Onderzoek naar vertrouwen in het strafrechtsysteem krijgt 1,5 miljoen euro
Hoe kan het wederzijds vertrouwen tussen instanties in het strafrechtsysteem, en jongeren met een migratieachtergrond of een zwakkere sociaaleconomische positie worden versterkt? Een consortium krijgt 1,5 miljoen euro van de Nederlandse wetenschapsagenda (NWA) om dit uit te zoeken.
In het consortium werken wetenschap, politie, Openbaar Ministerie, lokale overheden en diverse maatschappelijke organisaties samen. Ze kijken niet alleen naar het wederzijds vertrouwen tussen de instanties en jongeren, maar ze gaan ook op zoek naar interventies die problematische ongelijkheden in het bestraffen van criminaliteit kunnen monitoren en verminderen.
Vanuit Universiteit Leiden zijn universitair hoofddocent Hilde Wermink (Instituut voor Strafrecht en Criminologie) en hoogleraar Criminology and Criminal Justice Arjan Blokland aanvragers van dit onderzoek, genaamd In search of trust (IST): Towards effective interventions to monitor and reduce ethno-racial and socio-economicsanctioning disparities. Het consortium staat onder leiding van hoogleraar Arjen Leerkes (Erasmus Universiteit Rotterdam).
Wederzijds wantrouwen versterkt
Mensen met een migratieachtergrond en/of zwakkere sociaaleconomische positie hebben een relatief grote kans om in aanraking te komen met het strafrechtsysteem. En worden vaker veroordeeld dan andere verdachten van criminaliteit.
Als jongeren en instanties elkaar wantrouwen, ontstaat het risico dat jongeren bij de opsporing en bestraffing van criminaliteit nadelen ondervinden.
Een belangrijk vertrekpunt van het onderzoek is dat sociale verschillen in wederzijds vertrouwen tussen jongeren en het strafrechtelijk systeem zowel oorzaak als gevolg zijn van sociale verschillen in het opleggen van een straf, patronen van oververtegenwoordiging, en recidive. Als jongeren en instanties elkaar wantrouwen, ontstaat er een risico dat jongeren bij de opsporing en bestraffing van criminaliteit nadelen ondervinden. Dit versterkt vervolgens het wederzijds wantrouwen tussen jongeren en instanties. Het onderzoek is erop gericht om deze zogenoemde feedback loops beter te begrijpen, te monitoren en af te zwakken.
Monitoring en interventies
Het consortium werkt aan een landelijke justitiële gelijkheidsmonitor waarmee problematische sociale ongelijkheden in de opsporing en het bestraffen van criminaliteit kunnen worden waargenomen en gevolgd. Ook gaan de onderzoekers met jongeren, agenten en andere professionals uit de strafrechtsketen interventies ontwikkelen die het vertrouwen tussen jongeren en de politie versterken, en problematische ongelijkheden in het bestraffen van criminaliteit verminderen.
Het gaat daarbij om video-ondersteund lesmateriaal voor nieuwe agenten, jongeren in het voortgezet onderwijs, en jongeren die voor het eerst als verdachte in aanraking komen met de politie. Verder wordt met (voormalige) delinquente jongeren en professionals naar aanknopingspunten gezocht voor aanvullende interventies, bijvoorbeeld in relatie tot de vervolging van verdachten door het Openbaar Ministerie.
Projectleider Leerkes: ‘We zijn ontzettend blij met deze financiering en ook voor Nederlandse jongeren is dit geweldig nieuws. De samenleving wordt etnisch diverser en economisch ongelijker. Hiermee investeert Nederland in een rechtvaardige, veilige toekomst voor iedereen.’
Uniek consortium
Het consortium is een samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden (criminologie), Erasmus Universiteit Rotterdam (sociologie, pedagogiek, criminologie, strafrecht), de Politieacademie, de Hogeschool Rotterdam (social work), het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), de Politie Rotterdam, Halt Nederland, het Openbaar Ministerie, de gemeente Rotterdam, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, RADAR, Durdu advocaten Rotterdam, Amnesty International, de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Nationale Politie, het CBS, en de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer.
Foto: Unsplash