Aris Politopoulos: ‘Ik gebruik spel als onderwijsvorm’
In zijn colleges combineert Aris Politopoulos archeologie met videogames. Hij is een van de drie genomineerden voor de LUS Onderwijsprijs 2020. ‘Een goede docent staat altijd open voor feedback van zijn studenten.’
Aris Politopoulos is docent in zowel de bachelor als master van Archeologie. Zo geeft hij in het tweede jaar van de bachelor colleges in twee algemene vakken over de ontwikkeling van (vroege) steden en de archeologie van antieke rijken, en in de researchmaster geeft hij een vak over Archeologie van Assyrie. Daarnaast doceert hij in het vak Science Communication bij Archeologie, op een bijzondere manier: samen met een aantal collega’s geeft hij archeologisch commentaar tijdens livestreams van videogames. Dat doet hij niet alleen voor studenten, maar ook voor andere geïnteresseerden via de VALUE Foundation, waar hij medeoprichter van is.
Wat was je eerste reactie toen je hoorde dat je genomineerd was voor de LUS Onderwijsprijs?
‘Ik was ontzettend verrast, en heel blij! Ik geef nu vier jaar les, en elk jaar denk ik: het zou echt gaaf zijn om genomineerd te worden voor die prijs. En nu ben ik het! Het is zo mooi omdat het de studenten zijn die je nomineren. Dat is de beste beloning: dat je studenten je waarderen als docent.’
Wat kenmerkt jouw stijl van doceren?
‘Casual, en dan in de positieve zin van het woord. Academisch onderwijs is natuurlijk een serieuze aangelegenheid. Maar die serieusheid maakt het soms minder boeiend of minder herkenbaar voor studenten. Ik probeer het wat luchtiger te houden, zonder af te doen aan de inhoud uiteraard. Ik wil dat mijn studenten zich vrij voelen om alles te vragen, dus ik probeer de afstand tussen mij als docent en hen als student te verkleinen. Dat lijkt te werken – ze weten mij soms ook te vinden om andere zaken te bespreken.'
'Ik denk dat dat een van de redenen is waarom ik genomineerd ben, dat ze mij benaderbaar vinden. Dat ik met studenten mee op opgravingen ga, helpt natuurlijk ook mee: dan ga je sowieso vaak wat vriendschappelijker met elkaar om. Maar ik denk vooral ook dat studenten het gewoon leuk vinden wat ik doe: archeologie combineren met videogames.’
Wat doe je dan precies met videogames? Hoe zet je die in je onderwijs in?
‘Het is een belangrijke focus van mijn onderzoek: hoe archeologie terugkomt in videogames. Wat ik bijvoorbeeld doe, is een spel onder de loep nemen en kijken hoeveel van de ‘archeologische informatie’ nu precies klopt, en wat de spelers daardoor leren over bijvoorbeeld de ontwikkeling van steden of (wereld)rijken. Voor een specifieke opdracht heb ik mijn studenten laten kijken naar een livestream waarin ik videospellen speel en becommentarieer, en hen daar weer op laten reflecteren. Ook heb ik ze een archeologische recensie laten schrijven van een spel naar keuze.’
‘Het leuke is, dat ook studenten die eigenlijk geen videogames spelen, dit leuke opdrachten vinden. Want het spelelement herkent iedereen. De inzet van spel en verbeelding zijn niet zo vanzelfsprekend binnen de academische wereld, terwijl het volgens mij wel een enorme toegevoegde waarde heeft. Ik gebruik spel ook echt als onderwijsvorm.’
Het is een bijzonder jaar voor docenten, in maart moest al het onderwijs halsoverkop online worden. Hoe was die switch voor jou?
‘Aan het begin was het natuurlijk ontzettend veel werk, omdat je al je lessen om moet gooien en moet uitzoeken hoe je dat moet doen. Grote groepen studenten konden we niet live college geven, niet alleen vanwege de software maar ookomdat er dan altijd wel één iemand met verbindingsproblemen tussen zit. Dus ben ik video’s gaan opnemen. Gelukkig had ik daar dus al ervaring mee én goede apparatuur voor vanwege mijn livestreams. Ik heb al een green screen, en kon een “studio” maken in mijn huis. Er zijn zelfs wat collega’s langsgekomen om ook in mijn studio colleges op te nemen!’
