‘Cleveringa’s erfgoed herinnert ons eraan dat we waakzaam moeten zijn’
De wereld liet Rwanda in de steek ten tijde van de genocide en dat mag nooit meer gebeuren, zo stelde Cleveringahoogleraar Roméo Dallaire in zijn oratie op 26 november. Ook vroeg de Canadese generaal buiten dienst aandacht voor getraumatiseerde soldaten. ‘We moeten onze soldaten beter voorbereiden op complexe en ambigue missies.’
Het was in meerdere opzichten een buitengewone Cleveringa-oratie. In plaats van op de hoogste tree van het katheder in het Academiegebouw hield Dallaire zijn toespraak voor de webcam in zijn Canadese woonplaats. In deze tijd naar Leiden afreizen was een brug te ver. Het Academiegebouw was nog nooit zo schaars gevuld tijdens een Cleveringa-oratie. Een mini-cortège, met een vertegenwoordiging van het college van bestuur, de decanen en enkele hoogleraren, nam er plaats, naast een paar familieleden van de in Nederland geboren Dallaire. De rest van het publiek volgde thuis de livestream van de zeer persoonlijke oratie. Een ding was wel bij het oude gebleven: Dallaire kon in vol ornaat oreren, want de pedel had de traditionele toga en baret naar Canada gestuurd.
Meisje met bomvest
Met schokkende voorbeelden vertelde de generaal buiten dienst over de pijnlijke dilemma’s van zijn soldaten in de frontlinie. ‘Stel je voor: je hebt het bevel gekregen om gevaar uit te schakelen. Maar wanneer je door de loop van je geweer kijkt, zie je een 12-jarig meisje met een bomvest aan. In een split second moet je reageren en een goede uitkomst is er niet. Als je niets doet, zal er een bom afgaan op een drukke markt die tientallen slachtoffers maakt. Als je vuurt kun je nooit meer je eigen kinderen recht in de ogen kijken.’
Stop de missie
Bij het volgende dilemma was de generaal buiten dienst zelf de hoofdpersoon. ‘Stel je voor: je bent de commandant van een internationale vredesoperatie terwijl er een genocide plaatsvindt: mensen worden massaal afgeslacht en hun verminkte lichamen liggen overal in de straten. Je hebt 32.000 mensen in je kamp die bescherming willen, maar je hebt geen voedsel, geen water, geen munitie en het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York beveelt je om de missie te verlaten.’
Morele verantwoordelijkheid
Voor dit dilemma stond Dallaire toen hij in 1994 als commandant een VN-vredesmissie leidde in de burgeroorlog in Rwanda. De Canadees vroeg om meer ondersteuning, maar de Verenigde Naties besloten de VN-troepen juist terug te roepen. En dat terwijl de Hutu’s een ware slachtpartij waren begonnen onder Tutsi’s en gematigde Hutu’s. ‘Ik kreeg te horen dat er geen olie was in Rwanda of andere strategische hulpbronnen.’ Bovendien vond secretaris-generaal Boutros-Ghali de situatie te gevaarlijk voor een vredeskorps van 450 soldaten. Dallaire weigerde zich terug te trekken. ‘Net als professor Cleveringa zag ik in dat ik een grotere morele en ethische verantwoordelijkheid had.’
Zijn sommige mensen meer mens?
Samen met een contingent Canadese, Ghanese en Tunesische soldaten bleven ze nog een tijd in Rwanda om de burgers in hun kamp te beschermen. Dat lukte, maar in de rest van Rwanda zouden 800.000 Rwandezen vermoord worden in honderd dagen tijd, aldus Dallaire. In diezelfde tijd stuurden de VN en de NAVO wel tienduizenden soldaten naar de burgeroorlog in het voormalige Joegoslavië. Sindsdien heeft Dallaire altijd die ene knagende vraag: zijn sommige mensen dan meer mens dan anderen?’
Kind van de genocide
Hij memoreerde de uitgehongerde jongen die in Rwanda plotseling voor zijn truck opdook. De jongen vluchtte naar zijn hut waar ze hem aantroffen tussen de dode lichamen van zijn ouders en broers en zussen, al aangevreten door honden en ratten. ‘Ik keek hem in de ogen - dit kind van de genocide – en ik zag de ogen van mijn zes jaar oude zoon. Dit kind in het midden van een burgeroorlog was even menselijk als mijn eigen zoon thuis.’
PTSS
Door deze traumatische ervaringen in Rwanda stortte Dallaire in en kampte jarenlang met een posttraumatische stressstoornis, PTSS. Destijds was er nauwelijks aandacht en zorg voor getroebleerde militairen zoals hij. Dallaire probeerde zijn trauma’s te verdrinken in alcohol en deed meerdere keren een zelfmoordpoging, vertelde hij openhartig. En hij bleek lang niet de enige soldaat die zichzelf van het leven wilde beroven: 158 Canadese soldaten werden gedood in Afghanistan maar nog eens 71 soldaten van die missie pleegden zelfmoord. ‘We moeten niet alleen de gesneuvelde soldaten herdenken, maar ook degenen die zichzelf van het leven beroofden. Het is essentieel dat we soldaten beter voorbereiden op dit soort complexe en ambigue missies.’
Wees waakzaam
Dallaire sloeg de brug naar Cleveringa. ‘Zoals Cleveringa wist, en ik weet dat jullie weten: geen enkel mens heeft meer recht op leven, waardigheid en respect dan ieder ander. Maar de schendingen zijn aan de orde van de dag: ‘Seksueel geweld, terrorisme, het gebruik van kindsoldaten…’ Daarom vecht de oud-generaal met zijn Dallaire Institute voor de rechten van kinderen. Hij eindigde met een oproep aan overheden en kennisinstituten zoals universiteiten om zich hier nog meer voor in te zetten. Daarnaast had de Cleveringa-hoogleraar een boodschap voor de jeugd. ‘Ik doe een beroep op kinderen en jongeren om mee te doen, zij zijn de generatie zonder grenzen omdat ze instinctief lijken te begrijpen hoe verbonden de hele mensheid is.’ Dallaire refereerde tot slot weer aan Cleveringa. ‘Zijn erfgoed herinnert ons dat we waakzaam moeten zijn, nu en voor altijd. Omdat ieder mens een mens is. En geen enkele mens is meer mens dan een ander.’
Tekst: Linda van Putten
Beeld: Marc de Haan
Video
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website of