‘Ik bouw mijn college rond de vragen van studenten'
Een docent moet zich terughoudend opstellen, zodat er meer ruimte is voor discussie tussen studenten. Dat vindt celbioloog Roeland Dirks. De bevlogen docent is genomineerd voor de LUS Onderwijsprijs.
Toen Dirks onlangs camerabeelden te zien kreeg van een van zijn colleges, moest hij hard lachen. Wat bleek: hij was amper in beeld. Het is typerend voor zijn stijl van lesgeven. Dirks staat niet achter een katheder, maar rent van hot naar her door de collegezaal. En hij is soms minder aan het woord dan zijn eigen studenten. Zo leert de celbioloog zijn studenten over de bouwstenen van het leven, zoals DNA, RNA en eiwitten.
Het leverde u een nominatie op voor de LUS Onderwijsprijs.
‘Ja, geweldig. Het komt voor mij als een volslagen verrassing. Ik geef heel graag onderwijs, en ik zie ook wel dat mijn enthousiasme wordt opgemerkt door mijn studenten. Maar de universiteit is groot en ik ken zoveel goede docenten. Kennelijk heb ik iets goed gedaan.’
Wat kan dat zijn?
‘Ik loop geen stapel Powerpointsheets af. Ik weet uit ervaring dat het geen zin heeft om er in één les tientallen slides doorheen te jassen, want op een gegeven moment verslapt de aandacht. Ik bouw mijn college liever om de vragen van studenten heen. Studenten vertellen me wat ze lastig vinden aan de stof, en dan gaan we daarover in gesprek. In het ideale geval komen andere studenten dan met het antwoord of de oplossing.’
Wat vraagt dat van een docent?
‘Allereerst terughoudendheid. Ik ben waarschijnlijk minder aan het woord dan sommige andere docenten, zodat studenten de ruimte voelen om zelf bij te dragen aan de discussie. En ik geef ze de rust om dingen op te laten zoeken tijdens het college. Voorop staat dat de docent een veilige omgeving creëert waarin studenten alles kunnen zeggen. Ik heb liever dat mijn studenten iets verkeerd zeggen, dan dat ze helemaal niets zeggen.’
Dat klinkt wel erg gemakkelijk, zo’n minimale rol voor de docent.
‘Dat is het absoluut niet! Het faciliteren van de discussie wil immers niet zeggen dat de docent achterover kan leunen en toe kan kijken. Ik moet de collegestof tot in de puntjes kennen, want studenten merken het heus wel als de docent het niet weet. Bovendien moet ik natuurlijk de oplossing van een vraagstuk geven als de studenten er samen niet uitkomen. Ik bereid iedere werkgroep ’s avonds voor.’
Op de universiteit wordt wel eens gezegd dat onderzoek doen hoger wordt gewaardeerd dan onderwijs geven. Wat kan een universiteit doen om goed onderwijs te stimuleren?
‘Op mijn afdeling hebben we ervoor gekozen om onderwijs en onderzoek zoveel mogelijk te scheiden. Het heeft naar mijn mening weinig zin om onderzoekers te verplichten onderwijs te geven. Laat je iemand met tegenzin colleges geven, dan is de kans groot dat dat erg stroef gaat. Daarom ben ik samen met een paar collega’s grotendeels vrijgesteld voor onderwijs, terwijl anderen voornamelijk onderzoek doen. Deze rolverdeling kent alleen maar winnaars. Daarnaast zou het goed zijn als er meer interactie is tussen docenten, zodat ze elkaar tips kunnen geven. Het ontbreekt op een universiteit aan een lerarenkamer zoals op de middelbare school.’
De winnaar van de LUS Onderwijsprijs ontvangt 25.000 euro, te besteden aan onderwijsinnovatie. Stel dat u wint, wat zou u met dat geld doen?
‘Ik geef onder meer veel practica in het laboratorium. Die colleges zijn vaak een beetje schools: je hebt weinig tijd en het is niet de bedoeling dat er iets misgaat. Maar nu bestaan er ook softwarepakketten waarmee je een online laboratoriumopstelling kunt maken. In zo’n omgeving kunnen studenten digitaal hun labjas aantrekken, de juiste chemicaliën uit de kast pakken en zo hun proeven uitvoeren. Het mooie is dat een proef dan ook kan mislukken. Je ziet wat er gebeurt als je de verkeerde chemicaliën bij elkaar gooit. Ik wil dit programma samen met een bedrijf verder ontwikkelen voor gebruik in mijn colleges.’
Over de LUS Onderwijsprijs
De LUS Onderwijsprijs is een initiatief van het Leids Universitair Studentenplatform. Jaarlijks eren zij een universitair docent die zich ‘bijzonder verdienstelijk’ heeft gemaakt op het gebied van onderwijs. Alle studenten van de Universiteit Leiden kunnen een docent voordragen. Uiteindelijk bezoekt het LUS enkele colleges van de voorgedragen docenten, waarna zij drie finalisten kiezen. Daarbij let het LUS onder meer op onderwijsinnovatie, interactie met studenten en in hoeverre de docent in staat is zijn of haar onderwijs blijvend te verbeteren. De andere twee genomineerden dit jaar zijn Maarja Beerkens (Governance and Global Affairs) en Robbert-Jan Kooman (Wiskunde & Natuurwetenschappen). De winnaar krijgt een plaats in de Leiden Teachers Academy en een beurs van 25.000 euro, te besteden aan onderwijsprojecten.
Tekst: Merijn van Nuland
Foto's: LUMC
Mail de redactie