Voor het eerst in het cortège
Portretten van zes Leidse hoogleraren die op 8 februari 2016 voor het eerst meeliepen in het cortège van hoogleraren op de dies natalis.
Hein Verspaget, hoogleraar Biobanking
‘We vieren op zo’n dies dat we een bolwerk van vrijheid vertegenwoordigen. En wat we als universiteit doen voor mensen – voor de bevolking van Leiden, van Nederland. We werken in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) aan betere zorg, we leveren een bijdrage aan de gezondheid. Deze universiteit was een geschenk voor de Leidse bevolking, en met ons onderzoek hebben we hen ook veel te bieden. En het is gewoon een leuke feestelijke dag – ik kom oorspronkelijk uit het zuiden en had vandaag ook carnaval kunnen vieren, maar dit is leuker én belangrijker.’
Annemarie Meijer, hoogleraar Immunobiology
‘In september had ik hier in het Academiegebouw mijn oratie, met mijn beide ouders van in de negentig erbij - een bijzonder moment. Een mooie academische traditie, net als deze dies. Je ontmoet elkaar hier. Ik sprak net een collega van het LUMC die ik wil vragen om zitting te nemen in een promotiecommissie. Ons onderzoek richt zich op afweermechanismen tegen tuberculose – mijn ambitie is dat we op basis daarvan nieuwe middelen tegen deze ziekte kunnen ontwikkelen, als alternatief voor antibiotica, waar steeds meer resistentie tegen is.’
Anske van der Bom, hoogleraar Klinische Epidemiologie in het bijzonder transfusiegeneeskunde
‘Het is belangrijk om de dies samen te vieren, om te laten zien waar je bij hoort. Ik vind dat er een goede sfeer heerst onder de Leidse hoogleraren, het gaat er op zo’n dag als vandaag gezellig en gemoedelijk aan toe. Collega’s staan open voor contacten. En dit Academiegebouw is toch een bijzondere plek – een jaar geleden hield ik hier mijn oratie: heel speciaal, dat is de enige keer in je leven dat je op het hoogste spreekgestoelte in het Groot Auditorium mag staan.’
Pauline Schuyt, hoogleraar Sanctierecht en Straftoemeting
‘Ik heb als lid van het faculteitsbestuur al eerder diesvieringen meegemaakt, maar dit voelt toch anders. Je voelt je heel erg verbonden als je in de stoet meeloopt, deel van een groter geheel. En het is een soort reünie, want je komt allemaal bekenden tegen die je niet zo vaak ziet. We maken allemaal grappen onderling over de volgorde – wie er voorop mag in de stoet, dat wisselt elk jaar. Die toga hoort er echt bij. Als rechter draag ik ook een toga. Het omkleden vind ik het mooiste moment. Het maakt je bewust van je rol, het is een soort contemplatie: je staat even stil bij wat je gaat doen.’
David Fontijn, hoogleraar Archaeology of Early Europe
‘Je kunt de dies zien als een poppenkast, maar als archeoloog zie ik vooral de historische relaties: de band met de stad, dat we straks in een stoet van dit Academiegebouw over de brug en door de steeg van Leiden naar de Pieterskerk lopen. Het is wel de eerste keer dat ik mijn toga draag, dus ik denk ook: zit mijn baret wel goed? Het voelt als een rite de passage, een overgangsritueel. Ik ben in een nieuwe rol in een vertrouwde omgeving.’
Martine Jager, hoogleraar oogheelkunde in het bijzonder het oogmelanoom
‘41 jaar geleden was ik als eerstejaarsstudent ook bij de dies, toen vierden we het 400-jarig bestaan en hielp ik met de organisatie. Nu maak ik deze dag voor het eerst als hoogleraar mee. Ik vind het schitterend – het hoort bij ons wij-gevoel. Ik noem mezelf een soort reisbureau: ik haal onderzoekers uit het buitenland naar Leiden en regel dat Leidenaren internationaal aan de slag kunnen. De ketting die ik om heb is van de internationale academie voor oogheelkunde. Ik was vorige week nog op een congres in Mexico. Daar vindt iedereen het prachtig als je vertelt dat we al sinds 1575 bestaan. Vooral Amerikanen, hun land bestaat zelf niet eens zo lang.’
(MH/fotografie: Marc de Haan)