Onderzoek sociale wetenschappen in 2018: Een tipje van de sluier
Een nieuw jaar waarin weer van alles gaat gebeuren op het gebied van wetenschap. Wat zijn de goede voornemens in het sociaal wetenschappelijk onderzoek binnen onze faculteit? Wat brengt ons samen en waar kijken we naar uit?
'Maatschappelijke partners, toegepast onderzoek en verrassende initiatieven'
'Onze wetenschappers hebben zich de afgelopen tijd intensief ingezet voor de uitwerking van de Nationale Wetenschapsagenda en voor de ontwikkeling van het onderzoeksprogramma rond de ‘digitale samenleving’. Met al ons onderzoek dragen wij als faculteit bij aan het oplossen van een breed spectrum van maatschappelijke vraagstukken en daar waren grote successen te vieren. Ik ben er trots op dat onze wetenschappelijke kwaliteit heel hoog is en dat veel studenten participeren in ons onderzoek. Dat bereidt hen goed voor op hun toekomst.'
'In 2018 gaan we door met de strategie die we in 2015 hebben uitgezet voor de periode 2016-2020. Enkele van de ambities die we toen formuleerden zijn al bereikt, maar er is ook nog veel te doen. Zo willen we een versterking van de relatie tussen onderzoek en de zorg voor mensen met aandoeningen bewerkstelligen. Met de oprichting van het Leiden Universitair Behandel en Expertise Centrum (LUBEC) is daar een belangrijke stap in gezet. Met maatschappelijke partners, zoals de gemeente, willen we de verbinding met de maatschappij verdiepen. Ook gaan we hard aan de slag met onderzoek in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda. Op het gebied van jeugd gaan we belangrijke onderzoeksprogramma’s opzetten. We gaan de invloed van stress op de kwaliteit van leven verder onderzoeken en we verdiepen ons in thema’s als diversiteit, digitalisering, conflict en politieke verhoudingen. We gaan ons ook bezig houden met ontwikkelingen binnen de wetenschap als open access en de manier waarop de impact van de wetenschap zichtbaar wordt in de samenleving. In 2018 verwacht ik ook dat we meer aan toegepast onderzoek in de omgeving van Den Haag gaan doen. Zeker nu onze politicologen daar zo actief zijn. Ik kijk daarom uit naar alle verrassende initiatieven in het komende jaar.'
'Open science en vernieuwing van de wetenschap'
'De wetenschap is zo gegroeid dat onderzoekers die hun vakgebied willen bijhouden geavanceerde zoekinstrumenten nodig hebben. Ik zou het mooi vinden als we komend jaar stappen zetten om de bibliometrie niet alleen voor evaluatie maar ook voor vernieuwing van onderzoek te benutten. Wat ons samenbrengt bij het CWTS is onze goudmijn aan data en de fascinatie voor de wetenschap als onderzoeksonderwerp zelf. Wij onderzoeken wetenschappers en het wetenschappelijke proces met een kritische blik van buitenaf. De afgelopen acht jaar hebben we een zeer interdisciplinaire en diverse groep opgebouwd, met een sterke combinatie van computerwetenschap en sociaal wetenschappelijk onderzoek.'
'Nu gaan we ons richten op synergie tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Onze drie onderzoeksgroepen gaan sterker samenwerken en gezamenlijk onderzoeksvragen formuleren. Etnografisch onderzoek dat wordt geïnformeerd door scientometrisch onderzoek, bijvoorbeeld, en kwalitatief onderzoek dat vertelt hoe indicatoren in het dagelijks leven van onderzoekers een eigen leven leiden. Bovendien willen we onze maatschappelijke impact versterken met nadruk op ‘open science’, integriteit en ‘responsible metrics'. Dit laatste draait om indicatoren die minder gemakkelijk meetbare zaken zichtbaar maken. Zo hopen we de ‘perverse druk’ van publicaties en carrièrestress tegen te gaan. Met het thema 'open science' maken we het bedrijven lastiger die nu geld verdienen aan het bezit van data. Dat geldt ook voor onze eigen BV. Maar op langere termijn is open science een beter model. Degenen die nu verdienen aan het bezitten van data kunnen hun businessmodel dan richten op het aanbieden van analyses. Dat zien wij als onze belangrijkste taak en als verantwoordelijkheid van een sociaal wetenschappelijk instituut.'