‘Je moet zo’n videocollege wel echt anders aanpakken dan je gewone college, want bij het kijken naar een video hebben mensen – niet alleen studenten – een veel kortere aandachtspanne dan bij een ‘echte’ spreker. Dus ik heb mijn video’s opgedeeld in hoofdstukken, zodat je ze in kleine stukjes kunt bekijken. Ik herhaal meer, en ik gebruik minder ingewikkelde termen want mensen kunnen me niet onderbreken om iets te vragen.’
‘Een voordeel is wel, zeker met mijn green screen, dat ik online wat meer kan dan in een collegezaal. Ik projecteer beelden achter mij, en sta als het ware in mijn presentatie, of in de stad waar ik iets over vertel. Maar ik mis het fysieke onderwijs zeker: het geeft een hele andere energie om in een collegezaal te staan. Vooral het contact met de studenten, de vragen tussendoor of in de pauzes, dat is online toch allemaal minder.’
Aris’ tips voor collega's over online onderwijs
‘Allereerst een technische tip: zorg voor een stabiele internetverbinding als je online onderwijs gaat geven. Het liefst via kabel (in plaats van via wifi). Het klinkt heel vanzelfsprekend, maar toch wordt het vaak genoeg over het hoofd gezien. Ten tweede: realiseer je dat niemand net zo goed functioneert vanuit huis als ‘gewoon’ op de universiteit – jijzelf niet, en ook je studenten niet. Dat is oké. En als laatste: ga attent om met de tijd van je studenten. Houd rekening met waar studenten op dit moment toe in staat zijn, en overlaad hen niet met werk nu het onderwijs online is. Ook voor hen is het lastig. Be mindful of your students’ time.'
Wat maakt iemand volgens jou een goede docent?
‘Een goede docent is bereid zijn studenten te begrijpen. Je moet niet alleen de inhoudelijke expert zijn die kennis overbrengt, maar ook naar je studenten luisteren en hun feedback in ontvangst nemen,’ zegt Politopoulos. ‘Als je studenten een opdracht niet begrijpen, niet goed uitvoeren of heel ingewikkeld vinden, moet je dat niet gelijk afdoen met “ze doen maar iets beter hun best”. Je moet kunnen accepteren dat jíj als docent soms iets moet veranderen om het bij de studenten goed aan te laten komen. Een voorbeeld uit mijn eigen praktijk: ik had een opdracht waarbij studenten een mindmap moesten maken. Veel van hen vonden dat heel lastig, kwamen er niet goed uit, en het resultaat liet dus ook te wensen over. Dus ben ik gaan denken hoe de opdracht anders kon. Het doel moest gelijk blijven, wat leren over hoe je informatie visueel weer moet geven is voor studenten – zeker bij archeologie – erg belangrijk. Maar nu mogen studenten ook andere visuele vormen dan de mindmap kiezen.’
Stel dat je wint, wat ga je dan doen met die 25.000 euro?
‘Oh ik heb echt een berg aan ideeën! Hoe dan ook komen spel en verbeelding erin terug, en dan niet alleen door iets te doen met videogames. Het lijkt me bijvoorbeeld mooi om samen met studenten een spel te maken, uiteraard met archeologie erin. Zo kunnen ze leren om op een andere manier naar archeologisch materiaal en kennis te kijken: hoe kunnen we het in een spel gebruiken, of hoe kunnen we met een spel mensen hier iets over leren. Een ander idee is om een platform te maken waar studenten zichzelf kunnen streamen, bij een videogame maar bijvoorbeeld ook tijdens labwerk of een opgraving. Andere studenten kunnen hier weer naar kijken, van leren of er commentaar op leveren. Zo maak je een vorm van peer education mogelijk.’
Tekst: Marieke Epping
Beeld: Aris Politopoulos
LUS Online Onderwijsprijs
De LUS Onderwijsprijs – tijdelijk omgedoopt tot Leidse Onderwijs-op-afstandprijs - is een initiatief van het Leids Universitair Studentenplatform (LUS). Bij de opening van het academisch jaar, dit jaar op 31 augustus, wordt de docent gelauwerd die zich het meest 'verdienstelijk heeft gemaakt in het onderwijs', dit jaar met een extra focus op online onderwijs. Alle studenten van de Universiteit Leiden kunnen een docent voordragen. Het LUS kiest vervolgens drie genomineerden. De winnaar krijgt voor vijf jaar een plaats aan de Leiden Teachers’ Academy en daarmee een beurs van 25.000 euro, gedurende die tijd te besteden aan onderwijsvernieuwing. De genomineerden in 2020 zijn Arianna Pranger (Geneeskunde), Nuno Atalaia (Geesteswetenschappen) en Aris Politopoulos (Archeologie).