Startimpuls Wetenschapsagenda pakt goed uit voor Leiden
Acht grote wetenschappelijke consortia ontvangen onderzoekssubsidies van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO), en de Universiteit Leiden is bij al deze projecten betrokken. Voor vier subsidies is Leiden hoofdaanvrager.
De subsidies van maximaal 2,5 miljoen euro zijn toegekend aan drie thema’s die door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn uitgekozen, en die aansluiten bij de routes van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). In de NWA zijn vragen gebundeld waar de Nederlandse wetenschap in de nabije toekomst bijzondere aandacht aan zal besteden. Die zijn gedestilleerd uit 12.000 vragen die door het grote publiek werden ingediend.
Bij alle projecten zijn verschillende wetenschappelijke instituten betrokken, maar vaak ook bedrijven of belangenorganisaties. De Universiteit Leiden neemt deel aan alle acht projecten, en voor vier projecten is een Leidse wetenschapper zelfs (mede-)hoofdaanvrager van de subsidie. Het gaat om de volgende projecten:
Eveline Crone: Optimale condities voor leren en veiligheid van jongeren
Spinozapremie-winnaar Crone en haar collega’s maken gebruik van kennis over gedrag en hersenen om beter te begrijpen hoe jongeren nieuwe kennis en vaardigheden leren, hoe ze omgaan met maatschappelijke uitdagingen en hoe ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hersenmetingen geven beter inzicht in wanneer en hoe jongeren van elkaar verschillen en wat nodig is voor een veilige en stimulerende samenleving. De beschikbare en nieuwe kennis zal naar praktische innovaties omgezet worden. Het project is een samenwerking met verschillende universiteiten, medische centra, hogescholen, de Hersenstichting, Philips, het Openbaar Ministerie, ReclasseringNL en andere instituten.
Ionica Smeets: Zwaartekracht – een nieuwe ontdekkingsreis
Deze route richt zich op fundamentele vragen over materie, ruimte, tijd en het heelal. Voor de startimpuls is ‘zwaartekracht’ het centrale thema. Dit thema biedt ongekende kansen voor Nederland om theorie, experiment en instrumentatie op nieuwe manieren met elkaar te verbinden. Ook zetten Smeets en haar collega’s in op evidence based wetenschapscommunicatie. Door community building willen ze de achterban van de hele route betrokken houden. Het project is een samenwerking met verschillende universiteiten, Nikhef en Astron.
Marco Beijersbergen: Meten en detecteren van gezond gedrag
Meten en detecteren vindt steeds meer plaats buiten het laboratorium. In dit programma gaan natuurkundige Marco Beijersbergen en collega’s de gezondheid van mensen bestuderen. Ze meten iedere dag een druppeltje bloed, de voeding die je nuttigt en de lucht die je in- en uitademt. De onderzoekers gaan technologie ontwikkelen om dat mogelijk te maken en uitzoeken hoe we verstandig van die gegevens gebruik kunnen maken. Het project is een samenwerking met verschillende universiteiten, medische centra en Hogeschool Leiden.
Judi Mesman: Gelijke kansen voor een diverse jeugd (duo-aanvraag met Monique Volman, UvA)
In dit programma wordt onderzoek gedaan naar de processen en mechanismen in de veranderende omgevingen waarin jongeren opgroeien, die bijdragen aan kansen(on)gelijkheid. Denk daarbij aan de toenemende diversiteit in de schoolklas, de opkomst van schaduwonderwijs, samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg, de mogelijkheden van wijkteams in de jeugdhulpverlening en van de jeugdgezondheidszorg bij een stapeling van risicogedrag. Er wordt onder meer samengewerkt met andere kennisinstellingen, TNO, een basisschool, het Verwey Jonker Instituut, de VO-raad en de gemeente Rotterdam.