je talenkennis en vergroot je kansen op de arbeidsmarkt.