Leiden biedt gevluchte wetenschapper nieuwe start
Wat als je als academicus je land moet ontvluchten, en hier in Nederland met praktisch niets terecht komt? De Hestiabeurs van wetenschapsfinancier NWO biedt gevluchte wetenschappers de kans om in Nederland hun academische carrière weer op te pakken. Bij het Instituut Psychologie hebben ze via deze beurs sinds kort een nieuwe collega, Recep. ‘Ik ben blij dat ik nu weer kan doen waarvoor ik ben opgeleid en waar ik gepassioneerd over ben.’
Als de Leidse psycholoog Anke Klein en haar nieuwe collega Recep praten over hun onderzoeksproject, spat het enthousiasme ervan af. Ze gaan kijken hoe de behandeling van specifieke angststoornissen bij kinderen effectiever kan. De onderzoeksopzet is al uitgedacht en Klein heeft Recep al – virtueel – voorgesteld aan veel van haar collega’s in Leiden en bij de buitenlandse universiteiten waar ze mee samenwerkt. Sinds 1 juli is Receps aanstelling bij de universiteit officieel. ‘Het voelt het nu écht als het begin, ook al hebben we al best veel gedaan,’ aldus Recep.
Politiek vluchteling
Twee jaar is hij nu in Nederland. Om politieke redenen moest Recep met zijn gezin zijn thuisland ontvluchten. Ruim anderhalf jaar lang verbleven hij en zijn gezin in asielzoekerscentra. ‘In het eerste centrum was het vooral wennen aan het feit dat we niet meer in het Midden-Oosten waren. Maar toen we verhuisden naar het tweede azc, na enkele maanden, begon ik met plannen maken. Hoe kon ik weer aan de slag?’ Recep deed in zijn thuisland onderzoek op het gebied van positieve psychologie, een vakgebied dat zich richt op het bestuderen van positieve ervaringen en eigenschappen, en/of inzetten ervan bij behandelingen. Een vriend die zelf naar Duitsland was gevlucht, gaf hem de tip om onderzoekers in zijn vakgebied te mailen die werkten bij universiteiten in de buurt. ‘Dat waren flink wat mails, want in de tussentijd verhuisden we ook nog eens van het AZC in Maastricht naar die in Apeldoorn!’
Ondersteuning via fondsen
Tot een baan leidden zijn mails niet: zonder definitieve verblijfsvergunning kon hij eigenlijk niet echt aan het werk. ‘Wel tipten ze mij dat ik bij sommige universiteiten colleges of vakken kon volgen.’ Ook kreeg hij tips over ondersteuningsprogramma’s voor gevluchte wetenschappers, zoals Scholars at Risk en Scholar Rescue. ‘En zo kwam ik ook uit bij de Hestia-impuls van NWO.’
Hestia-impuls
De Hestia-impuls van NWO is, zoals de wetenschapsfinancier het zelf omschrijft, een impuls om de Nederlandse wetenschap en academische arbeidsmarkt toegankelijk te maken voor gevluchte academici. Projectleiders van een onderzoek dat al door NWO of ZonMW is gefinancierd, kunnen via Hestia financiering krijgen om anderhalf jaar een wetenschapper met vluchtelingenstatus aan hun project te verbinden.
Nieuwe kans bieden
Anke Klein van het Instituut Psychologie is hoofdonderzoeker van zo’n project, en twijfelde er geen moment aan of ze haar onderzoek hiervoor zou aanmelden. ‘Ik vind het belangrijk om te helpen waar ik kan, niet alleen in mijn werk maar in het algemeen. Dit initiatief van NWO om vluchtelingen een nieuwe kans te bieden in de academie, vind ik erg goed. Ik deel mijn onderzoek, mijn liefde voor het vak heel graag – met collega’s, in internationale samenwerkingen, in het onderwijs – en ben dan ook blij dat ik dat nu met Recep kan delen!’
Angsten bij kinderen
Klein gaf een projectomschrijving van haar lopende onderzoek, die op de lijst van mogelijke Hestia-projecten kwam te staan. Recep: ‘Toen ik die omschrijving las, werd ik direct enthousiast en zag ik mogelijkheden om mijn expertise aan het onderzoek toe te voegen. Dus ik nam contact met Anke op.’ Na een aantal telefonische vergaderingen, besloten ze dat het inderdaad een match was en dat ze een projectvoorstel bij NWO in zouden dienen. En met succes: ze kregen de Hestia-impuls toegekend.
Positieve psychologie
Klein: ‘Mijn hoofdonderzoek gaat over de behandeling van specifieke angsten bij kinderen, zoals hoogtevrees, bang zijn voor injecties of voor clowns. De behandeling is helaas niet altijd even effectief. Recep is gespecialiseerd in positieve psychologie. Ons idee is om te onderzoeken of met methoden en technieken uit de positieve psychologie de effectiviteit van de bestaande behandelingen kunnen verhogen.’ Voor hun onderzoek gaan Klein en Recep in totaal tachtig kinderen onderzoeken. De helft krijgt tijdens de behandeling een training om hun zelfvertrouwen te vergroten, en de andere helft niet. Zo kan een goede vergelijking worden gemaakt van het effect van een training gebaseerd op positieve psychologie op de uitkomst van de behandeling.
Videobellen met nieuwe collega’s
Beginnen met werken in tijden van corona is wel vreemd: je kunt niet naar de universiteit komen en je collega’s persoonlijk ontmoeten. Maar Recep zit er niet heel erg mee. ‘Mijn eerste kennismaking met Anke was ook via videobellen, en dat zijn we voor het projectvoorstel blijven doen. Dus voor mij is het niet heel anders.’ Hij heeft wel al wat verschillen opgemerkt tussen het academische werk hier in Nederland en in het Midden-Oosten. ‘Doordat er in daar veel meer universiteiten zijn, kom je sneller aan een baan en word je makkelijker hoogleraar. Hier in Nederland is de werkdruk en prestatiedruk hoger, en is het belangrijker dat je in toonaangevende tijdschriften publiceert.’
Waardevolle kennis
Recep is blij dat hij nu eindelijk kan beginnen met het onderzoek. ‘Ik kan weer doen waar ik voor getraind ben, en waar ik gepassioneerd over ben.’ Ook Klein is heel blij met Recep in het team. ‘Mijn vakgebied focust toch een beetje op het negatieve: de psychologische problemen van kinderen. Zijn kennis vanuit de positieve psychologie is daarom heel waardevol. En daarnaast is Recep een ontzettend fijne, aardige collega!’
Tekst: Marieke Epping