'Synergie in onze unieke samenstelling'
'Ons onderzoeksprogramma Global vulnerabilities and social resilience gaat kritisch in op de fenomenen diversiteit, duurzaamheid en digitalisering. Dit zijn drie verschillende thema’s, maar er zit ook veel overlap tussen onze vele projecten op het gebied van de economie, politiek, en ecologie. Zoals wij dat tijdens onze heidag in mei vorig jaar hebben geformuleerd is de antropologie essentieel voor de sociale wetenschappen omdat het 'op een kritische manier de verhoudingen, conflicten en samenwerkingen onderzoekt, verkent en communiceert die de weerbaarheid bevorderen ten aanzien van uitdagingen op macro-niveau, zoals klimaatverandering en ongelijkheid. De kracht van de antropologie ligt in dit vermogen om verschillende schalen met elkaar te verbinden: om oog voor detail te houden terwijl je de details met het grote geheel verbindt’. Daarom combineert onze kenmerkende methodologie kwalitatieve, kwantitatieve en visuele benaderingen.'
'Ons team zal dit jaar profiteren van de ongeëvenaarde successen van de laatste jaren bij het aantrekken van Europese onderzoekssubsidies voor wetenschappelijke excellentie. In de afgelopen periode hebben we drie ERC Consolidator Grants binnen weten te halen – in 2015, 2016 en 2017 – en op dit moment lopen er drie Marie Curie projecten op het Instituut. Ik kijk uit naar de synergie die deze unieke samenstelling van onderzoekssubsidies zal bevorderen, onder meer binnen onze uitstekende bachelor- en masteropleidingen. Met het oog op de invoering van een gemengd (Engels- en Nederlandstalig) bachelorprogramma is het zeker een geruststellende gedachte dat onze docenten hun plek hebben verdiend onder de beste onderzoekers in de Antropologie in Europa en daarbuiten.'
'Profilering en verbondenheid'
Philip Spinhoven heeft er zin in. Hij zit er na een week alweer helemaal in. Hij was al eens een jaar Wetenschappelijk Directeur (WD) van het Instituut Psychologie, maar toen had de faculteit hem nodig als decaan. Vijf jaar heeft hij aan die roep gehoor gegeven. Nu wil hij de drie jaar als WD volmaken. Een halve week als WD is goed te combineren met zijn onderzoek en het begeleiden van promovendi. Daarnaast nog 1/10 onderwijstaak, met name voor de eerstejaars. ‘Dat vind ik uitdagender dan les geven aan een groep researchmasterstudenten, die dichterbij me staan als onderzoeker.’ Hij herkent de Leidse signatuur van het onderzoek bij Psychologie. ‘Veel academische vrijheid en excellente onderzoekers die subsidies binnenhalen om eigen onderzoekslijnen op te zetten.’
Naast die vrijheid wil Spinhoven graag zoeken naar meer profilering en verbondenheid. ‘Ons onderzoek sluit goed aan bij thema’s van de Nationale Wetenschaps Agenda en Horizon 2020. Dat zouden we in onze presentatie meer zichtbaar kunnen maken en we zouden rond deze thema’s ook nog meer interdisciplinair kunnen samenwerken. Maar we doen hier al veel in, bijvoorbeeld met het LUMC of binnen het LIBC. De Leidse psychologie is ook goed in zich profileren met translationeel onderzoek. Zoals Bernet Elzinga die slachtoffers van misbruik in de scanner legt, en Eveline Crone die het puberbrein onderzoekt. Beiden zijn sterk in fundamenteel onderzoek, maar slaan tegelijkertijd de brug naar de praktijk. Onderzoek met impact, dat resulteert in adviezen.’ Spinhoven wil stimuleren dat visie en strategie voor profilering en translationeel onderzoek meer aandacht krijgen. Dit wordt ook vanuit de faculteit en universiteit gedragen. ‘Die willen ook meer visie en strategie vanuit de onderzoeksinstituten. Dus dat gaat goed samen.’
De vooruitblik op het gebied van onderzoek bij de instituten Pedagogische Wetenschappen en Politieke Wetenschap was ten tijde van publicatie nog niet in verkorte samenvatting beschikbaar.